© J.W. Sandker

      Categorie:     Elektrotechniek


Index:

          Aanloopkoppel
          Aanloopstroom
          Aanlooptijd
          Aanraakgevoelig
          Aanraakspanning
          Aardelektrode
          Aarding
          Aardlekbeveiliging
          Aardverspreidingsweerstand
          AC-klassen
          Afdichting
          Afscherming
          Arbeidsfaktor
          Asymmetrische-belasting
          Asynchrone-motor
          Automaat
          Backup-beveiliging
          Bedieningsschakelaar
          Bescherming
          Beveiliging
          Beveiliging-aan-einde-kabel
          Bliksem-beveiliging
          Bliksem-inslag
          Blind-vermogen
          Bouwstroom
          Buigstraal
          Buitendiameter
          Cadweld
          Capaciteit
          Cascade-omzetter
          Common-mode
          Compensator
          Condensator-batterij
          Contactor
          Cosinus-phi
          Cosinus-phi-batterij
          CSD
          Dahlander
          Demping
          DOL
          Doorslag
          Doorsnede-geleider
          Doorvoering
          Een-aderige-kabel
          Effektieve-waarde
          Eindkontakt
          Elektrische-ontlading
          Elektrode
          Energiebegrenzend
          Fail-safe
          Fasespanning
          Fasestroom
          Faseuitval-relais
          Flux
          Foutspanning
          Frequentie-omvormer
          Functionele-aarding
          FZ-keten
          Galvanische-scheiding
          Gasontladingsbuis
          Gauss
          Gelijkstroom
          Gelijkstroommotor
          Geluidsproduktie
          Generator
          Grafiek
          Harmonischen
          Hogere-harmonischen
          I2t
          Inom
          Inschakelstroom
          Installateur
          Installatie-automaat
          IP-waarde
          Isolatieklasse-motor
          Isolatieweerstand
          Kabel_aanduiding
          Kabel_aluminium
          Kabel_berekeningsprogramma
          Kabel_diameter
          Kabel_dikte
          Kabel_energieverlies
          Kabel_EX
          Kabel_goot
          Kabel_grondkabel
          Kabel_grondweerstand
          Kabel_in-EX-zone
          Kabel_legtemperatuur
          Kabel_legwijze
          Kabel_lengte
          Kabel_naast-elkaar
          Kabel_naast-elkaar
          Kabel_omgevingstemperatuur
          Kabel_prijs
          Kabel_signaalkabel
          Kabel_spanningsverlies
          Kabel_trace
          Kabel_veroudering
          Karakteristieken
          Kathodische-bescherming
          Kleurcodering
          Kleurweergave
          Klikson
          Klokgetal
          Kontaktor
          Koppel
          Kortsluitspanningsdaling
          Kortsluitstroom
          kW
          kWh
          kWh-prijs
          Laagspannings-verdeling
          Lasdop
          Lastschakelaar
          Lastscheider
          Lichtkleur
          Lijnspanning
          Magneetschakelaar
          Magneetventiel
          Magnetisch
          MCC
          MCT
          Meggeren
          mei
          Middenspanning
          Montage-tijd
          Montage-uren
          Motor
          Motorbeveiligings-schakelaar
          Natuurlijke-ventilatie
          Netfilter
          Netvermogen
          Netvervuiling
          Netwerk-stroomkabels
          Noodaggregaat
          Nooddouche
          Noodschakelaar
          Nul
          Nuldoorgang
          Nulspannings-beveiliging
          Nulspannings-schakelaar
          Nulstroom-schakelaar
          Onderlinge
          Overspannings-beveiliging
          Parallel
          Parallelschakelapparaat
          Parasitaire-capaciteit
          Peak-shaving
          PELV
          PEN
          Pendelplaat
          Piek-shaving
          Pig-tail
          Potentiaalvereffening
          Prijs
          PUR
          Rendement_frequentie-omvormer
          Rendement_motor
          Rendement_verlichting
          RFI-Filter
          S-keten
          Schakelaar
          Schakelen-van-de-nul
          Schakelkast
          Schakelkastlengte
          Scheider
          Scheidingstransformator
          Schijnbaar-vermogen
          Selektiekriteria
          Selektiviteit
          Selektiviteitsgrens
          SELV
          Skin-effekt
          Smeltveiligheid
          Smoorspoel
          Softstarter
          Spanning
          Spanningsdaling
          Spanningsverlies
          Staffeltijd
          Ster-driehoek
          Stootfaktor
          Stroom
          Stroom-transformator
          Stroombegrenzend
          Stuurstroomcircuit
          Subsidie
          Synchrone-motor
          Synchroniser
          Systeemplafond
          Temperatuur
          Thermisch-instelbaar
          Thermisch-overbelastings-relais
          Thermistor
          Thyristor
          Tijdvertraging-automaat
          TL-verlichting
          TN-stelsel
          Toerental
          Tracing
          Transformator
          Transformator-station
          TransZorb
          TT-stelsel
          Twee-toeren
          Tx-stelsel
          Tyre-rap
          Uitstraling
          Varistor
          Veiligheids-aarding
          Veiligheids-keten
          Veiligheids-transformator
          Veldsterkte
          Ventilatie
          Verlichting
          Verlichtingssterkte
          Verlies
          Vermogen
          Vermogens-automaat
          Vermogens-schakelaar
          Verzakken
          Vluchtweg
          Vochtige-ruimte
          Volt-meter
          Vrijloopdiode
          VZ-keten
          Wandkontaktdoos
          Ward-leonard-regeling
          Warmteverlies
          Wartel
          Wcd
          Weber
          Werkelijk-vermogen
          Werking-van-de-FO
          Werkschakelaar
          Wisselstroom
          Woodward-regeling









Aanloopstroom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Asynchrone-motor   Transformator   Frequentie-omvormer








Aanloopkoppel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Asynchrone-motor








Aanlooptijd

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Asynchrone-motor








Aanraakspanning

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Foutspanning   Aanraakgevoelig   Potentiaalvereffening



Aanraakspanning
De spanning in geval van een isolatiedefect tussen gelijktijdig aanraakbare delen.(223.2)

Hiermee is bij kortsluiting bedoeld de spanning die op het huis van bijvoorbeeld de motorstaat bij kortsluiten van een fase tegen de aarde (dus het huis).  Afhankelijk van de toegepaste potentiaalvereffening staat er eenhogere of lagere spanning op het huis.  In de NEN1010 is een grafiek opgenomen (figuur 41A) hoe groot deze spanning mag zijn.  In de NEN1010 is een grafiek aangegeven wat de toelaatbare spanning is welke personen mogenaanraken, uitgezet tegen de maximum toelaatbare tijd dat deze spanning mag duren (tabel 41A).  Voor 115VAC is dit ca. 0,4 sec.  Voor 5 sec.  is dat slechts 50VAC (110VDC).

Voorbeeld
Stel een TT-stelsel.  Een wasmachine met metalen huis die middels de kabels is geaard met aardingselektrode. De weerstand in de aarde-ader van de kabel tussen de wasmachine en de aardelektrode is 0,1 ohm.  Deaardverspreidingsweerstand is 0,8 ohm.  In de wasmachine treedt een kortsluiting op met het metalen huis.  Stel dat het beveiligingstoestel afschakeld bij 200A.  Naast de wasmachine ligt een metalen waterleiding.  Eenpersoon die ge-isoleerd staat opgesteld raakt zowel de wasmachine als de waterleiding aan: -     De waterleiding is niet met de aardingselektrode verbonden,       maar heeft wel een verwaarloosbare weerstand t.o.v.  aarde.
     De foutspanning is 200A x 0,8 ohm = 160V.
     De aanrakingsspanning = de foutspanning.
-    De waterleiding is wel met de aardingselektrode verbonden:
     De foutspanning is nu 200A x 0,8 ohm = 160V.
     De aanrakingsspanning is nu 200A x 0,1 ohm = 20V.
Als er in dit voorbeeld sprake was van een TN-stelsel, dan is volgens de VEV-cursus de aanrakinsgspanning lager , zeker als er een ondersteunende aarding wordt aangebracht.  Dit is echter onjuist.  De situatie bepaald hoegoed of slecht het is.  Ondersteunende aarding, en potentiaalvereffening is echter een must.  Hoe kleiner de aardvespreidingsweerstand, des te lager de spanning op het metalen huis t.o.v.  de potentiaalvereffendeaardedelen.  (U = I * R)


Het beveiligingstoestel dient dusdanig te zijn dat rekening wordt gehouden met de maximale aanraakspanning.  (NEN1010-413.1 ).  Hierin is tevens opgenomen dat vast opgestelde toestellen waarmee personen weinig mee inaanraking komen de uitschakeltijd maximaal 5 sec. mag bedragen.

Vaste opgestelde apparaten hoeven niet aanrakingsveilig te zijn.
In huishoudelijke situaties of verplaatsbare toestellen is er altijd sprake van aanrakingsgevoelig, dus dient'J ' te worden gekozen. (volgens de nen1010) In een dergelijk situatie is er vaak sprake van een TT-stelsel.


Kabel_berekeningsprogramma
Selekteren van aanraakgevoelig ('J') is nadelig voor de kortsluitlengte!  Het betreft hier een kortsluiting van een van de fasen naar het metalen gestel van het apparaat. (bijvoorbeeld een wasmachine).  Dat deel van dewasmachine wat men aan kan raken moet 'aanrakingsveilig' zijn;  d.w.z.  spanningsloos zijn binnen een bepaalde tijd of een veilige (=lage) spanning zijn.
Wanneer 'N' is geselekteerd dan houdt het programma een maximale kortsluittijd aan van 5 sec.
In verband met het feit dat huisinstallatie meestal een TT-stelsen zijn, houdt het programma houdt in het geval van aanrakingsgevoelig om die reden met een extra weerstand van 1 ohm naar aarde i.v.m.  deaardverspreidingsweerstand.







Aanraakgevoelig

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aanraakspanning   Potentiaalvereffening   Kortsluitstroom









Wcd

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juni 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Installateur



In Nederland wordt een WCD aardkontakt uitgevoerd als randaarde, in Belgie als een pen.

Volgens de NEN-1010 dient het volgend aantal WCD's en lichtpunten te worden aangebracht:
Ruimte                    Aansluitpunten        
dubb.WCD  enk.WCD  lichtp.
hoofdwoonkamer>=20m2     4         -        2
hoofdwoonkamer<20m2      3         -        1
overige kamers           2         -        1

keuken                   2         -        1
bijkeuken,wasruimte      1         -        1
badruimte excl.wastafel  -         -        1
badruimte met wastafel:
>= 2m2                 -         -        2
<2 m2                  -         -        1
toilet                   -         -        1
bergkast onder trap      -         -        1
kelder                   -         -        1
zolder, vliering         -         1        1
bergplaats               1         -        1
garage                   1         -        1
ruimte boven vaste trap  -         -        1
hal, portaal             -         -        1
gang, overloop           -         1        1
buitenlichtpunt          -         -        1
Opmerkingen
Als het oppervlak in de badruimte >=2 m2 is dan dient van de 2 lichtpunten er 1 boven de wastafel te zijn.
In bergplaatsen met gemeenschappelijke portalen is een wcd niet nodig als er binnen 8m een wcd aanwezig is.
Het aangegeven bij bergplaats of garage is niet vereist als de berging of garage op een grotere afstand dan 20m van de dichtstbijzinde gevel is gelegen.
Het lichtpunt boven de trap is niet vereist als er door andere lampen licht aanwezig is.
Bij een gemeenschappelijk trappenhuis behoeft er niet per woning een buitenlichtpunt te worden aangebracht.



Het aantal eindpunten per groepen is maximaal als volgt
aantal eind-          aantal aansluitpunten per eindgroep
groepen uitsluitend                                      
of mede voor                                             
verlichting           eerste aanleg      uitbreiding  
1                           6                9 
2                           12               15 
3                           15               18 
4, 5 of 6                   18               21 
> 6                  begrensd door toelaatbare belasting-
- en beveiliging                  
Een aansluitpunt is bijvoorbeeld:
-    een meervoudige wcd.
-    aansluitpunten voor verlichtingstoestellen in dezelfde ruimte die door de schakelaar wordt bediend.








Aardelektrode

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aarding   Aanraakspanning   Bliksem-beveiliging   Aardverspreidingsweerstand



Aarding+bliksem combineren:

De elektrode combineren:
Het combineren van 1 elektrode voor zowel veiligheids-aarding als bliksem is volgens de NEN1010 lid 542.5.2 niet toegestaan, tenzij de aardelektrode voor beide doeleinden geschikt is, of als de betonkonstruktie als aardingdienst doet.

De netten koppelen:
Als er een bliksembeveiligingsinstallatie aanwezig is dan dient deze te worden gekoppeld met de op de hoofdaardklem. Het koppelen van de 2 netten heeft als voordeel dat bij een inslag het potentiaal van het geheleelektrische systeem omhoog wordt getild, er vanuitgaande dat aan de secundaire zijde van de transformator de nul is gekoppeld met het aardnet.
De NEN1014 eist dat er potentiaalvereffening wordt toegepast op:  Staalkonstrukties, metalen kabel_goot, delen van de elektrische installatie.


Aantal elektroden
Voor het aantal elektroden zie NEN1014, min. 2 stuks.
Voor de lengte van de elektroden zie NEN1014 ca. 20m.
De weerstand kan gemeten worden door 4 meetelektroden te slaan van gelijke lengte, in lijn, op vaste afstanden van elkaar. (Wennermethode), en vervolgens met de aardverspreidingsmeter de waarde te bepalen.


Doorsnede van de elektrode
>= 16mm2, als onbeschermd tegen corrosie dan >=25mm2 van koper of 50mm2 van staal. Voor het testen van de koppelingen kan gebruik worden gemaakt van rapport K83A van de KEMA.


Aardverspreidingsweerstand
Zie bij aardverspreidingsweerstand voor de weerstand van de elektrode t.o.v. aarde.








Aarding

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bliksem-beveiliging   Kathodische-bescherming   Cadweld   Aardelektrode   Aardverspreidingsweerstand   Nul



Veiligheids-aarding
Bestaat uit 1 of meer aardelektrode met beschermingsleidingen naar de aansluitpunten en vereffeningsleidingen.  NEN1010:  De veiligheids-aarding heeft tot doel de mogelijk optredende spanning tussen geaarde delen en deaarde te beperken tot 42V.


Functionele-aarding
Op lokale schakelkasten worden aanvullende aardelektrode geslagen.


Doorsnede van niet in de grond gelegde beschermingsleiding
     doorsnede = SQRT (I x I x t) / k,   mits t<5 sec, waarin
     I is de kortsluitstroom die optreedt
     t is de aanspreektijd van de beveiliging
     k is de faktor volgens tabel 54 van de NEN1010. (143 voor koper en Ymvk)
De tabellen voor de aardleiding zijn tevens worden gebruikt.


Doorsnede aardleiding
Mechanisch beschermd, tegen corrosie beschermd of,
mechanisch niet beschermd, en tegen corrosie niet beschermd, mits de aardleidingen zijn gecombineerd met andere leidingen (=kabels)
doorsnede fase      doorsnede aarde
S < 16 mm2            s         
16<= s <= 35             16        
S > 35              >=0,5 x S   
Enkele aardleiders, in de grond, mechanisch niet beschermd, tegen corrosie beschermd
Doorsnede moet>= 16mm2 zijn.

Enkele aardleiders, in de grond, tegen corrosie niet beschermd
Doorsnede moet >=25mm2 zijn van koper of 50mm2 van staal.
Het mechanisch beschermen heeft geen invloed.


Doorsnede aanvullende vereffeningsleiding
De doorsnede is gelijk aan de beschermingsleiding met de kleinste doorsnede.  Boven de grond minimaal 2.5 mm2, zonder bescherming tegen mechanische beschadiging 4 mm2.
Bij vreemd geleidende delen moet de helft zijn van de beschermingsleiding waarop het metalen gestel is aangesloten. Boven de grond minimaal 2.5 mm2, zonder bescherming tegen mechanische beschadiging 4 mm2.

Bij het verbinden van metalen delen in verband met potentiaalvereffening dient dus naar de grootste verbruiker te worden gekeken, om aan de hand van de ontwerpstroom hiervan de doorsnede van de aardleiders te bepalenvolgens voorgaande tabel.  Mits de elektrode boven de grond eindigt, mag de minimum doorsnede 2,5 mm2 zijn als de leiding mechanisch is beschermd, en 4mm2 als de leiding niet mechanische is beschermd.
Als de elektrode dus boven de grond uit steekt mag de draad naar de hoofdaardrail dus 4mm2 zijn.


Ex
Leidingen die een ontplofbaar mengsel transporteren dienen te worden ge-aard met een eigen elektrode.  Deze aarding wordt gekoppeld met het aardingsnelt van de hele installatie.


HQE
High Quality Earthing, hoge kwaliteits aarde, of schone aarde, voor PLC's en de computers etc.  De HQE krijgt een eigen aardingselektrode met een aardverspreidingsweerstand <1 ohm, en een eigen aardrail in het gebouw. uiteraard wordt dit aardingsnet niet gekoppeld met het hoofdaardingsnet of bliksemafleiderinstallatie.  Tevens bij voorkeur niet koppelen met naar buiten gaande kabels i.v.m. bliksem inslagbe‹nvloeding.  Stopkontakten diezijn aangesloten op de schone aarde dienen bij voorkeur te worden voorzien van een resopalplaatje met de tekst "schone-aarde".


Badkamer
In de badkamer dient een central aardpunt de worden aangebracht.  Deze dient met tenminste 4mm2 te worden verbonden met de hoofdrail.  Alle metalen delen, zoals wapening, douchebak dienen te worden ge-aard.  De verbindingvan de badkamer naar de groepenkast dient in buis te worden gelegd, vandaar naar de douchebak zonder buis direkt in de vloer of de wand.
Zie tevens bij aardlekbeveiliging.
De wapening onder de badkamer hoeft niet te worden geaard als deze zicht niet uitstrekt naar andere ruimten.


CV-installatie
De CV installatie dient te worden ge-aard, tenzij deze op voldoende plaatsen in kunstof leiding is uitgevoerd.


Overige
Aardleidingen moeten op tenminste 60cm diep liggen.

Voor het testen van de koppelingen kan gebruik worden gemaakt van rapport K83A van de KEMA.







Aardlekbeveiliging

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Tx-stelsel



De aardlekbeveilging geeft een 1.73x langere kabel bij kortsluit berekening, tenzij er een nul meegevoerd wordt. Het is niet zo dat bij een aardlek alle kortsluitingen beveiligd worden ongeacht de kabel_lengte.
Kortsluiting tussen de fasen blijft mogelijk.
NB: Bij de kortsluit berekening wordt er in het kabel_berekeningsprogramma vanuitgegaan dat er altijd kortsluiting naar aarde op kan treden,ook als er geen aarde ader in de kabel is.


Verplicht
Het toepassen van een aardlekschakelaar is verplicht als:
-    Voeding van wcd's in natte ruimten en buiten:
     Tot 63 A uitvoering <30ma, daarboven 500ma.  in een badkamer binnen een straal van 3 m tot de douchebak- of       kop, mag een wcd worden geplaatst die voorzien is van een aardlekbeveiliging.
-    Voeding van apparaten in gebruik op een bouwsteiger.  (Zie bouwstroom )
-    Een huisinstallatie (30 mA):
     .
     gewone ruimten in woongebouwen
     .
     gewone ruimten in woonwagens en woonschepen
          Er dient op te worden gelet dat sommige aardlekschakelaar spanningsafhankelijk werken, d.w.z.  niet kunnen       worden omgepoold.  Aangezien woonwagens vaak met een stekker worden aangesloten kan dit type aardlek dus niet      worden toegepast.
-    bedrijfsruimten en terreinen voor de land- en tuinbouw.
-    Kantines.


Niet verplicht
-    Als er sprake is van VZ-ketens, FZ-, of S-ketens.
-    (NEN1010 t/m 1996!) Installaties in keukens, garages, schuren, kelders, bergruimten in souterrains en daarmee       vergelijkbare ruimten.  Echter deze ruimten mogen niet als natte ruimte worden gekenmerkt.  Een veestal is      een schuur die echter als natte ruimte moet worden gekenmerkt.  Ventilatoren in een veestal moeten dus achter       een 30mA aardlek zitten, tenzij de kwcd's waarop de ventilatoren aangesloten zijn buiten handbereik (>2,5m      )zijn.


Niet toegestaan in
-    Een TN-C stelsel.

Grote vermogens
Een aardlek voor groter vermogens is te bouwen middels 1 stroom-transformator om de 3 fasen samen. De netto meetstroom moet nul zijn. O.a. MerlinGerin heeft speciale relais welke op deze stroom-transformator kunnen wordenaangesloten.


Enkele eisen
-    Als de aardlek kleiner dan 100mA afschakelt, dan mag het niet een gehele installatie (bestaande uit meerdere       afgaande groepen) afschakelen, tenzij er tenminste 2 aardlekschakelaar worden toegepast.  (532.2.1.7)
-    Als er op een door een aardlek beveiligde groep tegelijk een afgaande groep voor verlichting en voor bijv.       een kooktoestel zit, dan??
-    E‚n aarlekschakelaar mag niet de hele lichtinstallatie uitschakelen.
-    Op ‚‚n aardlek-schakelaar mogen maximaal 4 afgaande groepen worden aangesloten, tenzij er voldoende noodverlichting       in het gebouw aanwezig is.



EN-61008
De volgende eisen gelden voor aardlekbeveiligingen:
Nominaal:                  30mA     300mA     500mA 
mag niet uitschakelen      0-15mA   0-150     0-250 
mag uitschakelen           15-30    150-300   250-500 
moet uitschakelen t<300ms  30-60    300-600   500-1000 
moet uitschakelen t<150ms  60-150   600-1500  1000-2500
moet uitschakelen t<40ms   >150     >1500     >2500 
Daarnaast kunnen aardlekbeveiligingen vertraagd worden uitgevoerd. Deze zijn gemarkeerd met een S in een vierkantje.

Duitse fabrikaten hebben soms de code KV voor kortvertraagd, in verband met blikseminslag. Dit is verder niet genormeerd.

Daarnaast zijn er de volgende typen:
-    AC: de goede werking is alleen voor sinusvormige stromen gegarandeerd.
-    A: De goede werking wordt tevens gegarandeerd voor aangesneden wisselstromen en een combinatie van eenzijdige       stroompulsen en een gelijkstroom.








Aardverspreidingsweerstand

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aardelektrode



De weerstand van een elektrode t.o.v. de aarde.
Voor veiligheidsaarding is een goede richtlijn dat de aardverspreidingsweerstand kleiner is dan 1 ohm, in een huisinstallatie met in alle groepen een aardlekbeveiliging, eist Remu 100 ohm.
Het EnergieBedrijf Amsterdam noetm 15 gedeeld door de nominaal stroom van de grootste motor als de juiste waarde. In de praktijk is dat niet haalbaar en verzoekt het energiebedrijf het maximaal haalbare te bereiken.
Voor een bliksem-beveiligingsinstallatie is 10 ohm een goede waarde.
De weerstand dient te worden gemeten op de hoofdaardrail met losgenomen verbindingen naar de overige installatiedelen. De overgangsweerstand tussen de aarde en de elektrode. Bij meer elektroden neemte de weerstand af, nl:
-    met 60% bij 2 elektroden.
-    met 40% bij 3 elektroden.
-    met 30% bij 4 elektroden.
Meer elektroden is dus niet zinvol. Het verlengen is wel omgekeerd evenredig met de weerstand.
De aardverspreidingsweerstand bepaald bij kortsluiting tussen fase en aarde, de stroom die er gaat lopen. Deze dient voldoende te zijn om de beveiliging te doen aanspreken.  Dit is in het bijzonder van belang bij het TT-stelsel. (De voeding in woonhuizen is in Nederland over hat algemeen zo uitgevoerd)


Koppeling trafo-laagspanningsverdeling
Als de transformator van het energiebedrijf is, en de laagspanningsverdeling in eigendom van de gebruiker, zullen beide een aardelektrode slaan. Sommige energiebedrijven wensen voor de elektrode behorende tot delaagspanningsverdeling een aardverspreidingsweerstand van 15 gedeeld door de grootste motorstroom. Mocht dit niet haalbaar zijn dan ten minste 0,5 ohm.


Aardlek
In (huis)installaties die volledig zijn uitgerust met aardlekbeveiligingen, staat het energiebedrijf een aardverspreidingsweerstand te van 100 ohm.  Bij een kortsluiting naar aarde gaat dan dus een stroom lopen van slechts2A, hetgeen voldoende is om een aardlek te doen aanspreken.  Of dit echt verstandig is, is een ander verhaal.








AC-klassen

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie schakelaar.








Afdichting

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bescherming   MCT









Afscherming

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Overspannings-beveiliging   Wartel



Wijze van kabel_aanleg:
Er moet onderscheidt worden gemaakt in lage en hoge frequenties:
-    Lage frequenties;  kabels dienen voor lage frequenties aan 1 zijde geaard te worden, bijvoorkeur in de schakelkast       op het meetinstrument.  De afscherming bestaat bij voorkeur voor laag frequente instraling (<1000 hz)uit staaldraad.
-    Hoge frequenties; voor hogere frequenties (vanaf 20 MHz) aan weerszijden aarden, echter hierdoor wordt (kan      ) het meetsignaal sterk foutief worden beinvloed.  De afscherming bestaat voor de hoge frequentie's uitaluminium-       of koper-folie.  Wanneer bij hogere frequenties 1 uiteinde niet wordt aangesloten kan bij het open uiteinde       t.o.v.  aardpotentiaal een groot spanningsverschil ontstaan.  Via een condensator kan dit eventueelworden       kortgesloten.  Een condensator wordt vooral bij modems toegepast, niet bij microfoons.
     Overigens kan hoog frequente storing ook onderdrukt worden door een RC filter.
Dit kan worden gecombineerd met een mantel voor lage frequenties die aan 1 zijde is geaard.
Zie tevens verder bij demping.

Een oplossing om zowel voor hoge als lage frequenties af te schermen is een dubbele afscherming, 1 mantel voor de lage frequenties, 1 voor de hogere. Er zijn dan 2 mogelijkheden:
-    Men kan dan kiezen om elke mantel aan 1 zijde te aarden, de aardaansluitpunten elk aan verschillende zijden.
-    Een andere mogelijkheid is om de buiten mantel voor hoge frequenties, aan beide zijden te aarden, en met de       juiste wartel in de metalen kast in te voeren, en de binnenmantel aan 1 zijde te aarden, als zijnde deafscherming       voor de lage frequenties.

De kabel is bovendien bij voorkeur symmetries uitgevoerd, d.w.z.  dat elke ader gelijk is t.o.v.  aarde.  Bij motorkabels is dit zo als er 3 aderige afgeschermde kabel wordt toegepast.  Als er in een motorkabel toch eenaardleider in de kabel zit, dan deze aan 1 zijde aansluiten.
Overigens in verband met bliksem-inslag is het beter om ook bij lage frequenties de mantel aan weerszijden te aarden.


Montage van de kabel_afscherming
In verband met uitstraling van EMC dient de afscherming bij binnenkomst in de schakelkast direkt middels een beugel aan de kast-montageplaat te worden bevestigd. Een andere invoerwijze is het gebruik van speciale metalenwartels waarin de afscherming op bevestigd wordt. Toepassen op de invoer in de motor! (bij een frequentie-omvormer 2-zijdig de afscherming aansluiten!) De gebruikelijke, en getuigend van goed vakmanschap in demonteurswereld, is het aansluiten middels een pig-tail. Echter een draad heeft onafhankelijk van de diameter van de ader een hoogfrequent weerstand van 1uH/m; ofwel 6,28 ohm/freq/m. Bij 10 MHz heeft een pig-tail eenimpedantie van 6 ohm; er gaan grote hoogfrequent stromen lopen. Een pig-tail is dus fout. De lus fungeert bovendien tevens als antenne!


Demping
Demping van straling van bekabeling:
Een PLC aansluiting dient aangesloten te worden met kabels met 50 dB(1microV) demping. Dit houdt in dat de verhouding van afgeschermde en niet afgeschermde kabel de demping 50 dB moet zijn. De demping van de kabel wordtdoor de kabelfabrikant opgegeven. De dB wordt gemeten t.o.v. 1 microV, als 20*log(U1/U2).
Voorbeeld: 60 dB = 1 mV, 80 dB = 10 mV.
De demping van gewone Ymvkas is 40 dB, die van dubbel afgeschermde Dracavo is 105 dB tot 30 MHz, met een maximum van 125 dB bij 1 MHz.


Metalen doos
De afscherming van de kabels dienen bij invoer direkt aan massa te worden gelegd, middels een kabel_klem rond de afscherming (geen pig-tail dus). Een signaal kabel voor bijvoorbeeld een externe schakelaar en die via eenniet afgeschermde kabel de metalen door wordt uitgevoerd, fungeert als antenne. Middels de leiding worden stoorsignalen hierdoor naar buiten gebracht.  Voorbeeld:  Een frequentie-omvormer en het start/stopsignaal, resp. dethermistor aansluiting.
Om EMC goed af te schermen mag de kast geen kieren bevatten.  Een goed geconserveerde deur is dus fout.
Laag frequente magnetische velden worden door een metalen doos niet goed onderdrukt.  Voor goede afscherming tegen transformatoren is een wanddikte van 8 mm nodig.


Frequentie-omvormer
De afscherming van de motor en de voedingskabel aan beide zijden van de kabel aarden. Als dat niet mag dan aan een zijde via een condensator 0.1 microF aan aarde leggen. Als afscherming helemaal niet mag, dan eensmoorspoel toepassen. De signaalkabel s dienen aan ‚‚n zijde te worden geaard, en indien nodig de andere zijde via een condensdator met aarde verbinden.
In het kader van de EMC richtlijn moet de doorsnede van de afscherming ten minste 10% van de fase doorsnede zijn als er koper of aluminium afscherming wordt toegepast, echter 50% als er stalen afscherming wordt toegepast.
De gewone afgeschermde kabel voldoet niet optimaal. De frequentie-omvormer leveranciers adviseren o.a. de volgende typen. Deze voldoen aan de eis dat de transfer impedantie kleiner is dan 100 mOhm/m bij 0 - 100 MHz:
-    Vuso; stalen afscherming, maar beter (dunnere draad) dan die van Vulto, niet geschikt voor in de grond, van       Draka, of
-    Dracovo; stalen afscherming + koperen folie afscherming, geeft goede demping van de storing, niet geschikt       voor in de grond, geen grote aderdoorsneden beschikbaar, zie verder, of
-    Huso; koperen afscherming van dunnen draden, enkel aderig, niet geschikt voor in de grond, van Draka, of
-    Lap.
Deze kabels zijn erg duur, en niet geschikt voor in de grond.

Als er enkel-aderige afgeschermde kabels worden toegepast, dan mag in dit geval de afscherming niet aan 2 zijden worden geaard omdat er nu in tegenstelling tot een 3 fase kabel, een assymetrie onstaat waardoor er eenforse spanning op de afscherming gaat staan, waardoor er een forse stroom door de afscherming gaat lopen.  De verdeling van enkel-aderige kabels over de fasen is als volgt:
L1 L2 L3 PE L3 L2 L1 
L1 L2 L3 PE L3 L2 L1 
Als er parallelle kabels worden toegepast dan moet de verdeling over de kabels als volgt zijn:
U1 V1 W1   U2 V2 W2   U3 V3 W3 
kabel 1    kabel 2    kabel 3 
Tenslotte; de kabels moeten symmetrisch zijn; 4-aderige afgeschermde kabels zijn dus fout.  Er is dan ongelijk capaciteit van de fasen t.o.v.  aarde.


Softstarter:
Afschermen conform de frequentie-omvormer, echter gezien de korte duur (na aanlopen wordt de softstarter gebypassed ) kan men overwegen de afscherming achterwege te laten.


Afstand tot andere kabels
De afstand tot andere kabels dient ten minste 30 cm te zijn, anders aluminium folie toepassen.


Afschermingswijze kabels
Type kabel         Scherm       Werkzaam      scherm      verzwakking
materiaal    frequentie    demping     stoorsignaal
gebied        bij 10 kHz              

Omvlochten         staal        laag freq.     40 dB          100x    
installatiekabel   omvlochten                                         

Afgeschermde       Aluminium-   statische      50 dB          300x    
signaalkabel       folie        ontlading                             

Afgeschermde       koper-       hoog freq.     60 dB         1000x    
stuurstroom-       folie                                              
leiding                                                               

Dracovo            koperfolie,  laag en        120 dB     1.000.000x  
staalom-     hoog freq                             
vlochten                                           
De Dracovo (fa. Draka) is geschikt voor een gebied 0 - 3 MHz. Storing van thyristoren worden effectief gedempd. Tot 10 kHZ is het effect van koper resp aluminium folie gelijkwaardig met staal omvlechting.


Ringkern-spoel om HF signaalkabel
In bijvoorbeeld video kabels naar de monitor worden ringkernen aangebracht. Deze zijn om de common-mode signaal te onderdrukken. De coax-kabel wordt in zijn geheel een aantal malen gewikkeld rond de kern van deringkern-spoel. Door de wL zal er voor hoge frequenties de stroom afnemen. De stroom door de afscherming tussen de apparaten, wordt sterk verlaagd. Deze toepassing is vooral nuttig wanneer van meetingangen van meerdereapparaten de - signaal met aarde verbonden is. Door de aardeleiders gaan kringstromen lopen die de metingen sterk beinvloeden. De ingangen meten niet differentieel, ze meten tevens de common-mode. De ringkern-spoelonderdrukt nu de common-mode signalen, en dus de kringstromen. (oa van toepassing bij oscilloscopen omdat deze altijd aan aarde liggen) Ook voor een frequentie-omvormer zou een common-mode spoel nuttig zijn.


Stooronderdrukking d.m.v. condensator over de stoorzender
Bijvoorbeeld een motor met een collectro met borstels; de borstels geven forse storing. Door een condensator over de fase en nul van de kabel te zetten worden hoogfrequent signalen kortgesloten. Echter omdat detoevoerleiding naar de condensator een wL hebben dienen de toevoerleiders van de condensator zelf 0 cm te zijn.








Arbeidsfaktor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Cosinus-phi-batterij



De arbeidsfaktor bepaalt bij een opgelegde spanning de stroom, en wordt uitgedrukt in cosinus phi.  Normaal is de waarde 0.8, bij gebruik van cosinus-phi-batterij is dit 0.9 of 0.95.
Bij motoren bepaalt het kabel_berekeningsprogramma zelf voor elk motorvermogen de cosinius phi.  Voor een specifiek fabrikaat en type kan dit dus afwijken, hetgeen resulteerd in een andere motorstroom voor dekabel_berekening.  Gebruik functietoets F8 om het rendement aan te passen of geef een andere voedingsspanning op.

Frequentie-omvormer
De arbeidsfaktor is 1 aan de primaire zijde van de frequentie-omvormer.

Motor
Een motor heeft een cos phi van ca:
0.25 kW  : 0,7
kW     : 0.8
11 kW    : 0.86
110 kW   : 0.88
Tijdens het aanlopen van de motor zakt de arbeidsfaktor tot ca. 0,3.
Bepaalde motoren, bijv. onder watermotoren, hebben een arbeidsfaktor van 0.6.








Asymmetrische-belasting

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie nul.








Asynchrone-motor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :   Frequentie-omvormer   Softstarter



De asynchrone generator heeft geen betekenis, treedt op als de last een grote massa-traagheid heeft en de lastenergie groter is dan de opgedrukte elektrisch eenergie.

Vanaf ca. 200 kW wordt hogere spanning toegepast.

Het aantal poolparen bepaalt de snelheid:
     n = 60xf/p
     rpm = 3000 / poolparen

De rotor heeft een 3-fasen wikkeling die ofwel via sleepringen worden uitgevoerd, of op de rotor worden kortgesloten.; sleepringanker of kortluitanker-motor.


Kipkoppel
Het kipkoppel is het maximaal op te brengen koppel.
Het toerental tijdens nominaal bedrijf dient rechts van het kipkoppel te liggen voor stabiel bedrijf. Het koppel is evenredig met de stroom.  Het koppel dient bij elk toerental groter dan het koppel dat de last vraagt, tezijn.


Aanloopkoppel
Tijdens aanloop, dus toerental kleiner dan het kipkoppel dient het motorkoppel groter te zijn dan het moment van de belasting.
Het aanloopkoppel is evenredig met de stroom.
Het aanloopkoppel is kwadratisch evenredig met de spanning d.w.z. hoe minder spanningdes te kwadratisch minder vermogen.
Bij het aanlopen is het spanningsverlies over de kabel 15%. (=0.85x). De aanloopstroom en dus het aanloopkoppel is tijdens aanloop 0,72x!
Het aanlopen verloopt als volgt:
-    vanaf 0 rpm tot 80% van nullasttoerental
     De aanloopstroom is bij 0 toeren/min ca. 6 a 7 x Inom, en neemt lineair af tot ca 5x Inom bij 80% van nullasttoerental.
     De aanloopkoppel neemt lineair af met ca. 10% vanaf 0 tot 80% van nullasttoerental.
     Het aanloopkoppel is 1,5x tot 2x het nominaal koppel.
-    vanaf 80% toeren tot 100% van nullasttoerental
     De stroom neem nu exponentioneel verder af naar 0A.
     Het koppel stijgt is tot een maximum (kipkoppel) en neemt daarna eveneens af tot 0. Het kipkoppel is bij ca       95% van nullasttoerental.


Spanningsdaling tijdens aanloop
Zie bij transformator.


Aanlooptijd
De tijd gedurende het aanlopen van de motor (direkt op het net) waarbij de aanloopstroom ca. 6x In is, rekening houdend met 3dB t.o.v. maximum.
(Softstarter 3x In, ster-driehoek 2,5x In)
Zie tevens bij transformator (onderdeel 'aanlopen van motoren').


Aanloopmethode
-    Direkt:
     De motor loopt direkt aan. (Ia÷ 6xIn)
-    Ster-driehoek:
     De motor wordt met een ster-driehoek schakelaar gestart. De gevolgen zijn dat een kleinere veiligheid gekozen       wordt, en dat door de kleinere stroom een kleinere kabel geselekteerd wordt. Het programma gaat ervan uit       dater 2 kabels gelegd worden. De opgegeven kabel_prijs en kabel_energieverliesberekening houden hiermee rekening.        (Ia= 2,5xIn)
-    Softstarter:
     De softstarter is verondersteld niet kortsluitvast te zijn. (Ia= 3xIn)
-    Frequentie-omvormer:
     Thermisch wordt de kabel uitgelegd met een iets hogere nominale stroom. Als kabel_type wordt 3fase+as default       geselecteerd. De frequentie-omvormer is kortsluitvast verondersteld.
-    Smoorspoel:
     In de hoofdstroomleiders wordt een smoorspoel met een dusdanig impedantie dat de aanloopstroom wordt verlaagd.       Na enkele seconden na starten, middels een extra magneetschakelaar de spoel overbruggen. Hetkabel_berekeningsprogramma       checkt het spanningsverlies over de kabel tijdens het aanlopen. Bij overschrijden zal het programma een dikkere       kabel selekteren en dit melden met: "dU > 15%".

Aanloopkoppel in tabelvorm:
     Type                   aanloopstroom     aanloopkoppel
     Kortsluitmotor              4 - 7           1 - 1,5  
     idem ster-d                 1,3 - 2,5       0,3 - 0,5 
     idem statorweerstand        1,3 - 2         0,3 - 0,4 
     idem aanlooptrafo           1 - 1,5         0,25 - 0,4 
     idem freq.omvormer          1 - 1,5         1 - 1,5   
     sleepringmotor              2 - 2,5         2 - 2,5   

Omgevingstemperatuur
Het nominale as-vermogen geldt bij 40øC. Bij hogere omgevingstemperatuur neemt het toegestane asvermogen af met 10% per 10K. Zie temperatuur.


Isolatieklasse
Een motor heeft de volgende isolatieklassen volgens IEC publicatie 85:
B   temperatuur van de isolatie maximaal 130øC.
?   temperatuur van de isolatie maximaal 155øC.
F   temperatuur van de isolatie maximaal 180øC.
Standaard is B voor enkeltoeren, F voor 2 toeren. Uitgegaan wordt van een maximum omgevingstemperatuur 40øC. De temperatuurstijging mag maximum 80 øC zijn. Motoren boven de 40øC omgevingstemperatuur moeten gede-ratedworden. (Zie tevens deraten bij transformator). Voor maximale zekerheid kan men een moter selekteren op F, en bedrijven op B. Men gooit in dit geval geld weg, echter wanneer er een frequentie-omvormer wordt toegepast ishet wel zinvol.


1 Fase motor
Loopt niet zelf aan; hulppool toepassen.








Automaat

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Vermogens-automaat   Installatie-automaat   Stroombegrenzend   Beveiliging-aan-einde-kabel   Nuldoorgang   Energiebegrenzend   Schakelkast   Smeltveiligheid



Een schakelaar die de eigenschappen heeft van vermogens-schakelaar en en afhankelijk van het type de functie van lastscheider.

I^2*t
Dit is van belang voor de selektiviteit. Zie I2t.

Kleur van de bedieningshandle
Deze is rood bij ca 30kA, zwart bij 3 - 10 kA.

De magnetische instelling is als volgt
-    2 ... 4 x voor generatoren
-    3 ... 5 x voor transformatoren
-    8 ... 14 x voor motoren


Geschikt voor vaker afschakelen
E.e.a. volgens IEC-947-4-1 en VDE-0660 deel 102:

Deze normen kennen 2 soorten kortsluitstroom:
-    De praktische kortsluitstroom r
     Deze stroom is betrokken op de AC-3 waarde van de magneetschakelaar.
     In de praktijk blijkt dat de kortsluitstroom die optreedt vaak behoort bij een bepaalde grootte van de automaat.        Zo zal bijvoorbeeld een 16A automaat altijd samengaan met een kabel van ca.  30m lengte en doorsnede2,5mm2.        De kortsluitstroom die meestal optreedt is bij kortsluiting aan het einde van de kabel, en is dan dus ca.       1kA.  Deze 1kA is de stroom r.
     Hiermee ontstaat de volgende tabel:
Ie/AC3          r [kA] 
16  63  125  315  630  1000  -    De mogelijke kortsluitstroom Iq die in een installatie kan optreden
     Deze stroom wordt bepaald door de transformator en de daarachterliggend railsysteem. (Zie bij stroombegrenzend       )

De genoemde normen kennen bovendien de volgende type-indeling:
-    Type 1
     Bij dit type is het ontstaan van beschadiging aan de automaat toelaatbaar nadat deze is aangesproken.
-    Type 2
     Er ontstaat geen beschadiging na aanspreken t.g.v.  een kortsluiting of overbelasting.  Het is wel toegestaan       dat versmelten van kontakten optreedt, mits deze goed scheidbaar zijn.

In de praktijk blijkt de beste keuze te zijn type 1 bij stroom r, en type 2 bij stroom Iq.  Dit houdt in dat elke normale uitschakeling van de automaat goed gaat, echter als de automaat direkt op de klemmen wordtkortgesloten, moet je het vervangen.

Zie bij schakelkast voor gegevens over het inbouwen.








Backup-beveiliging

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Selektiviteit   Stroombegrenzend   Nuldoorgang



Verlagen van de kortsluitstroom.
Het doel van de backup-beveiliging is het mogelijk maken van een automaat met een relatief laag kortsluitvermogen, aan te kunnen sluiten op een railsysteem met een hoger kortsluitvermogen.
Als er 1 backup-beveiliging per automaat wordt toegepast, behoeft de backup-beveiliging niet selektief te zijn op de direkte automaat of motorbeveiligings-schakelaar.

Voorbeeld van een backup-beveiliging is het type PROLIM van ABB. Dit is een polymeer die bij te hoge stroom in verzadiging raakt en daardoor de kortsluitstroom vanaf 0.00 sec tot 6kA beperkt. Dit type is te leverbaar in 3grootten; 0, 36 en 63 A nominaal. De kortsluitstroom is 100 kA voor motor-starters, 35 kA voor distribution boards. (dit is hetzelfde apparaat, de ene keer volgens IEC-947-4-1, de laatste volgens IEC-947-2).








Bedieningsschakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juni 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Werkschakelaar   Noodschakelaar   Magneetschakelaar



Een schakelaar om delen van een installatie afzonderlijk te kunnen schakelen.

Eisen aan de bedieningsschakelaar
-    Geschikt voor de sterkste stroom die in de keten op kan treden.
-    Zodanig zijn geplaatst dat toevallige inschakeling door schokken of trillinmgen wordt voorkomen.
-    Enkelpolige schakelaars mogen niet in de nul zijn aangebracht.

Stopkontakten
Tot 16A mogen deze de functie van bedieningsschakelaar hebben.







Bescherming

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  MCT



code  1ste nr        2de nummer
--------------------------------------------------------
IP00  geen           geen bijzondere bescherming
bescherming
IP20  afstand houd-  geen bijzondere bescherming
den van ving-
ers
IP41  afstand houd-  geen schadelijke invloed van druip-
den van ge-    water
reedschap
IP43  afstand houd-  geen schadelijke invloed van regen-
den van ge-    water
reedschap
IP54  beschermd      beschermd tegen opspattend water
tegen stof
IP55  beschermd      beschermd tegen waterstralen
tegen stof
IP65  stofdicht      beschermd tegen waterstralen
IP67  stofdicht      beschermd tegen verblijf onder water
gedurende 30 minuten en 1 m diep
IP68  stofdicht      beschermd tegen verblijf onder water
gedurende de op te geven tijd en
diepte. In principe is onbeperkt >1m
diep toegestaan








Beveiliging

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Beveiliging-aan-einde-kabel   Smeltveiligheid   Automaat   Installatie-automaat



Hiermee wordt de kabel_beveiliging bedoeld, d.w.z. een zekering of automaat welke aan de voedende zijde van de kabel aangesloten wordt en waarvan de grootte (in Ampere) wordt bepaald door de belasting aan het uiteinde vande kabel.







Beveiliging-aan-einde-kabel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juli 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Een kabel kan zowel aan het eind als aan het begin worden beveiligd (NEN1010 473.1.1.2).  Echter aan het begin van de kabel moet er een beveiliging tegen kortsluiting van de kabel zijn.  De overbelastingsbeveiliging kanaan het einde van de kabel.  Als er thermistoren in de motorwikkelingen worden toegepast, kan de overbelastingsbeveiliging in de motorgroep (motorbeveiligings-schakelaar) dus vervallen.  Echter de kortsluitbeveiliging moetechter wel worden gehandhaafd!








Bliksem-inslag

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bliksem-beveiliging



De gemiddelde inslag frequentie in Nederland is 2 a 3 inslagen per km2.  Vastgesteld is 2,5.

Een gebouw dat lager is dan een ander gebouw in de nabijheid zal niet worden getroffen als de verbindingslijn van de nokken van beide gebouwen een helling heeft van 1:3.








Bliksem-beveiliging

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aardelektrode   Overspannings-beveiliging   Aardverspreidingsweerstand   Afscherming   Zone_indeling   Potentiaalvereffening



Bliksemafleider-installaties
Gebouwen worden van een bliksembeveiligingsinstallatie voorzien bestaande uit een net over het dak uitgevoerd in koper-leiders en met blokken ondersteund, en elektroden in de grond.
Stalen contrukties zoals slibsilo's op een betonnen fundering, krijgen een eigen elektrode. De construktie wordt met deze elektrode verbonden. Bij blikseminslag op de konstruktie, vloeit de spanning direkt weg naar aardezonder schade toe te brengen aan instrumenten etc die op de construktie aanwezig zijn.
De koperen leiders op het dak zijn min. 25 mm2, en bij grote gebouwen:
-    Opvangers uit elektrolytische koper 50 mm2, getordeerd en in gehele lengten aan te brengen om strakke aanleg       te verzekeren.
-    Opvang en afgaande leidingen uit elektrolytische halfzacht koper 38,50 mm2, buigstraal 20 cm.
-    Afstandhouders afh. v. e.e.a. 1m.
-    lengten van meer dan 25 m voorzien van een uitzettingsbrug ivm temperatuurwisselingen.
-    Montage tegen de muur met afstandhouders 5 mm vanaf de muur om storende schaduwwerking te voorkomen.
-    Op vlakke daken afstandhouders van beton of kunststof en met vloeibare rubber plakken.
-    In afgaande leidingen meetkoppelingen aanbrengen om metingen mogelijk te maken.  (bij meting de koppeling       verwijderen)
-    De afgaande leidingen bij invoer maaiveld voorzien van koperen beschermingsbuis, of RVS/Al/PVC hoekprofiel.
-    Aardelektrode 50 mm2.
De stromen t.g.v. bliksem kunnen tot 60 kA zijn. In verband met door en overslag dient potentiaalvereffening toegepast te worden.
Motoren die op een hoog punt op een gebouw staan, krijgen een galvanisch gescheiden spriet boven de motor uitstekend. Deze spriet maakt deel ui tvan de bliksenafleiderinstallatie.  De aarding van de motor enkel door devoedingskabel is onvoldoende, omdat bij blikseminslag tot gevolg heeft dat de aarding in de schakelkast in spanningsnivo fors stijgt en schade aanbrengt.  Bovendien kunnen de stromen tgv de bliksem inslag niet door een2,5mm2 kabelader.


De bliksem-beveiliging kent 5 klassen volgens de NEN1014:
-    LP1:
     Installatie van beperkte omvang, er is geen potentiaalvereffening aanwezig, objekten van beton of staal hebben       geen opvanginrichtingen.
-    LP2:
     De traditionele vorm van bliksem-beveiliging. Er is geen potentiaalvereffening aanwezig.
     Daken zijn als volgt beveiligd:
     .
     daken met mazen 20x20m.
     .
     daken waarin metaal is verwerkt, mazen van 10x20m.
     .
     hellende daken, opvanginrichting gebaseerd op een beschermingshoek van 60ø.
     .
     afgaande leidingen om de 20m.
-    LP3:
     Gelijk aan LP2, echter met potentiaalvereffening.
-    LP4:
     Gelijk aan LP2, echter met potentiaalvereffening, en de mazen zijn kleiner.


Zonering
Zie Zone_indeling.


Elektrode
Zie aardelektrode.


Aardverspreidingsweerstand
zie aardverspreidingsweerstand.


Enkele opmerkingen
Een woonhuis zonder bliksem-afleiderinstallatie is nauwelijks beschermt door huizen in de buurt.


Overspannings-beveiliging
Zie overspannings-beveiliging.


Kabels
Kabels boven de grond dienen van overspannings-beveiliging te worden voorzien. Kabels welke buiten het gebouw, maar over een metalen pipe-rack lopen hoeven niet van overspannings-beveiliging te worden voorzien volgens deliteratuur ! Kabels in de grond, tenminste 80 cm diep, en waarvan de afscherming aan weerszijden geaard is, behoeven niet van overspannings-beveiliging te worden voorzien, eveneens volgens de literatuur! In de praktijkblijkt dat een kabel welke in het vrije veld over meerdere km's lengte in de grond ligt, deze bij elke (elke!) bliksem in de buurt dusdanig beinvloed wordt dat de PLC in de schakelkast wordt ontregeld.
Kabels welke aan de uiteinden voorzien zijn van een overspannings-beveiliging mogen niet op een afstand kleiner dan 10cm van niet beveiligde kabels liggen!
Een andere afstandmaat voor niet afgeschermde kabels is 0,3 x lengte naast een andere kabel/10 [m]. Deze maat gaat ervanuit dat instraling tot op 0,3m mogelijk is, en geldig voor niet afgeschermde kabels.


Kabel_afscherming
Zie tevens bij afscherming.  Om spanningsverschillen, bij een blikseminslag, tussen een ‚‚nzijdig-geaarde mantel en een aardpunt ter plaatse van de niet geaarde zijde, te voorkomen dient de afscherming van de kabel aanweerszijden te worden geaard.


Aardingsnetwerk en bliksem-installatie koppelen
Zie aardelektrode.
Zie Potentiaalvereffening.


Periodieke controle:
Afhankelijk van de omstandigheden 1 per jaar tot 1 per 5 jaar uitvoeren. De inspectie houdt in dat gecontroleerd wordt of de installatie voldoet aan de NEN1010 en 1014. Tevens zal visuele kontrole plaats vinden. Hetvolgende dient gemeten te worden:
-    aardingsweerstand elektrode.
-    vervangingsweerstand daknet.
-    totale vervangingsweerstand.


Vaartuigen (NEN1014)
-    Stalen romp en stalen mast:
     als de mast en romp elektrisch goed verbonden zijn geen aanvullende maatregelen nemen. De antenne voorzien       van overspanningsbeveiliging.
-    Stalen romp en niet stalen mast:
     Vanaf het hoogste punt van de mast moet voorzien zijn van een geleider, 25 mm2 draad die met de romp is verbonden.       (doorsnede wanten totaal >25 mm2)-     Niet stalen romp:
     Alle metalen delen moeten middels een leiding met het water verbonden zijn. De verbinding moet ten minste 2       m in het water hangen en een doorsnede hebben van 35 mm2. In plaats van 2 m in het water kan ook 0,5 m2 koperen      plaat worden aangebracht.

Schepen in het dok moet met het metalen dok of aparte aardingssysteem zijn verbonden.




Normen
NEN1010.
NEN1014.








Blind-vermogen

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie vermogen.








Bouwstroom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Standaard is 250 A.

Steiger:
Een steiger waarop elektrisch gereedschap wordt gebruikt dient met ten minste 25mm2 te worden geaard. Het gereedschap dient middels een aardlek te worden gevoed van 500mA. Aangezien het een een nauwe ruimte is, dient eenVZ keten te worden toegepast. Als dat niet kan dan een aardlek toepassen van 30mA.








Buitendiameter

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :








Buigstraal

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :








Capaciteit

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


zie parasitaire-capaciteit.








Cadweld

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kathodische-bescherming   Aarding



Een merknaam. Leverancier van aardingsmateriaal. O.a. van aardelektrode, stekverbindingen, lasverbindingen van koperdraad op metalen gebouwkonstrukties, kathodische bescherming etc. Levert ook busbars.

Cadweld-plaat
Een plaat die ingestort worden in een betonnen wand, en wordt verbonden met het doorgelaste beton-ijzer.  De aardingsinstalatie kan ermee worden verbonden; de cadweldplaat wordt gekoppeld met de centrale aardrail in hetgebouw. Hoogte van de plaat boven de vloer ca. 0,5 meter.








Cascade-omzetter

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Dient om een asynchrone motor in toeren te regelen bij vermogens tot 7MW.  De motor moet uitgevoerd zijn als sleepringanker met weerstandaanloopregeling.  In het onderste gedeelte van het regelbereik worden de sleepringenafgeschakeld en wordt op de rotor een spanning opgedrukt opgewekt door een frequentie-omvormer.








Common-mode

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Veronderstel een meetsignaal 0 - 10 V dat is aangesloten op een versterker.
Een gode meetversterker heeft voor dit signaal 2 aparte versterkers nl.  1 voor de min (0V), en 1 voor de plus  (10V).  De achtergrond hiervan is dat de 0V nooit echt 0V is omdat er stromen via de aardlussen lopen. De 0Vdient dus apart te worden versterkt. Een goede versterker is opgebouwd als differential versterker, d.w.z.  de verterker versterkt het verschil tussen de 0 en de 10V.

Common mode stromen vloeien door alle geleiders in dezelfde richting. Zowel de 10V leider als de 0V leider hebben een ectra stroom(spanning).  Een versterker die alleen de 10V ingang versterkt meet dus niet juist. Eenversterker die het verschil versterkt doet het dus wel juist.  Een goede versterker is ongevoelig voor common mode invloeden.

De differenatial mode spanning is de verschilspanning.


Voor de common-mode spoel zie bij afscherming.







Compensator

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie harmonischen.







Condensator-batterij

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie cosinus-phi-batterij.








Contactor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie schakelaar.







Cosinus-phi

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie arbeidsfaktor.
Zie cosinus-phi-batterij.








Cosinus-phi-batterij

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Generator



Om de arbeidsfaktor te verbeteren. Toepassen omdat:
-    Het kW vermogen van een transformator te verhogen:
-    Omdat het energie bedrijf een minimale cosinus phi eist.
-    met tot doel de verliezen t.g.v. een hogere stroom te verlagen nl: P = 3 I^2*R waarin I de schijnbare stroom       is; door een blindstroom zal de schijnbare stroom toenemen.

Omdat er steeds vaker frequentie-omvormers worden toegepast (cosinus phi = 1) is het vaak niet nodig om een cosinus phi batterij toe te passen.


Grootte van de batterij in kVar
     Pq = Pq(gew.) - Pq(installatie)
waarin Pq het blind-vermogen is.
Om de grootte van de cosinus van de installatie te bepalen zie tevens bij frequentie-omvormer en bij arbeidsfaktor.


De capaciteit van de condensator
C =      Pq
-----------
2*pi*f*U*U

Meestal wordt de C uit meerdere (tot ca. 4) trappen samengesteld. Een regelaar kan dan aan de hand van de gemeten cosinus bepalen of de C vergroot moet worden door het bijschakelen van een trap. Door de trapgrootte slim tekiezen kunnen met 4 trappen meer stappen in de C worden gemaakt.


Resonantie
De condensator vormt samen met de induktie van de installatie een resonantiekring:
f =        1     
-------------- 
2*pi*sqrt(L*C) 
Bij een bepaalde freq. in combinatie met een L en een bepaalde C kan dus resonantie optreden. Dit is ongewenst en kan de batterij beschadigen. Hogere harmonischen kunnen dus de batterij beschadigen. Dit geldt voorgelijkrichters maar ook voor harmonischen afkomstig van toonfrequenties van openbare verlichting. (van de laatste; orde grootte 400 - 1600 Hz) Resonantie kan verstoring van deze toonfrequenties geven.

Resonantie kan worden onderdrukt door het toepassen van sperspoelen. Een andere methode is om bepaalde resonantiefrequenties uit te sluiten door een bepaalde stap van de batterij over te slaan.


Stuursignalen van nutsbedrijven  (parallel sperfilter)
Deze kunnen o.a.  de volgende frequenties hebben:  175, 180, 216 2/3, 283, 317, 383.3, 400, en 1350 Hz.  Voor de frequentie van 1350 Hz moet een sperfilter (parallel) worden aangebracht, voor de andere niet.


Hogere harmonischen  (serie smoorspoel)
Hogere harmonischen moeten worden onderdrukt middels smoorspoelen (in serie).  De hogere harmonischen kunnen afkomstig zijn van het net, of van de eigen installatie (bijv.  frequentie-omvormers, lasapparaten, softstartersetc.).
De smoorspoel dient een P-faktor van 7% te hebben (impedantie smoorspoel/impedantie condensator). Echter als er een stuurfrequentie van het nutsbedrijf is van 180 Hz, dan moet de smoorspoel een P-faktor hebben van 14%. (Smoorspoelen van 7% hebben een resonantie-frequentie van 189 Hz, hetgeen de stuurfrequentie van 180 Hz gaat verzwakken.  Smoorspoelen van 14% hebben een serie-resonantie van 133 Hz).


Generatorbedrijf
Zie bij generator.






CSD

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juli 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bescherming   PUR   MCT










Dahlander

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie twee-toeren.








Demping

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories



Zie afscherming.
Zie kortsluitstroom.








DOL

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Direkt On Line.
De motor wordt zonder aanloopvoorziening direkt ingeschakeld.








Doorslag

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Isolatieweerstand








Doorsnede-geleider

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  dec 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Voor de doorsnede van de aarde-leiders zie tevens bij aarding.
Voor de doorsnede van de nul-leiders zie tevens bij nul.

Geleiderdoorsneden volgens NEN-EN-60204.
type kabel 
1aderig  1aderig 2aderig 2aderig 3aderig 
geslagen massief afge-   niet-           
schermd afgesch         


Kabels:
Normaal             1        1,5     0,75   0,75    0,75 
idem onderhavig                                          
aan trillingen    1        -       1      1       1    
idem I<2 ampere     1        1,5     0,3    0,5     0,3  

Bedrading:
normaal             0,75     0,75    0,75   0,75    0,75 
idem I<2 ampere     0,2      0,2     0,2    0,2     0,2  
idem voor data      -        -       -      -       0,08 







Doorvoering

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  MCT   CSD   Bescherming   PUR








Een-aderige-kabel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juni 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Afscherming



Betreft laagspanningskabels:

Bij het leggen van enkeladerige kabels moet ervoor worden gezorgd dat de lengten precies gelijk zijn, en dat de onderlinge afstanden precies gelijk zijn.
Als de kabels naast elkaar worden gelegd, is de volgorde R1-S1-T1-T2-S2-R2 juist. De afstand tussen S1 en T1, S2 en T2, S1-T2, en tussen S2-T1 zijn gelijk.

Goede uitvoering zijn:
R1-S1-T1-T2-S2-R2

of
R1-S1-T1-T2-S2-R2
R1-S1-T1-T2-S2-R2

of
R1-S1-T1-PE-T2-S2-R2

Enkel-aderige afgeschermde kabels mogen maar aan 1 zijde worden ge-aard. Zie hiervoor bij afscherming.








Effektieve-waarde

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


De waarde van een signaal, bijv. een spanning, een stroom etc, berekend door de integraal per sec., ofwel het oppervlak.
Een gewone meter meet de gemiddelde waarde van het signaal. De wijzer probeert de spanning te volgen. Bij een simpele meter is een omrekening aangebracht die de gemeten gemiddelde waarde weergeeft als de effektieve waarde.
Is het signaal echter niet exact sinus-vormig, dan klopt de omrekening niet meer. Men dient dan een effektieve-waarde meter te gebruiken. Bij het meten aan frequentie-omvormers is dat dus nodig.








Eindkontakt

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_lengte   Fail-safe



Mechanisch
Mechanische schakelaars geschikt voor 5 A om ivm lage kontaktdruk de vervuiling van de kontakten tegen te gaan.


Induktieve naderingschakelaar
Deze zijn in diverse uitvoering beschikbaar. I.v.m. standdaardisatie kies het volgende:
-    230VAC 2 draads
     In de schakelkast moet nu een hulprelais voor naar de 24V digitale ingang naar de PLC te worden gebracht. Zou       men een 3-draads kiezen dan kan het probleem optreden in afstemming tussen diverse aannemers van NPN of PNP      en het te schakelen relais in de schakelkast tussen de fase of de nul.
     3-Draads is altijd DC.
     Een 2 draads kan niet direkt op de PLC worden aangesloten i.v.m. de rustroom van de opnemer welke voldoende       is om een ingang van de pLC te aktiveren.
-    NO/NC, programmeerbaar.
     NO of NC is programmeerbaar.
-    Voorzien van led indikatie.
-    Schroefdraad met 1 (als bondig) of 2 contramoeten.
-    Bondig.
     Door de aannemer de keuze laten.
-    De schakelafstand is bij benadering evenredig met de diameter van de naderingsschakelaar.








Elektrische-ontlading

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Geeft spanningspieken van 5-16 kV. Kan optreden door personen welke een ge-aard chassis aanraken. Treedt op bij lage luchtvochtigheid. Elektische onderdelen (IC's) mogen daarom niet aangeraakt worden.







Elektrode

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aardelektrode








Energiebegrenzend

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juli 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Stroombegrenzend   Nuldoorgang   Backup-beveiliging   Selektiviteit



Een automaat kan energiebegrenzend zijn uitgevoerd.
Dit wil zeggen dat de automaat is voorzien van vlamboogdoof kamer. Bij een kortsluitng zal in de automaat de vlamboog niet pas doven bij de eerstvolgende nulpuntsdoorgang van de spanning maar eerder. De hoeveelheiddoorgelaten energie wordt daardoor kleiner. Is de doorgelaten vermogen bij een nulpuntonderbrekende automaat ongeveer 60% van de halve sinus, bij een energiebegrenzend e automaat is dit 30 a 40%. Hiermee wordenkortsluitstromen beheerst tot 6 a 10 kA, of met dubbele bluskamers tot 30 kA in 2 ms.


Gewone nulpuntsdoorgangsautomaat schakelt dus pas na 5 a 10 ms. Bij een automaat die energiebegrenzend is, wordt dit 2 ms.








Fail-safe

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Fault-tolerant   Eindkontakt



Eindkontakten afsluiter met open en dichtmelding:
Stand van de afsluiter    openkontakt    dichtkontakt
------------------------------------------------------   open                     gesloten         open
midden                    open            open
dicht                     open           gesloten

Eindkontakten afsluiter met alleen open of dichtmelding:
Stand van de afsluiter    met open        met dicht
melding         melding
------------------------------------------------------
open                      open          gesloten
midden                  gesloten        gesloten
dicht                   gesloten          open

Eindkontakten terugslagklep:
Stand van de afsluiter    met open        met dicht
melding         melding
-----------------------------------------------------
open                                      open
midden                                    open
dicht                                   gesloten






Faseuitval-relais

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Detekteert uitval van een fase. Een goed thermische relais op de magneetschakelaar van elke motor bewaakt ook (per motor dus) uitval van een fase.







Fasestroom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


De stroom (in een 3 fase draaistroomsysteem), door 1 leider.








Fasespanning

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Spanning











Flux

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie magnetisch.








Foutspanning

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  april 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aanraakspanning   Aanraakgevoelig   Potentiaalvereffening



Foutspanning
De spanning in geval van een isolatiedefect tussen een metalen gestel en een aardpunt, waarvan de potentiaal niet verandert als gevolg van dat defect (223.1).








Frequentie-omvormer

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Thyristor   Werking-van-de-FO   Geluidsproduktie   Transformator   Parasitaire-capaciteit   Vermogen   Subsidie   Afscherming   RFI-filter   Selektiviteit   Harmonischen   Stroom-transformator   Warmteverlies



Afgekort FO.

Selekteren
Uitgangspunt is het gewenst koppel op de as van de motor. Hierbij dient de aanloopsituatie EN de statische situatie te worden beoordeeld. De statische situatie dient bij meerdere toerentallen te worden beoordeeld. (Zie ookonder toerenbereik)
Voor de aanloop kan rekening worden gehouden met een boost van 1,5x (of 1,2 resp. 1,8x) het nominale koppel.  Bij aanloop dient gerekend te worden met het feit dan de motor slechts 80% van het koppel kan leveren. Echterhet startkoppel kan juist weer 1,2 resp. 1,5 a 1,8x groter zijn (boost); T:=T/0,8/1,8
Uit het gewenste koppel tijdens nominaal bedrijf, 50% en bijv. 10% van het nominale toerental, dient het vermogen in [kW] te worden bepaald; P=2*pi*f*T
Dit vermogen moet nog worden verhoogd met de kabel_verliezen. Deze zijn ca 2 tot 5%.  Uit dit vermogen en de netspanning volgt de stroom.  De stroom bepaalt uiteindelijk de grootte van de FO. (De spanning is bij de moderneFO 400VAC; Zie onder spanningsdaling 1 waarom er spanningsdaling optreedt!)


Aanloopstroom
Deze is 1,2x, 1,5x of 1,8 de nominale stroom, x1,1 x de nominale stroom t.g.v. de hogere harmonischen; is x2.
Bij een motor direct-on-line is de aaanloopstroom van een motor 6x, hetgeen een aanloopkoppel oplevert van 1,5 tot 2x. Bij een FO-geregelde motor is het aanloopkoppel 1,2 1,5 of 1,8 x het nominale koppel.
Opgemerkt wordt dat de genoemde stroom de motorstroom is. De stroom vanaf het net naar de FO toe is tijdens aanloop 1x de nominaal stroom.
De faktor aanloopkoppel wordt mede bepaald door de FO. een kleine FO is standaard vaak 1,2x en mogelijk 1,5x. De grotere FO's vanaf 2 kW hebben ook de mogelijkheid tot 1,8x afhankelijk van fabrikaat en type.
Algemeen kan men zeggen dat een FO geregelde motor een lager aanloopkoppel heeft dan een DOL.
Let erop dat als de motorkabellengte groter wordt dan bijvoorbeeld 50m, het aanloopkoppel kleiner wordt als er geensmoorspoel wordt toegepast.
Voor maximaal aanloopkoppel wordt in de FO de I^2R compensatie opgeschroefd.
Zie tevens bij asynchrone-motor.
Let op dat een lange motorkabel de maximale aanloop beperkt. Door de capacitaire stroom is de totaal stroom die door de thyristoren lopen groter. Bij een aan grenzen gestelde maximum stroom is de nuttige aanloop stroom duskleiner ten koste van een grotere capacitaire stroom in de kabel. Het toepassen bvan een smoorspoel kan de schade beperken; zie verder.


Deraten
Deraten van de motor is volgens de FO leveranciers niet meer nodig. Er dient theoretisch 2 a 3% gederated te worden. Zie verder onder toerenbereik.


Toerenbereik
T.g.v. de hogere harmonischen is er extra warmte belasting in de transformator, de kabel en de motor. Volgens de frequentie-omvormer leveranciers is derating van de motor niet meer nodig; echter zie hierna. Voor deratingvan kabel, de transformator etc. zie verder.
Als vuistregel van de FO + motor kan 25 - 200% (soms tot 400%/200Hz toe) worden aangehouden. Onder de 25% wordt het rendement van de motor zo laag dat zinvol bedrijf niet meer mogelijk is.
Het volgende geldt voor alle pooltype motoren:
-    <40hz
     Er dient gederated te worden in verband met de afnemende koeling, gelukkig neemt het koppel van de werktuigen       eveneens af bij lage toerentallen.  Er dient bijvoorkeur aanvullend koelvermogen te worden aangebracht.  Het      is zinvol te letten op het feit dat de motor een F isolatieklasse-motor heeft.  Bewaking middels een thermistor       in de motor is noodzakelijk.
-    40 tot 50Hz
     De motor dient theoretisch 2 a 3% gederated te worden.
     De motor kan nagenoeg het nominale koppel leveren.
-    >50Hz
     Derating is wel nodig, het koppel neemt af omdat de stroom af neemt, de FO kan de stroom niet meer compenseren       om bij toenemende Hz de spanning op te voeren. Het koppel neemt evenredig met de frequentie af, hetvermogen       in het kwadraat (tot de 3de macht?).

In tabel: (afnemend koppel bij andere toerentallen)
Hz         T/Tn 
0         -40%
10         -22%
20         -11%
30          -5%
40          -0%
50          -0%
60         -18%
80         -40%
100         -50%
Deze tabel dient met de koppel-toeren karakteristiek van het werktuig gematched te worden.
Daarnaast neemt het af te geven vermogen af bij een hogere omgevingstemperatuur van de FO;  Zie verder.


Omgevingstemperatuur
Het maximaal af te geven vermogen neemt af bij een hogere omgevingstemperatuur van de FO;  Boven de 40øC neemt per 10K het te leveren vermogen lineair af met 20%!  Let op dat als de FO vol wordt belast bij een hogereomgevingstemperatuur dan gaat hij stuk!


Hogere harmonischen en EMC
Hogere harmonische betreft tot 250 Hz. De 25ste harmonische is nagenoeg 0, hetgeen reeds bij 1250 Hz is. De schadelijkheid uit zich op vervorming op het openbare en het eigen net.
EMC betreft straling (emissie en gevoeligheid voor straling door derden) met frequenties boven 300 kHz.

Hogere harmonischen naar het net
Het betreft hier voor wat betreft de amplitude lage harmonischen. De 25ste harmonische is nagenoeg 0, hetgeen reeds bij 1250 Hz is. Er is afwijking in de spanning en de stroom.  Aangezien er nauwelijks sprake is van hogereharmonischen in het EMC gebied!, is het afschermen van de kabel niet nodig:
-    Spanning disturbance:
     Deze zijn relatief klein. De voltage disturbance is zonder netfilter 5%, met filter 3%. (Siemens 250 kW)
-    Stroom disturbance:
     De disturbance is tot 45% voor de 1ste harmonischen, met een RFI-filter 25%. (Siemens 250 kW). Omdat de arbeidsfaktor       1 is compenseert dit weer met 10 a 15%. De kabel wordt met I^2*t belast, dus heeft last van de hogereharmonischen.       Zie bij 'kabel_doorsnede'.
In de energiened-richtlijn is aangegeven hoe groot de harmonischen mogen zijn.
Zie verder bij transformator voor het bepalen van enkel of dubbele windingen, en voor invloed van de FO op de warmte belasting van de transformator.

Hogere harmonischen naar de motor
Een smoorspoel dempt de harmonischen in de motorkabel en is nodig bij langere kabel_lengte n, zie verder bij Parasitaire kabel_capaciteit en motorkabellengte.
Zie tevens bij 'kabel_doorsnede '; de kabel tussen FO en motor. Speciale aandacht verdient de afscherming. Een smoorspoel dempt de harmonischen. Zie bij verder hierna bij 'parasitaire capaciteiten'.

EMC naar het net
Een netfilter ( RFI-filter ) dient geplaatst te worden aan de voedende zijde om aan VDE-0875 kurve N en aan de norm EN-55011 (direkt onderdeel van de EMC-richtlijn) en de wettelijke eise EEG/87/308, te voldoen. VDE-0875kurve N en EEG/87/308 hebben een nagenoeg gelijk kurve stoorspanning uitgezet tegen de frequentie. In de EMC-richtlijn is EEG/89/336 opgenomen ipv 87/308. Let op dat bij 12 pulsige FO geen RFI-filter kan worden toegepast.

EMC naar de motor
Speciale aandacht verdient de afscherming.
De smoorspoel dempt tevens EMC.

Hogere harmonischen naar de transformator
Zie bij transformator.


Parasitaire kabel_capaciteit en motorkabellengte
Ten gevolge van de parasitsaire capaciteiten van de kabels heeft men bij frequentie-omvormers welke hogere harmonischen tot ca. 20 kHz produceren te maken met een stroom welke t.g.v. de parasitaire-capaciteit gaat lopen. Dit kan oplopen tot 10 amperes oplopen bij de grotere motorvermogens. Hierdoor kan beschadiging van de frequentie-omvormers optreden.
Door smoorspoelen toe te passen welke de leverancier van de FO voorschrijft worden deze capacitieve stromen voorkomen. Vanaf een bepaalde kabel_lengte (ca. 90m) is het toepassen van smoorspoelen noodzakelijk. Dit is nietom de radiostraling te beperking, maar enkel voor de capacitieve stroom.
ABB: Onder de 15 kW zijn smoorspoelen nodig, erboven niet tot ca. 300m.
Eldutronic: bij niet afgeschermde kabels dienen smoorspoelen aangebracht te worden bij lengten vanaf 50m, bij afgeschermde kabel vanaf 25m.
Elektroprojekt: In verband met de hogere harmonischen in combinatie met de capaciteiten van de kabel, mag de kabel_lengte maximaal 60m (richtlengte) zonder smoorspoel zijn, en ca. 110 m met smoorspoel. (opgaveElektroprojekt, in de praktijk zijn langere lengten momenteel in bedrijf) Bij hogere lengten dienen speciale dure voorzieningen te worden getroffen.
Zie tevens bij afscherming.


Kabel_doorsnede
-    Voedingskabel
     De kabel naar de FO.
     Deze dient tenminste uitgelegd te worden op de nominaalstroom +10% (volgens documentatie ABB +0%).  Zie hiervoor       bij 'harmonischen naar het net'.
     Het betreft hier het trajekt dat zich meestal in de schakelkast afspeelt.
     Tegenwoordig wordt het gebruikelijk om de FO in te bouwen in de motor. Dit heeft het voordeel dat er geen EMC        problemen zijn. De kabel wordt echter dus wel extra belast!
     Het toepassen van afgeschermde kabel is niet nodig.
-    Motorkabel
     Er dient rekening gehouden te worden met hogere harmonischen bij het toepassen van FO's, d.w.z. +10% bij het       bepalen van de thermische belasting van de kabel.  (+5% als er niet afgeschermde kabel wordt toegepast.
Bovendien wordt de motorkabel met 13% stroomtoename belast t.g.v.  de spanningsafname bij sommige FO's.  (Zie onder spanningsdaling 1). De kabel dient voorzien te zijn van afscherming bestaande uit koper folie.


Kabel_afscherming
-    Voedingskabel
     Het betreft hier harmonischen tot slechts ca. 1250 Hz (zie hiervoor bij 'harmonischen naar het net'). De voedingskabel       behoeft daarom niet afgeschermd te zijn, alhoewel ABB in de documentatie aangeeft dat, om aan EMC tekunnen       voldoen, de voedingskabel tevens afgschermd moet zijn.
-    Motorkabel
     De motorkabel dient aan weerszijden geaard te zijn. Om aan de EMC richtlijn te voldoen moet er kabel met goede       afscherming worden toegepast;  zie hiervoor bij afscherming.  De motor kabel kan als een soort antennefungeren.
     Bij een langere kabel (>50m) tussen motor en FO is de antennewerking van de voedingskabel groter. Een lange       motorkabel kan fungeren als een antenne, welke doorwerkt naar het voedende net.
-    Signaalkabels
     Signalenkabel dienen zoals aangegeven onder afscherming te worden aangesloten i.v.m. EMC.  Bij voorkeur uitvoeren       als STP.
     Signaalkabel welke niet tot de FO motorgroep behoren dienen op minimaal 30 cm afstand de FO te passeren, anders       een aluminium scherm plaatsen.


Beveiligingen
-    In de schakelkast in de voeding van de FO
     De grootte wordt bepaald door de aanloopstroom x1,8, en x1,1 t.g.v de hogere harmonischen; dus aanloopstroom       is In x 2. In de thermische belasting (de continue In) dient de beveiliging een stroom van 1,07xIn te kunnen      voeren in het geval er een afgeschermdende kabel wordt toegepast, en 1,03 als er een niet afgeschermde kabel       wordt toegepast, echter bij een arbeidsfaktor van 1,0 in plaats van de arbeidsfaktor van de motor van ca 0,88.
     Dit samen geeft dat de veiligheid kan worden uitgelegd op de nominaalstroom van de motor. (ABB adviseerd uit       te leggen op 1,1x de motorstroom voor trage zekeringen). De beveiliging bestaat bij voorkeur uit ultra-snelle      zekeringen om de ingangsgelijkrichter van de FO te beveiligen. LET OP: In de documentatie van de FO leveranciers       wordt meestal een voorstel gegeven voor als men een trage zekering wil toepassen. Echter de leverancier gaat      dan uit van een smeltveiligheid volgens gI uit de IEC-269, en bij een direkt aangedreven motor.
     Het toepassen van ultra snelle zekeringen is (1996) niet meer nodig daar deze vervangen zijn door elektronische       bewaking o.a.  voor de IGBT's.
-    In de FO
     Achter de tussenkring, maar voor de wisselrichter is in sommige fabrikaten in ultrasnelle zekeringen voorzien       (tot 1995, tegenwoordig is de beveiliging volledig elektronisch).
-    De motor
     De motor dient thermisch te worden beveiligd door thermistors in de wikkelingen of eventueel thermische relais       in de motorkabels. (manual Eldutronic).
-    Overspanning
     De voedende en de motorzijde zijn voorzien van overspannings-afleiders om spanningspieken t.g.v.  schakelhandelingen       op te vangen.
-    De elektronica van de FO schakelt af
     Eldutronic:
     .
     Om te voorkomen dat de FO te vaak tript; is de interne beveiliging niet maximaal gekozen.
     ABB Sami:
     .
     De overstroomtripgrens is gelegd bij 2,25xIn.
     .
     De stroomregelaargrens is vastgesteld bij 1,5xIn.
     .
      Onder-/overspanning bij 0,65/1,3xUn.
     .
     Tevens voorzien aardfoutbeveiliging.
     Siemens Elektroprojekt:
     .
     De kortsluitstroomafschakeling vind plaats bij 3,75xIn.


Elektronische start/stop ingang
Het start en stoppen dient middels de elektronische star/stop ingang uitgevoerd te worden. De stuurstroom en hoofdautomaat en, indien aanwezig, een stuurstroomschakelaar, dienen de FO onder spanning te zetten. Eeneventuele handbediening dient eveneens de elektronische start/stop ingang te schakelen.


Magneetschakelaar
Deze dient voor de FO de hoofdstroom te schakelen. Het schakelen van de motorkabel mag soms wel maar kan bij iets te snel achter elkaar schakelen, of op het verkeerde moment schakelen, leiden tot stuk gaan van de FO. Somszijn er magneetschakelaars in de FO voorzien. In de moderne FO's (ABB) kan er in de motorkabel worden geschakeld; de FO synchroniseerd.


Koppel
Bij toepassing voor ventilatoren dient konstant- koppel gekozen te worden. Dit is soms een optie, soms een ander type.
Bij de bestelling dient men te letten op het aanloop koppel en tijdsduur. De FO kan dit slechts korte tijd aan. Tevens erop letten dat een FO van een kW overeenkomstig de kW van de motor toch niet de juiste sterkte heeftomdat de motorstroom bij veel fabrikanten dan juist te klein is.


Ventilatie
De koeling van de schakelkast waar de FO in ingebouwd is, dient goed te zijn, daar de FO anders snel wordt overbelast. Boven de 40øC neemt per 10K het te leveren vermogen lineair af met 20%! Voor het berekenen van het wegte koelen vermogen dient uitgegaan te worden van 3% energie-verlies in de frequentie-omvormer, zie hiervoor tevens bij rendement_frequentie-omvormer.
Het direkt aanzuigen van buitenlucht naar de schakelkast met de FO mag niet i.v.m. vochtige lucht etc. Zie ventilatie.


Cos phi
-    Voedende zijde van de FO:
     De cos phi aan de is bij alle toerentallen nagenoeg 1.  Dit is bij 50 Hz.  Wordt met alle frequenties gerekend       dan is de arbeidsfaktor lager.
-    Afgaande (motor) zijde van de FO.
     De voeding is bij de moderne FO sinusvormig, en dus is de cos phi gelijk aan alsof er geen FO was.


Slipcompensatie
Deze vindt bij de meeste FO's automatisch plaats. Stel de slip van de motor is zonder FO 4%. Het toerental is dan 1500-4%=1440rpm. Als de FO nu het toerental gaat verlagen, dan blijft slip hetzelfde. Bij aansturing van deFO op 500 rpm is het toerental in werkelijkheid dus niet 500-4%=480, maar 500-60 = 440 rpm. Bij automatisch compensatie wordt dit dus gecompenseerd.
Bij synchrone of parallel geschakelde motor de slipcompensatie uitzetten.


Nauwkeurigheid toerental
Bij de moderne FO is de nauwkeurigheid van het toerental <1%, en de geavanceerde fo's (abb) of met tacho-opnemer 0,1%.


Houdkoppel
De moderne FO is voorzien van een houdkoppel.


Spanningsdaling 1
De werking van de FO is zo dat de 230VAC wordt gelijkgericht. De gelijkspanning wordt gelijk aan de top van de 230 wisselspanning; Udc=400/(«*sqrt(2))=566V. Tussen 0 en deze spanning wordt weer een wisselspanning gemaakt.
De effektieve-waarde hiervan is «*sqrt(2)*566/2=200 Vac. In plaats van 230VAC is de spanning dus slechts 200 VAC. De stroom wordt hierdoor dus evenredig groter om hetzelfde asvermogen op te nemen. De kabel moet op dezehogere stroom zijn uitgelegd; +13%.
Overigens oa. de FO van Danfoss corrigeert deze spanning.


Spanningsdaling 2
Bij toerentallen beneden het nominale toerental zal de spanning evenredig naar 0 met het toerental afnemen.
De magnetisatie van het blikpakket in de motor is begrensd. De stroom is dus eveneens begrensd. De stroom wordt bepaald door de Z =sqrt(R*R+X*X). Hierin is de R verwaarloosbaar is tov X. Echter X = 2*pi*f*L, ofwel destroom is evenredig met de frequentie. Om de stroom te begrenzen zal dus de spanning moeten afnemen. Daar zorgt de FO voor. Bij lage toerental is de R niet meer verwaarloosbaar, en wordt middels de IR compensatie despanning iets verhoogd.


Spanningsregeling
De frequentie-omvormer regelt de spanning. Op de duurdere frequentie-omvormers zijn er 3 mogelijkheden in te stellen (ABB, Siemens):
-    Lineair spanning/frequentie kenlijn.
     Toepasbaar voor synchrone en parallel geschakelde motoren.
-    Flux Current Control (FCC).
     De omvormer berekentvolgens een motormodel de benodigde spanning. Dit laat toe de motor voor de volle flux       in alle condities te regelen.
-    Kwadratische spanning/frequentie kenlijn.
     Toepasbaar voor pompen en ventilatoren.


Pulsgetal
De verhouding van de frequentie van de rimpel t.o.v. de netfrequentie. Dit is gelijk aan het aantal thyristoren of diodes dat gedurende 1 periode in geleiding komt.


Ex
Een EX motor welke middels een FO wordt gevoedt is niet meer Ex. Indien de FO in een explosie-veilige zone opgesteld moet worden, dan dient er een Ex-d omkasting worden aangebracht.


Stroombron invertor
Deze wordt tot 1 MW niet meer gebruikt.


Remmen
Remmen kan, maar terugleveren aan het net kan niet i.v.m. de diode ingangen. De regeling van de frequentie-regelaar houdt rekening met het optreden van dit oversynchrone toerental. De overtollige energie wordt in hetblikpakket van de motor gedissipeerd.
Optioneel kan vaak een rem-eenheid worden aangebracht. Als extra is bij vektormodulatie de mogelijkheid tot gelijkstroom remmen. De energie wordt opgeslagen in de rotor.


Pulsfrequentie
Instelbaar van 2,44 tot 16 kHz. Lagere frequentie geeftlagere verliezen.


Parallel
Het parallel schakelen van motoren mag.
Het parallel schakelen van FO's mag.


1 FO voor meerdere motoren
Door omschakeling van magneetschakelaars kan met 1 frequentie-omvormer meerdere motoren worden opgestart en naar maximum worden geregeld. Let wel dat bij terugname van een FO op een draaiende motor, een synchroniser dientte worden toegepast om te voorkomen dat er een piekstroom ontstaat van 6 a 8x de nominale stroom t.g.v. het in de pas trekken van de rotor. Overigens er zijn al FO's die bij bijkomen van de spanning eerste checken en dankeurig bijregelen.


Radiofrequente signalen
Zie 'kabels' hiervoor.


Rendement
Zie rendement_frequentie-omvormer.


Signalen van en naar de FO
-    Stroommeting
     De FO heeft eem stroomuitgang.  Het bereik hangt af van de ingesteld nominale kW.  (Eldutronic meet in werkelijkheid       het koppel)
     Zie tevens stroom-transformator.
-    Toerental instelling naar de FO
     Het minimum toerental wordt op de FO ingesteld.  De PLC stuurt 4-20mA naar de FO.  4 mA komt dan dus overeen       met het minimum toerental.  De overeenkomst is als volgt:
     .
     In de PLCsoftware is het bereik van 0-100%. (0-255)
     .
     Op de uitgang van de PLC, naar de FO; 4-20mA.
     .
     in de FO; 20-50Hz.  (20Hz wordt als minimum in de FO ingesteld als zijnde het minimum waarbij er juist geen       vloeistof meer wordt verpompt)
     .
     het toerental van de motoras; 600-1500 rpm.
-    Toerenmeetsignaal van de FO
     .
     De 4-20mA van de FO komt overeen met het in de FO ingestelde minimum toerental (=4mA) en 100Hz? (=20mA).


Normen waaraan de FO moet voldoen
-    CE-markering. Hierdoor is de EMC-richtlijn, en de daaruitvoortvloeiende normen tevens van toepassing.
-    VDE-0875 kurve N (radiostraling, FO bij 1 freq.bv2.9kHz)







Functionele-aarding

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie aarding.






FZ-keten

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie SELV.








Galvanische-scheiding

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  okt 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Overspannings-beveiliging



Doel van de galvanische scheider is om potentiaal verschillen in de meetkringen in een installatie te onderdrukken. Bij analoge signalen in combinatie met een symmetrische ingang van de omvormer, welke voldoende CMRR heeftis de galvanische scheider in principe niet nodig. In de praktijk worden er meestal meerdere (per 4 stuks bijv.) ingangen aan ‚‚n gezamelijke nul (de - ingang) gelegd. Als er in dit geval geen galvanische scheiders wordentoegepast en in de praktijk vervolgens potentialen blijken op te treden in de het aardpotentiaal, dan is de meting voltstrekt foutief geworden.

Galvanische scheiding heeft 2 uitvoering
-    Aktief
     De scheider werkt met hulpenergie.
-    Passief
     De scheider heeft geen hulpenergie nodig.
     Nadeel van de passieve scheider is dat er een weerstand extra in de 4-20mA meetleiding wordt toegevoegd. Als       een meetsignaal van 4-20mA belast mag worden met 500 ohm, en de scheider heeft 250 ohm, dan kan de meting       metnog slechts 1 apparaat (bijv. PLC ingang) worden belast. Had men er bijv. tijdelijk nog een schrijver aan       willen hangen dan is dat niet meer mogelijk.


Galvanische scheiding kan niet als overspannings-beveiliging worden gebruikt.








Gasontladingsbuis

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bliksem-beveiliging








Gauss

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie magnetisch.







Gelijkstroom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


DC verhoogd de magnetische afschakelstroom van automaten, en geeft een lager spanningsverlies in de kabel omdat de reaktantie nul is.








Gelijkstroommotor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


De rotorstroom wordt gevoed middels koolborstels en onderbroken sleepringendelen.

Deze is motor is regelbaar middels:
-    Regelbare weerstand in de ankerketen.
-    Regelbare weerstand in de rotorstroom.
-    Regeling van de rotorspanning middels de ward-leonard-regeling.







Geluidsproduktie

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Frequentie-omvormer:
De geluidsproduktie is afhankelijk van de frequentie, en tevens geldig voor de moderne flux-control frequentie-omvormers.
De geluidsproduktie is verder afhankelijk van de ingestelde pulsfrequentie. Hoe hoger de ingestelde frequentie, hoe hoger het rendement, hoe hoger de geluidsproduktie?
Geluidsproduktie:
bij uitsturing 10 Hz:  80 dBa
25      85
50      78
80      90
100     92
Om de geluidsproduktie omlaag te brengen kunnen geluidsfilters worden aangebracht. Deze bestaan uit een RC filter. Bij langere kabel_lengte n moet er speciaal aan worden gerekend door de leverancier. De C van de kabel moetnamelijk in rekening worden gebracht op de C van het filter.

Toegestaan in de arbowet is 80 dBa.








Generator

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Noodaggregaat   Harmonischen   Transformator   Frequentie-omvormer   Cosinus-phi-batterij



Selektie:
Voor de arbeidsfaktor van de gehele installatie dient 0,8 te worden aangehouden, ook als er frequentie-omvormers worden toegepast. Als de cos phi van de installatie bepaald is uit de van de gesommeerde kW en KVAr, danwordt de kVA als volgt berekend:
     cos = kW/kVAr       (de cos t.g.v. de installatie!)
     kVA = sqrt(kW^2+kVAr^2) * cos/0.8
en vervolgens van de installatie + de generator samen geeft cosinus phi = 0.8.
Bij het bepalen van de grootte van de generator dient het niet-lineaire vermogen dubbel! (x2) in rekening te worden gebracht. Wanneer een deel van het vermogen niet-linieair is, dan is het aandeel van dit nietlineaire-vermogen:
     Ptot * (1 + 0.5 * (Pfo/Ptot)^2)
De generator met een bepaalde kVA aanduiding is bij 1500 rpm en geeft het standby-vermogen aan. Dit vermogen mag 1 uur worden geleverd. Het kontinu leverbaar vermogen is minus 10% (prime).


Cosinus phi batterij
Als de generator in bedrijf is moet de batterij uit worden gezet. De generator regelt de cosinus phi naar 0.99 middels de veldstroomregelaar. Als de cosinus phi batterij daaroverheen regelt gaat het dus niet goed.


Regeling:
-    Elektrisch vermogen:
     Dit wordt geregeld door het toerental van de dieselmotor aan te passen. (Woodward)
-    Arbeidsfaktor:
     Deze wordt geregeld door de veldstroom te regelen.
-    Spanningsregeling:
     Er zijn 3 mogelijkheden nl:
     .
     Elektronisch
          Spanning wordt afgetakt van de generatorklemmen, en via een spanningstrafo en geregelde gelijkrichter       het veld van de generator gevoed.
     .
     Magnetisch
          Spanning wordt afgetakt van de generatorklemmen, en via een spanningstrafo en een stroom-transformator       en daarachter een gelijkrichter het veld van de generator aangesloten.  Door de luchtspleet van de spanningstrafo      en verder met een regelweerstand wordt de veldstroom geregeld.  De nauwkeurigheid is 5%, en klein regelbereik       en traag.
     .
     Combinatie van de 2 voorgaande.


Veld
De veldstroom kan opgewekt worden door:
-    een 2de hulpgenerator, middels v-snaren op dezelfde as.
-    aparte wikkelingen in de generator.
-    aan statische gelijkrichter.


Beveiliging
De vermogens-automaat dient magnetisch op 2 - 4 xInom te worden afgesteld.
Een methode van beveiliging is middels de veldstroom:
Kortsluitstroombeveiliging van de generatorstroom kan worden uitgevoerd door bij een te grote stroom, de veldstroom af te schakelen. Op deze wijze kan kortsluitstroombeveiliging worden uitgevoerd in plaats van eenvermogens-automaat.


Parallel
Dat kan. Ze generatoren dienen en na elkaar op het net te worden gesynchroniseerd. Voor het parallel schakelen is een parallelschakelapparaat nodig. Dit apparaat bepaald:
-    gelijke spanning.
-    gelijke Hz.
-    gelijke fase.
-    gelijke fasehoek.
De schakelaar die hiervoor gebruikt wordt, dient korter dan 250ms in te schakelen.


Synchroniseren
Middels een synchroniser kan de generator tegen het net worden gesynchroniseerd. Als input vergelijkt het apparaat de fase, frequentie en de amplitude. Er dienen voldoende metingen met als output, 4-20mA resp. 0-10V teworden aangebracht. Kosten van een synchroniser ca. Ÿ2000,-, exclusief de schakelaar zelf. Dit kan een motorbediende vermogens-automaat zijn.


Peak-shaving
Zie kWh.


Kortsluitstroom
Dynamisch ??
Statisch 3,2 x Inom.


Xd
Xd is de spanning gedeeld door wortel 3 en de kortsluitstroom. xd is de verhouding van Xd en de inwendige impedantie van de generator, orde grootte 20 - 200%.








Grafiek

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories





In het kabel_berekeningsprogramma :
Middels functietoets F7 kan de grafiek opgevraagd worden.

Geeft grafische presentatie weer van de karakteristieken van de veiligheid, de minimaal benodigde voorbeveiliging en van de optredende stroom bij een kortsluiting aan het uiteinde van de kabel. De maximale toegestane duurvan de kortsluiting is 5 sec. De grafiek geeft weer tussen 0.01 en 10sec.
De stroom Ik is de kortsluitstroom van de kabel, 'Ik einde (F)' is de stroom waarbij de veiligheid afschakeld. De werkelijke kortsluitstroom 'Ik einde (k)' is dan hoger.
Ik max is de maximaal optredende kortsluitstroom bij een kortsluiting tussen de fasen.

Let op: als er een instelbare thermische beveiliging is geselekteerd (bijv bestaande uit een thermisch-overbelastings-relais ) dan is de grafiek van de directe beveiliging hierop aangepast, en is dus niet meer de veiligheidzelf!! Het thermisch gedeelte van de karakteristiek is nu naar links tegen de nominaal stroom aan verschoven. In de berekeningen wordt de verschuiving niet meegenomen bij de selektiviteitsbepaling.








Harmonischen

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Cosinus-phi-batterij   CE-markering   Afscherming   Frequentie-omvormer   Transformator   Schakelkast



Met hogere harmonische harmonischen worden bedoeld de harmonischen tot ca. 250Hz op de stroom, niet te verwarren met de radio-frequente storing uit de EMC-richtlijn.


Door de volgende apparaten kunnen hogere harmonische worden opgewekt:
-    Frequentie-omvormers.
     Zie frequentie-omvormer.
-    Gewone TL-verlichting.
-    Hoogfrequent TL-verlichting.
-    Veelpulsige gelijkrichters.
     Een gelijkrichter zal een gelijkspanning opwekken welke een rimpel heeft. Deze rimpel veroorzaakte een rimpel       in de gelijkstroom. Aan de voedende zijde geeft dit een niet sinusvormige spanning.

Door deze hogere harmonischen worden de volgende elektrische delen extra zwaar belast:
-    De motor.
-    De kabel.
-    De beveiliging.
-    De transformator.

Hoger harmonischen versus EMC:
Dit zijn 2 aparte zaken. Hogere harmonische worden bijvoorbeeld opgewekt door gelijkrichters, zoals de ingang van een frequentie-omvormer, en beperkt zich tot de 25e harmonische van 50 Hz; ofwel 1250 Hz. EMC is boven 150kHz.  (zie de EMC-richtlijn, en aanbeveling-energiened)

De normen welk van toepassing zijn op frequentie-omvormers, zijn:
-    machine-richtlijn
-    Energiened-rchtlijn (Harmonischen tot 25 van de 50Hz)
-    IEC-1000-3-2:
-    EN50088-1 (FO ingesteld bij 1 spec. freq. bijv 2.9kHz)
-    EN50088-2 (alle freq.)
-    EN55022 Class A (FO ingesteld bij 1 specifieke freq.)
-    EN55022 Class B (alle freq.)
-    EN55014 (BS800)
-    VDE-0875 kurve N (radiostraling, FO bij 1 freq.bv2.9kHz)
-    VDE-0875 kurve G (radiostraling, alle freq.)
-    IEC-1000-2-
-    IEC-77A  (Zie bij IEC-1000-3-2)
-    IEC-1000-3-2

Normen welke betrekking hebben op de PLC:
-    VDE 0843     Elektromagnetische omgevoeligheid voor m&r en besturings-installaties.
-    IEC 801      idem
-    IEC-1000-4   idem
-    VDE-0838     Reaktiewerking in voedingsnetten.
-    VDE-0846     Meetinstrumenten voor beoordeling elektromagnetische ongevoeligheid.
-    VDE-0847     Meetmethoden voor beoordeling elektromagnetische ongevoeligheid.
-    VDE-0870     Begrippen EMC
-    VDE-0875     VDE bepaling voor radio-ontstoring van elektrische bedrijfsmiddelen en installaties.
-    EN 50081-1,2 EMC; algemene emissie norm
-    EN 50081-1,2 EMC; algemene immuniteits norm








Hogere-harmonischen

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie harmonischen.








I2t

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Selektiviteit



I^2*t.
Een automaat geeft een maximum I^2*t door tijdens afschakeling door het optreden van een kortsluiting. Het lager liggend orgaan (dichter naar de motor, bijv. de magneetschakelaar, thermisch relais etc.) moet hier tegenkunnen.
Tevens dient I^2*t te weinig te zijn voor de hoger liggende automaat; deze mag nl. in verband met selektiviteit niet afschakelen.  De fabrikanten geven grafieken voor deze I^2*t. Hierin is af te lezen dat bij een bepaaldeIk, die wordt bepaald door o.a. de kabel, en een afschakeltijd die wordt bepaald door de automaat, er een zekere I^2 *t doorgelaten wordt.  De I^2*t van de automaat moet dus kleiner zijn dan de I^2*t van de hoger liggende.







Inom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


zie stroom.







Inschakelstroom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie aanloopstroom.








Installatie-automaat

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Beveiliging-aan-einde-kabel   Motorbeveiligings-schakelaar   Nuldoorgang   Energiebegrenzend   Automaat



Identiek aan de vermogens-automaat echter bedoeld met een nominale stroom tot ca. 63 A. Te gebruiken in lichtverdelers, subgroepen in schakelkasten etc.


Kortsluitstroom van automaten
De fabrikant geeft bij zijn automaten een maximale kortsluitstroom op. Deze wordt, voor hetzelfde apparaat, opgegeven in 2 sterkten, nl. industrieel en utiliteit. De laatste waarde is fors lager. Zie hiervoor bij automaat.


Overige eigenschappen
-    Een installatie-automaat is limiterend (ABB). (wacht dus niet op de nuldoorgang).
-    De kA waarde wordt opgegeven in 2 grootten, zie hiervoor.
-    Tot 110V geschikt voor gelijkspanning.
-    Omgevingstemperatuur: -25 - +40øC, echter niet temperatuur gecompenseerd. (ABB: -25 - +55øC)
-    De installatie-automaat is in principe temperatuurgevoelig:
     .
     Coefficient: -5% per 10K.
     .
     Bij tegenelkaar samenbouw; per extra automaat -3%, tot een maximum -25%.
     (Een motorbeveiligings-schakelaars is meestal wel temperatuur gecompenseerd)
-    Uitschakeling op overbelasting (thermisch, bimetaal) en overstroom (magnetisch).
-    Optioneel instelbare overbelasting.
-    Optioneel instelbare overstroombeveiliging.
-    Optioneel een aarlekbeveiliging. 30, 300 en 500mA.
-    Kortsluitstroom vanaf ca. 3 kA.
     Een automaat kan dus niet altijd rechtstreeks aan de hoofdrail van een laagspannings-verdeling worden gekoppeld.
-    Geen tijn vertragende afschakeling.
-    Geen fase-uitval detektie.


Normen
montage op montagerail: EN-50022
Afmetingen: DIN-43880
Karakteristiek: BS-3871 VDE-00660
Specificaties: BS-3871 VDE-00641
aux kontakten:
          VDE-0106 voltage resistance
          IEC-337-1, VDE-0660 deel 200








Installateur

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juni 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Wcd



De REI 1994 (Regeling voor erkenning van Elektrotechnische Installateurs) is vastgesteld waarin oniderscheidt wordt gemaakt tussen de gewone erkende, en de erkenden stallateur met gecertificeerd kwaliteitssysteem.
Het beleid heeft betrekking op installaties tot 3x80A. Dit geldt ook voor bestaande installaties!
De installateur is in beginsel aansprakelijk voor schade door fouten gemaakt bij de aanleg. De verbruikers van energie zullen er zelf op worden gewezen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van huninstallatie.

Bestaande installatie
-    Werkzaamheden behoeven niet te worden aangemeld, tenzij er een wijziging is van de aansluiting.
-    Verbruikers worden gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid.
-    Er wordt verbruikers geadviseerd gebruik te maken van een waarborg installateur, of in ieder geval een erkend       installateur.


Waarborginstallateur
Een installateur die beschikt over een kwaliteitssysteem dat voldoet aan de zgn waarborgcriteria. Een waarborg-installateur moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
-    Erkend volgens de regels van het REI. Dit houdt o.a. in het beschikken over een vestigingsvergunning, vakbekwaamheid,       beschikt over een omschreven outillage.
-    Beschikt over een certifikaat van een door de Raad van Accreditatie erkend instituut, waaruit blijkt dat zijn       kwaliteitssysteem voldoet aan:
     .
     NEN-ISO 9001 of
     .
     NEN-ISO 9002 of
     .
     NEN-ISO 9003
     De certificaten worden o.a. verstrekt door KEMA, KIWA, of GASTEC. Deze zijn erkend door de Raad van Accreditatie.
Tenminste 3 dagen voor het gereedkomen van het werk moet het energie bedrijf schriftelijk in kennis worden gesteld.


Erkend installateur
Deze installateur controleert zijn installatie aan de hand van de door de energiebedrijven opgesteld rapporten. Steekproefsgewijs controleert het energie-bedrijf de door erkende installateur gebouwde installatie.
Tenminste 3 dagen voor het gereedkomen van het werk moet het energie bedrijf schriftelijk in kennis worden gesteld.


Onbekende derde
In geval van kontrole door energiebedrijf worden de kosten in rekening gebracht bij de aanvrager (f100,- per uur )
Aanvraag
Een aanvraag tot levering van energie vergt de volgende aktiviteiten:
Waarborg      Erkend        Onbekende
installateur  installateur  derde
Indienen schemakaart of tek.             nee          nee          ja
Melding aanvang werkzaamheden            nee          nee          ja
Melding wegwerken van leidingen          nee          nee          ja
Gereedmelding                            ja           ja           ja
Beschikbaarhouden van tekeningen         nee          ja           nee
Opleveringsrapport                       nee          ja           nee

Leidraad controle elektrotechnische installatie t/m 3x80A
Overzicht:
0.1     Isolatieweerstand naar aarde >1000 xUn.
0.2     Aardlekschakelaars gecontroleerd op juiste waarde en werking.
0.3     Aardverspreidingsweerstand gemeten en in orde.
0.4     Beschermingskontakten van stopkontakten aangesloten en doorgemeten.
0.5a     Installatie in douche conform zone-indeling.
0.5b     Installatie in bijzondere ruimten uitgevoerd volgens voorschrift.
0.6     hoofd en aanvullende potentiaalvereffening gecontroleerd en in orde.
0.7     leidingberekening/doorsneden gecontroleerd en in orde.
0.8     Beveiligingen incl. selektiviteit gecontroleerd en in orde.

Algemeen:
1.1     Materiaal CE-merk, Kema of op andere wijze aangetoond dat het veilig is. (511)
1.2     Schema's en groepenverklaring. (514.5 en 553.5.2)
1.3     Meterkast/verdeelinrichting (NEN-2768)
     .
     onderverdeling/samenbouw. (510.3)
     .
     hoofdschakelaar. (537.1, 537.2)
     .
     coordinatie beveiligingsmiddelen. (536)
     .
     nominale stroomsterkte/spanning. (512)
1.4     Schakelmateriaal, juiste toepassing, uitvoering opbouw/inbouw, bevestiging. (510.1)

Beveiligingen:
2.1     Bescherming door automatische uitschakeling van de voeding. (413.1)
2.2     Beveiligingstoestellen tegen overstroom: (533.1)
     .
     overbelastingstroom. (533.2)
     .
     kortsluitstroom. (533.3)

Aardingsvoorzieningen:
3.1     Aardingsvoorzieningen. (541, 542.1)
3.2     Aardelektroden, leidingen en verbindingen. (542.2, 542.3 542.4)
3.3     Beschermingsleiding, doorsnede, keuze, betrouwbaarheid. (543.1, 543.2, 543.3)
3.4     Vereffening, overbrugging van watermeters e.d. (547)
3.5     Geen stopkontakten zonder en met beschermingskontakt in dezelfde ruimte. (555.1.2.1)
3.6     Beschermingskontakt aangesloten op de beschermingsleiding. (555.1.3)
3.7     Badruimte
     .
     centraal aardpunt. (727.1.2.2.4, 727.1.2.2.6)
     .
     wapening vloernet. (727.1.2.2.8)
     .
     vreemde geleidende delen. (727.1.2.2.3, 727.1.2.2.9)
     .
     doorsnede. (727.1.2.2.5)
3.8     Andere ruimten, benodigde voorzieningen getroffen. (711.2.1, 727.2.3)

Installatie:
4.1     Keuzemateriaal: (510.1)
     .
     kleurcodering (514.3)
     .
     toelaatbare stroom (523.1.1.2)
     .
     kerndoorsnede (524)
     .
     elektrische verbindingen (527.1 t/m 527.1.2)
     .
     toegankelijkheid (527.1.3)
     .
     draden in buis (529.2)
     .
     aardelschakelaar (532.2)
     .
     hoofdschakelaar (426.8, 526.9??)
4.2     Minimum aantal stopkontakten en lichtpunten. (tabel 55B)
     Die ook bij WCD.
4.3     Voorzieningen voor elektrische toestellen. (tabel 55C)
4.4     Verdeling (i.v.m. verlichting). (516)
4.5     Aardlekschakelaar. (711.2.2, 727.1.3.1.4)

Leidingaanleg:
5.1     Uitwendige invloeden. (521 e.v.)
5.2     Leidingberekening op:
     .
     kerndoorsnede (523, 524)
     .
     spanningsverlies (525)
     .
     overstroom (526)
     .
     kortsluitstroom (max. lengte) (434, 533.4)
     .
     aanraakspanning (413.1.1.3)
     .
     selektiviteit (536)







IP-waarde

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bescherming








Isolatieklasse-motor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie motor.








Isolatieweerstand

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_legtemperatuur   Kabel_grondkabel



Volgens NEN1010 lid 510.9 moet de isolatieweerstand in ohm gelijk zijn aan het duizendvoud van de getalswaarde van de nominale spanning in volt. Meting uit te voeren middels gelijkstroom bij ten minste de nominalebedrijfsspanning.

Bij de keuze vervangen/niet vervangen bij een kabel die bij nameten slecht blijkt te zijn, dient men er rekening mee te houden dat een doorslagplaats exponentioneel in de tijd slechter wordt.






Kabel_aluminium

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  feb 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :


Een aluminium kabel kan bij dezelfde doorsnede voor slechts 78% worden belast.







Kabel_EX

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  jan 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_signaalkabel   Kabel_aanduiding   Zone_indeling



In EX zone moet afgeschermde kabel worden toegepast. Zie hiervoor zone_indeling. Dit wordt geeist? omdat bij schade de 230 V spanning vonken kan verroorzaken. Is echter de elektrische installatie in de zone ia dan zou dekabel niet afgeschermd behoeven te zijn.







Kabel_aanduiding

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_signaalkabel



Zie tevens kabel_type voor communicatie-kabels.

In het kabel_berekeningsprogramma
Het kabel_type geeft aantal aders in de kabel weer. Voorbeeld: '3fase+N+as' is een 4 aderige afgeschermde kabel. (N=Nul, A=aarde, as=afgeschermd). nb: Een afgeschermde kabel (>25mm2) heeft invloed op de kortsluitlengte ende aanraakspanning.

Benaming:
GLPK           gearmeerde papierloodmantel, NEN 3172
VG-PLKod       gearmeerde papierloodmantel met oliedruk en met
vinyl buitenmantel.
EP-GSPL        met polyetheen beklede pijp waarin een gearmeerde
met staalband omwikkelde, met papier geisoleerde
drieloodmantelkabel met uitwendige gasdruk.
VG-YMvKrvasmb  gearmeerde vernet polyetheenader-vinylmantelkabel
met radiaalveld, met aardscherm, met aardscherm en
moeilijk brandbare vinylbuitenmantel.
VMvk           vinylader-vinylmantelkabel. NEN15013.
YMvKmb         vernet polyetheenader-vinylmantelkabel met
moeilijk brandbare mantel.
VO-YMvkas      omvlochten vernetpolyetheenader-vinylmantelkabel
met aardscherm, met vinylbuiten mantel.
VG-YMvkasmb    gearmeerde vernetpolyetheenader-vinylmantelkabel
met aardscherm, met moeilijk brandbare vinylbuiten mantel.

Normen
NEN-15013 : vinyl.
NEN-3620  : polyetheen.
NEN-3172  : gearmeerde papierlood.
IEC-364





Kabel_berekeningsprogramma

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Grafiek








Opstarten met .








Kabel_grondkabel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_trace   Kabel_legtemperatuur   Isolatieweerstand









Kabel_grondweerstand

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_grondkabel



De soortelijke warmteweerstand van de grond. Hoe droger de grond hoe hoger de weerstand en dus een ongunstigere situatie. Een ongunstige situatie kan optreden bij kabel_trace 's welke door de zon beschenen worden en tevensonder een overkapping liggen.

De NEN-1010 5e druk geeft aan dat als de grondweerstand (K*W/m) niet bekend is dan mag voor elke grond 2,5 worden gekozen. Dit leidt echter kan echter tot onnodig grote doorsneden leiden, tot x2 groter!
Als de grond maar enigszins vochtig is dan is 1 een betere waarde en zelfs 0,7 acceptabel (westen van Nederland ).








Kabel_diameter

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_dikte   Kabel_signaalkabel










Kabel_dikte

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_signaalkabel



Het programma geeft de buitendiameter van de kabel weer in mm. Er kan enige variatie in de weergegeven diameter zitten afhankelijk van de fabrikant. Voor de buigstraal kan men uitgaan van 7,5 x de buitendiameter, gemeten aan de binnenzijde van de bocht.








Kabel_energieverlies

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Warmteverlies



Uitgaande van de resultaten van het kabel_berekeningsprogramma blijkt het energieverlies evenredig te zijn met het spanningsverlies. Berekeningen aan de hand van het boekje van Holec blijkt het echter evenredig met hetspanningsverlies gedeeld door de arbeidsfaktor in het kwadraat.
Voor het energieverlies zie bij warmteverlies.








Kabel_goot

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Verzinkt   RVS   Kabel_trace   Kabel_legtemperatuur   Kabel_naast-elkaar



Leveranciers
Voor PVC              : fa. Alinco 080-788533
voor polyester        : fa v.Geel

Materiaal
Buiten thermische verzinkt toepassen.
Binnen sendzimir verzinkt, eventueel thermisch verzinkt, of als er erg slechte milieus zijn RVS of kunststof.
Kunststof heeft tot nadeel dat de banen kans op doorhangen hebben t.g.v. het gewicht van de kabels.


Vullingsgraad
Het aantal kabels in een goot wordt bepaald door de som van de kabeldoorsneden te nemen. De doorsnede van 1 kabel wordt bepaald als:  1,1 x D^2.  (D = diameter).
De som moet kleiner zijn dan de doorsnede van de goot.
Let op het maximum gewicht dat de goot kan hebben; pas eventueel het aantal pendels etc. aan.


norm
Nen-1275.








Kabel_in-EX-zone

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Zone_indeling









Kabel_legtemperatuur

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  jan. 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Isolatieweerstand   Kabel_grondkabel   Kabel_omgevingstemperatuur   Warmteverlies



Opgave Draka Hr. Bruinisse 970117;

YmvK en VmvK mogen worden gelegd onder de volgende kondities:
-    >5øC
-    >0 en <5øc mits voorzichtig gelegd.
-    <0øc mits gedurende 24 uur opgeslagen in een ruimte van 20 øc, en mits snel gelegd. hoe dikker de kabel des       te meer warmte opslag en hoe langer de verwerkingstijd is.

Wordt de kabel gelegd bij te lage temperatuur dan ontstaan er haarscheuren in de buitenmantel. Deze haarscheuren geven op de lange duur aanleiding voor het verlagen van de isolatieweerstand.

Probleem is de PVC mantel voor zowel YmvK als de VmvK. De XLPE aderisolatie is niet het probleem.

De NEN-1010 stelt geen eisen aan de temperatuur tijdens het leggen.








Kabel_legwijze

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  jan 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_legtemperatuur   Kabel_grondkabel   Isolatieweerstand









Kabel_lengte

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


De lengte wordt gebruikt voor de berekening van het spanningsverlies en voor het bepalen van de kortsluitlengte.

Bij schakelaars met lange kabels naar de schakelkast krijg je het probleem van vage schakelnivo's t.g.v.  de capaciteit van de kabel.  Dit kan worden opgelost door in de schakelkast een analoge naar digitaal grenswaardeschakelaar toe te passen.







Kabel_prijs

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories





In het kabel_berekeningsprogramma;
De prijs welke gegeven wordt is enkel de prijs van de kabel zonder leggen etc, maar met korting van 40%, vermenigvuldigt met aantal parallelle kabels. (ook voor ster-driehoek aanloop). Er wordt geen rekening gehouden meteen verkleinde nul op de prijs.

Voor het aansluiten worden de aansluitklemmen zelf niet in rekening gebracht, de montagetijd hiervoor wel. Mits de kabel langer is dan 5 meter wordt aangenomen dat de laatste 5 meter van de kabel in buis gelegd wordt. Debenodigde extra uren hiervoor worden verdisconteerd. Voor extra buis worden geen extra kosten opgenomen.

Voor wat betreft kortingspercentage dient men er mee rekening te houden dat op kan lopen tot wel 70%, afkankelijk van de concurentiepositie van de kabel_fabrikant en en de koperprijs.

De montagetijd is opgebouwd uit de tijd welke nodig is voor het leggen in kabel_goot, de laatste 5 meter voor het d.m.v. beugels bevestigen, en tevens het aansluiten aan weerszijden van de kabel.

Alle prijzen excl. BTW. De prijzen zijn de kostprijs. De toeslagen indirekte en overheadkosten dienen hierover nog te worden vermeerderd.








Kabel_omgevingstemperatuur

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Warmteverlies   Asynchrone-motor   Transformator   Kabel_legtemperatuur



Van de kabel.
Let op deze kan op bepaalde plaatsen in de zomer erg hoog worden. Denk bijvoorbeeld aan ingestorte kabels in de wand van betonnen tanks.








Kabel_trace

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_naast-elkaar   Isolatieweerstand   Kabel_legtemperatuur   Kabel_grondkabel



Praktische diepte
LS: 600mm diep.
MS: 1000 mm diep, geel lint erboven.


Waterleiding
Deze moet tenminste 80 cm diep in de grond ivm vorstgevaar. Bij gewone vorst dringt deze tot ca 40cm diepte in de grond.


Volgens de NEN-1010 5e druk dient een kabel in de grond ten minste 0,5 m diep te liggen, tenzij deze van goed mechanische bescherming is voorzien. De reduktie faktoren voor kabel_berekening gelden voor 0,7 m diepte.

In de grond moet afgeschermde kabel worden gebruikt tenzij: (NEN-1010)
-    Er mechanische beschermings is aangebracht;
-    of de kabel ligt in een goed bekend trace, op een industrie terrein waar er een aparte dienst voor aangewezen       is;
-    of kabels van het openbaar nutsbedrijf. (De NEN-1010 is hier niet van toepassing?)








Kabel_naast-elkaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bliksem-beveiliging



De onderlinge afstand is de afstand van de te berekenen kabel tot overige kabels. D de kabeldiameter, d is de vrije afstand tussen de kabels onderling.
Het aantal kabels met een afstand d tov D. Hierin is d is de diameter van de kabel, en D is de afstand tussen de kabels onderling.
Hoe dichter de kabels tegen elkaar, des te kleiner de thermische belastbaarheid.







Kabel_spanningsverlies

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Spanningsverlies   Warmteverlies   Kabel_energieverlies









Kabel_veroudering

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Isolatieweerstand








Karakteristieken

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Installatie-automaat   Vermogens-automaat   Smeltveiligheid



Zie installatie-automaat.
Zie vermogens-automaat.
Zie smeltveiligheid






Kathodische-bescherming

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aarding



Elektrochemische methode om stalen konstrukties, welke zich in water of in een bodem waarin bijna altijd water aanwezig is, te beschermen.

Principe
Stel 2 elektroden (1 van zink en 1 van ijzer) en deze hangen in een bak met water, dan zal er een stroom gaan lopen als de elektroden met elkaar worden verbonden.  In de vloeistof lopen de elektronen van de anode (zink)naar de kathode (ijzer).  De elektronen stroom is tegensgesteld aan de elektrische stroom. De zink elektrode wordt opgevreten, de ijzer elektrode niet.

Kathodische werking kan al optreden in een ijzeren pijp die aan plaatselijke temperatuurverschillen of spanningen onderhavig is.
Door een spanning aan te brengen van 0,6V tussen de ijzeren pijp en de opofferings-anode wordt de anode opgeofferd.

De kathodische bescherming kan nu op 2 manieren worden aangebracht nl:
-    Zonder externe spanningsbron:
     De anode wordt op enige afstand in de grond gestoken. Voor de anode kan o.a. zink, Al, Mg worden gebruikt.        De spanning welke opgewekt wordt tussen de anode en de kathode dient ten minste 0,6V te zijn.
-    Met externe spanningsbron:
     De anode wordt op enige afstand in de grond gestoken, en via de bron (gelijkspannig) met de kathode verbonden.        De spanning dient dusdanig te zijn dat er juist een stroom gaat lopen. Voor de anode kan o.a. slicium-gietijzer,       of geplatineerd titaan worden toegepast.








Kleurcodering

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juli 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Laagspannings-richtlijn   CE-markering   NEN-EN-60204



Afkorting van kleuren volgens IEC-757
Kleurcodering t.b.v. teksten van opschriften, tekeningen, markeringen etc. in elektrotechnische werken:
black             BK
brown             BN
red               RD
orange            OG
yellow            YE
green             GN
blue              BU
violet (purper)   VT
grey (slate)      GY
white             WH
pink              PK
gold              GD
turquoise         TQ
silver            SR
Green and yellow  GNYE

Adercodering volgens NEN-EN-60204
In de NEN-EN-60204-1 is een codering van aders vastgesteld. In aangekochte en voorbedrade toestellen behoeft de volgende kleurcodering niet te worden toegepast.
-Zwart:
Hoofdstroomketens, wissel en gelijkspanning.
-Rood:
Stuurstroomketens, wisselspanning.
-Blauw:
Stuurstroomketens, gelijkspanning.
-Oranje:
Stuurstroomketens voor vergrendeling met voeding vanuit externe bron.
-Groen-geel:
beschermingsleiding.
-Licht blauw:
nulleider.



Drukknop volgens NEN-EN-60204
-Rood:
Noodsituatie, bedienen bij gevaarlijke situatie.
-Geel:
Abnormaal, bedienen bij abnormale toestand.
-Groen:
Veilig, bedienen om een normale toestand tot stand te brengen.
-Blauw:
Gebod, bedienen in situaties waarin moet worden ingegrepen.
-Wit:
Neutraal, overige situaties.


Signaallampen volgens NEN-EN-60204
De volgende kleuren moeten worden toegepast, tenzij  tussen leverancier en gebruiker anders wordt overeengekomen.
-Rood:
Noodsituatie, gevaarlijke situatie.
-Geel:
Abnormaal, de situatie kan kritiek worden.
-Groen:
Normaal.
-Blauw:
Gebod, aanduiding waarin de operator moet handelen.
-Wit:
Neutraal, overige situaties.


Normen
-    NEN 1010   Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties", 5e druk, november 1996 (zie bepaling 411.1.1,       524.1 en bijlage NL8.553).
-    NEN-EN 60204-1   Veiligheid van machines, elektrische uitrusting van machines", 2e druk, februari 1995 (zie       bepaling 6.3.3, 14.6, 15.1.3 en 15.2).
-    NEN-EN 60439-1   Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen", 1e druk, mei 1991 (zie bepaling 7.4.3.1.7       en 7.6.5).
-    NEN 3093   Laagfrequentkabels, -draden en -snoeren; Kleuren van isolatie en mantels", 2e druk, september 1989       (zie bepaling 2.1).
-    NEN 2446   Aanduiding van ge‹soleerde en blanke elektrische leidingen door kleuren", 1e druk, december 1976       (zie bepaling 3, 4 en 5).
-    IEC 446   Identification of conductors by colors or numerals", 2e druk, januari 1989 (zie bepaling 3.1.1).
-    IEC 757   Code for designation of conductors", 1e druk 1983 (zie bepaling 3).








Kleurweergave

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie verlichting.







Klikson

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Thermistor



Een bimetaal.
Wordt vaak in onderwatermotoren toegepast.  Een klikson is goedkoper dan een thermistor omdat de thermistor tegen de wand van het pomphuis wordt geschroefd, en dus goedkoper is.








Klokgetal

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Transformator









Kontaktor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie schakelaar.







Koppel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Asynchrone-motor   Frequentie-omvormer



Het  vermogen P, en het koppel T versus het toerental van een last is als volgt:
-    P is konstant/T neemt kwadratisch af:
     Gereedschappen.
-    P neemt liniear toe/T is konstant:
     Hijswerktuigen, transportbanden, compressoren.
-    P neemt kwadratisch toe/T neemt lineair toe:
     Walsen, gereedschap machines.
-    P neemt tot de 3de macht toe/T neemt kwadratisch toe:
     Compressoren, ventilator, centrifugaalpompen, centrifuges.
Het verband tussen P en T is:  P=2*pi*f*T.

Zie bij asynchrone-motor.
Zie bij frequentie-omvormer onder:  selekteren en onder deraten.








Kortsluitspanningsdaling

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Spanningsdaling








Kortsluitstroom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Selektiviteit   Aanraakgevoelig   Stroombegrenzend   Laagspannings-verdeling   Nuldoorgang   Energiebegrenzend   Automaat



Hoofdrail:
De maximale toelaatbare kortsluitstroom op een hoofdrail wordt bepaald door de transformator en de kabel tussen de transformator en de rail. De maximale toelaatbare kortsluitstroom op een subrail wordt bepaald door dehoofdbeveiligings automaat, d.w.z. de afschakelstroom en de afschakeltijd ervan. Omdat deze nooit in 0,00001 sec. kan af schakelen is de kortsluitvastheid van de subrail hetzelfde als die van de hoofdrail, tenzij dezestroombegrenzend is uitgevoerd. Bij smeltveiligheden is dat anders; deze schakelen direkt. De afschakelstroom bij 3 ms (tijd-stroomgrafiek van de smeltveiligheid ) dient tevens de kortsluitstroom van de subrail te zijn.
Het verlagen van de toelaatbare kortsluitstroom van de subrail wordt eveneens verlaagd als er een kabel met enige lengte tussen de hoofd- en subrail zit. De weerstand van de kabel bepaalt de kortsluitstroom.
NB: het betreft hier de statische kortsluitstroom! (Ik).


Statische en dynamische kortsluitstroom
De dynamische ofwel de stootkortsluitstroom (Ik") heeft gedurende ca. 0,1 sec. een gelijkstroomcomponent.  De gelijkstroomcomponent neem met een e-macht af naar 0.
De dynamische kortsluitstroom is ca. 2,5x de statische kortsluitstroom (Ik"=2,5 x Ik).
Bij een vermogens-automaat (hoofdautomaat van een MCC), wordt daarnaast nog een piekstroom opgegeven die 1 sec. mag duren. Deze stroom is meestal ca. 75% van Ik.


Berekening statische en dynamische kortsluitstroom opgedrukt door 10kV transformator
De statische kortsluitstroom wordt bepaald door de spanning gedeeld door de som van de impedanties van de transformator, het netvermogen, kabel naar het MCC.  (Zie tevens bij stroombegrenzend ).  De berekening is alsvolgt:
Netvermogen:
Z(net)   = 1,1 * U*U/netvermogen    netvermogen in MVA
R        = 0,1 * Z 
X        = 0,995 * Z 
Transformator:
Z(trafo) = Uk /100% * U*U / Q          (Q in kVA)
R        = nullastverlies/Q * U*U/Q 
X        = SQRT (Z*Z - R*R) 
Kabel tussen transformator en MCC:
R        = kabel 
X        = kabel 
Uit de sommaties van de R en De X wordt Z berekend:
Z        = SQRT( R*R + X*X)
Hieruit volgt:
Ik       = U / sqrt(3) / Z 

De dynamische kortsluitstroom wordt dan:
Ik''     = 1,022 + 0,96899 * exp(-3,0301*R/X)

De Ik'' moet nog worden verhoogd met de terugwerking van de in bedrijf zijnde motoren:
Ik''     = Ik'' + I(nominaal) * 12   (zie tevens hierna)
NB: In de voorgaande formules dient voor de spanning U de nullast spanning te worden ingevuld. Het hangt ervan waarop de berekening worden uitgevoerd. Als op LS nivo de kortsluitstromen worden berekend, dient voor de U,420 V te worden ingevoerd. Wordt echter gerekend aan het openbare middenspanningsnet, dan dient 10kV te worden ingevuld.


2 Soorten kortsluitstroom
Zie bij automaat onder 'geschikt voor vaker afschakelen'.


Demping:
Door een kabel in de voeding naar een subrail wordt de maximale kA verlaagd.


Motor invloed tijdens kortsluiting
Bedoeld is hier de invloed op de maximale kortsluitstroom die op een door een transformator gevoede rail heerst.
Op het moment van optreden van kortsluitstroom zal de motor, ondanks dat het zelf geen magnetische veld kan opbouwen, een stroom leveren ter grootte van:
Ikm = U / (sqrt(3) * Xm)

waarin       Xm = 1 / (Ia/In) * U / (sqrt(3) * In)
In = de nominale motorstroom
Ia = de aanloopstroom
De duur van deze stroom is ca.  0,1 sec. en dient te worden opgeteld bij de kortsluitstroom die gaat lopen ten gevolge van de impedantie van de kortgesloten kabel.
De stootstroom die op kan treden t.g.v.  de motor:
Ism = xm * sqrt(2) * Ikm
xm  = ca. 1,4
Samengevat is de stootkortsluitstroomverhoging 12 x In (12 maal Inonimaal van de motoren).


Kortsluitstroom van automaten
De fabrikant geeft bij zijn automaten een maximale kortsluitstroom op. Deze wordt, voor hetzelfde apparaat, opgegeven in 2 sterkten, nl. industrieel en utiliteit. De laatste waarde is fors lager. Zie hiervoor bij automaat.







kW

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie vermogen





kWh

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


en kilowatt gedurende 1 uur. De prijs hiervoor kan nogal verschillen door de grootte en tijdstip van afname. Voor de kleingebruiker is de prijs ca. Ÿ 0,22, voor een grootgebruiker kan dit zakken tot Ÿ 0,09.

Peak-shaving:
Het energiebedrijf legt een 'boete' op als het kwartiergemiddelde boven een afgesproken waarde komt? Als men nu toch een generator heeft i.v.m. noodstroombedrijf is uitbreiding tot peak-shaving voor de hand liggend. Ditkwartiergemiddelde wordt berekend door elk kwartie van het uur te starten, en het vermogen te cumuleren. Als het gemiddelde dreigt een maximum te overschrijven moet de noodstroomgenerator worden gestart.








kWh-prijs

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie kWh.








Laagspannings-verdeling

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Vluchtweg   Stroombegrenzend   Kortsluitstroom   Automaat   Vermogens-automaat   Schakelkast   Warmteverlies




Uittrekbaar
Onder spanning en zonder aanvullende handelingen kan de lade worden uitgetrokken.
De unit kan alleen worden uitgetrokken als de hoofdstroomschakelaar of -automaat van de lade zelf in de 0 stand staat.
De kwaliteit van de connectoren is dusdanig dat er 100x getrokken mag worden.
Bij sommige fabrikaten kan de boel worden beschadigd wanneer de lade er scheef induwd wordt (ondanks deskundig personeel ). Een ander nadeel is dat er niet onder spanning kan worden gemeten. Er moet dan een extender wordengebruikt.


Semi-uittrekbaar
Het uittrekken van de lade kan alleen als er kabels worden losgeschroefd.


Niet uittrekbaar
Middels een deur zijn de componenten toegankelijk. De deur kan alleen worden geopend als de hoofdstroomschakelaar of -automaat van het compartiment in de 0 stand staat.


Kabelcompartiment
De breedte is bij voorkeur minimaal 300mm. Er dient voorzien te zijn in een vertikale aardstrip om de aardader van de kabels op te monteren.


Schilderen van de rails
Het zwart schilderen laat een tot 40% hogere thermische belasting toe.


Vertinnen van de rails
Indien er sprake is van H2S gas hebben sommigen de wens de strips te vertinnen of te vernikkelen. Het vertinnen is echter niet verstandig:
-    De functionele werking en kortsluitvastheid is identiek voor wel en niet vertinnen.
-    aantasting door H2S vreet na eerste aantasting niet verder.
-    Als de rails niet vertind is, en er vindt een uitbreiding plaats in het railsysteem, dan moet met een schuurpapier       er eerst de aantasting blankgeschuurd worden. Dit is echter geen probleem.
-    Bij een continue kontaktdruk gaat het tin vervloeien.
     De kontaktdruk neem dan dus af.
-    Visueel oogt het wel aardig.
-    minimale dikte: >6 micrometer.


Verschillen tussen diverse fabrikaten
Mits ze voldoen aan de normen en testcertificaat, en ondanks de toezeggingen van vertegenwoordigers zijn er geen verschillen. Dikte van beplating etc. is onzin. Bij de installatie wel letten op het voorzien van rubbers opdoorgezaagde en gestansde randen.


Vlamboogdoving
Een goed MCC heeft speciale kunstof hulpstukken op bepaalde onderlinge afstanden die een eventuele vlamboog doven. Door de Lorentz krachten gaat een vlamboog lopen. De kunststof hulpstukken verlengen de luchtafstand tussende rails waardoor de boog dooft. Een Rittal railsysteem heeft dit dus niet.


Kleur
RAL 7032:

Testcertificaat
KEMA Arnhem.


Kortsluitvermogen railsysteem
Zie stroombegrenzend voor informatie met verlagen van de kortsluitvastheid van het railsysteem.
Zie kortsluitstroom voor info betreffende de grote van kortsluitstromen waaraan de laagspanningsverdeling moet voldoen.
Dynamische kortsluitvastheid railsysteem:
F     = mu(o)/(2*pi) * (Is * Is) * l/r
waarin:
F     = de kracht tussen de rails [N]
mu(o) = de induktie constante (4 * pi * 1E-7 Vs/Am)
Is    = de stootkortsluitstroom [A]
l     = de lengte van de rails tussen 2 steunpunten [cm]
r     = de afstand tussen de geleiders [cm]

EMC
aangezien in een laagspanningsverdeling enkel conventionele onderdelen worden toegepast, valt een laagspanningsverdeling nier onder de EMC richtlijn.  (zie EN-60439, NEN EN 10269, en EN 60947).  Wel is de richtlijn vantoepassing als er frequentie-omvormers worden toegepast.  Wanneer deze echter worden ingebouwd conform inbouwvoorschriften van de leverancier, voldoet de laagspanningsverdeling aan de EMC-richtlijn.


Normen
IEC-298
IEC-439
EN-60439
VDE-0660 deel 500
BS-5486 deel 1
UTE-63-410








Lasdop

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  april 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Niet meer dan 5 draden in een lasdop.

Massiece kernen van 16mm2 of meer dienen van een kabelschoen te zijn voorzien.






Lastscheider

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie schakelaar.








Lastschakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie schakelaar.








Lichtkleur

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie verlichting.








Lijnspanning

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Spanning










Magneetschakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Motor   Werkschakelaar   Vrijloopdiode   Schakelaar   Bedieningsschakelaar   Noodschakelaar   Motorbeveiligings-schakelaar   Thermisch-overbelastings-relais   Scheidingstransformator



Een magneetschakelaar voldoet niet altijd aan de eisen van scheider.  Daarom mag in die gevallen de magneetschakelaar geen deel uitmaken van de werkschakelaar in de stuurstroom circuit, en dient er aanvullendevoorzieningen bijv.  in de vorm van een lastscheider in de nabijheid van de motor te worden aangebracht.


Spoelspanning
60Hz en 50Hz spoelen mogen niet door elkaar worden gebruikt.
Een 60Hz spoel moet 198V zijn om op 220V te kunnen gebruiken, anders is de aantrekkracht te laag zodat de kontakten inbranden.


EMC
Wanneer een stroom in een sterk induktieve stroomkring wordt onderbroken, ontstaat een hoge piekspanning: e = L di/dt.  Daarom moet de spoel van een magneetschakelaar worden ontstoort middels eens vrijloopdiode bij DCvoeding, en een RC kring bij AC voeding. (voor hoge frequenties vorm de C een kortsluiting)Fabrikanten geven aan dat als volgens deze voorschriften wordt gemonteerd, e.e.a.  voldoet aan de EMC richtlijn.


Inschakelen
Spanning
De spanning bij inschakelen moet voor AC liggen tussen 0,80 en 1,1 x. Bij AC en spoelen geschikt voor 50 en 60Hz tussen 0,85 en 1,1x.
Bij gelijkstroom 0,7 - 1,3 x.
Opmerking: In verband met de te verwachten spanningsdaling ten gevolge van de scheidingstransformator dienen:  De spoelen van de magneetschakelaars dienen bij een spanning van 176V nog betrouwbaar aan te trekken.
Let op dat er een spanningsverlies op de stuurstroomkabel naar de werkschakelaar is.
Stroom
bij aantrekken cos = 0,35 en bij houden cos = 0,25.
De inschakelstroom is ca. 6 - 17x de houdstroom.
(Bij 250kW magneetschakelaars is de inschakelstroom 17x (= 6A bij 230VAC). De stuurstroomautomaat mag bij 6A voor grote motoren dus zeker niet afschakelen. Een 1,6 A automaat met C karakteristiek, welke een kortsluitstroomvan 8A zeker niet afschakelt, voldoet dan dus)
In tabel:
Motorvermogen        10   22   110    250  [kW
houdvermogen         9    10   40     80   [VA] 
inschakel vermogen   67   100  550    1430 [VA] 
De lichtboogtijd bij AC en 690V, is orde grootte 10ms.
Zie tevens bij scheidingstransformator.

Spanningsdaling hoofdrail bij aanlopen motor
Let op dat bij grote direkt ingeschakelde motoren, er een stroom gaat lopen (tijdens aanloop) die dusdanig groot is dat er een spanningsdaling op gaat treden tgv spanningdaling in de transformator en een spanning over devoedingskabel tussen de 10kV transformator en de laagspanningsverdeling of voedingskabel van de schakelkast waarop de motor is aangesloten.
De spanningsdaling op de rail kan dusdanig zijn dat de aantrekkracht van de kontakten van de magneetschakelaar te weinig zijn zodat kontakten in branden (binnen enkele maanden zijn magneetschakelaars dan onbruikbaar).



Normen:
IEC-947-1:  general rules.
IEC-947-4-1: contactors end motorstarters.








Magneetventiel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Vrijloopdiode



De naamgeving van magneetventielen wordt bepaald door het aantal aansluitingen van het ventiel en het aantal schakelstanden. Zo heeft een 5-2 ventiel 5 aansluitingen (per schakelstand) en 2 schakelstanden.

De naamgeving van magneetventielen wordt bepaald door het aantal aansluitingen van het ventiel en het aantal schakelstanden. Zo heeft een 5-2 ventiel 5 aansluitingen (per schakelstand) en 2 schakelstanden.Denaamgeving van magneetventielen wordt bepaald door het aantal aansluitingen van het ventiel en het aantal schakelstanden. Zo heeft een 5-2 ventiel 5 aansluitingen (per schakelstand) en 2 schakelstanden.








Magnetisch

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories



H    veldsterkte
     = n*I/l [A/m]
phi     flux
     = mu*H*opp  [Wb]
B    magnetische induktie
     = phi/opp    [Wb/m2 = Tesla]
     of aantal krachtlijnen per oppervlakte.
n    aantal wikkelingen
mu     permeabiliteit
opp     oppervlak van de spoel
l    lengte van de spoel
I    stroom door de spoel

Vroeger:
- 1 Wb = 1e8 Maxwell
- 1 T = 1e4 Gauss








MCC

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Laagspannings-verdeling



Zie laagspannings-verdeling.








MCT

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bescherming   PUR   CSD



MCT Brattberg is een moduulsysteem van een specifieke fabrikant.
De MCT ramen zijn niet altijd waterdicht! Kabels dienen perse met pasta te worden ingesmeerd voor waterdichtheid !


Instorten van het raam
Ten behoeve van het instorten levert MCT piepschuim blokken welke enkel op maat gezaagd behoeven te worden ter grootte van de dikte van de wand.
De doorvoeringen zijn o.a. getest tot 6,5 atm continue, 16,3 atm explosiedruk, 120 min. brand, 40 jaar veroudering, koude -40øC incl. druk, etc.


MCT kent diverse type ramen

RGB
Een serie van rechthoekige ramen van hoekijzer om in te storten of in te metselen in wanden vloeren van bouwwerken. Het hoekijzer kan als volgt worden gekozen:  thermisch-verzinkt, zinkchromaat-primer, aluminium,roestvrijstaal.
De afmetingen, exclusief flensrand, zijn als volgt:
-    Een raam bestaat uit vakken.  Een vak is altijd 120mm breed, en leverbaar in 3 verschillende hoogte-maten       nl:  100, 160 en 220 mm.
-    De type-aanduiding is RGB-h1+h2xb.
     h1 is de hoogte van de onderste rij als type nl. 2, 4 of 6 waarbij 2 = 100mm, 4 = 160mm, en 6 = 220mm hoog.
     h2 is gelijk aan h1 maar dan voor een eventuele bovenste rij.
     b is de breedte in aantal vakken van 120mm breedte.
-    De afmetingen worden nu:
     .
     breedte = b x 120mm + (b-1) x 10mm
     .
     hoogte = h1(100, 160, of 220mm) + h2(110, 170, of 230mm)
     (nb: 2 vakken naast/boven elkaar worden gescheiden door een rand van 10mm)De diepte is altijd 60 mm, de flensrand       is eveneens 60 mm.
Daarnaast zijn er nog de ramen RGB-180 (voor kabels 100-140mm diameter, vakgrootte 180x220mm bxh) en RGB-240 (voor kabels 140-200mm diameter, vakgrootte 240x280mm bxh) bestaande uit hoekprofiel 120mm, en opgebouwd als 1vak, afmetingen exclusief flensbreedte (hoekprofiel).

RGBO
Idem aan RGB, echter met een afneembaar bovenstuk om te gebruiken waarin het raam rondom reeds gelegde kabels moet worden aangebracht.

RGP
Vervaardigd uit Tecrone, en bedoeld voor ronde, geboorde gaten in de muur. Door het aandraaien van 4 bouten wordt het rubber tegen de wand van het geboorde gat gedrukt.
Er zijn 4 afmetingen; nl. de binnenmaten van de te boren gaten:  RGP-50, RGP-100, RGP-150, RGP-200.  (de codes zijn de mm's)
RGPO
Idem aan RGP, met afneembaar deel.

RGG
Idem aan RGB, echter met afwijkende flens en bedoeld om als paar te worden gebruikt, 1 raam aan elke zijde van de wand.  Het raam is bedoeld de flens tegen de wand te schroeven.
De flens is steeds 120mm, voor het overige zijn de afmetingen gelijk aan RGB.  Bij de bestelling dient de wanddikte te worden opgegeven: 70 - 110 mm, 110 - 150 mm, of 150 - 190 mm.

RGGO
Idem, met afneembaar deel.

RGS
Idem aan RGB, echter met afwijkende flens en bedoeld om toe te passen in staalkonstrukties en te monteren middels laswerk.
De flens is steeds 20mm, voor het overige zijn de afmetingen gelijk aan RGB.

RGSO
Idem, met afneembaar deel.

RGT
Een RGB uitvoering als 1 vak, en voorzien van een flens in het midden van de muurwand. Afmetingen exclusief de flens van 60 mm:  60 x 100mm, 60 x 160 mm, of 60 x 220mm bxh (exc.  flens).

RGTO
Idem, met afneembaar deel.

Solas
Doorvoering door een stalen plaat middels een soort flens.

FLG
Gemaakt van lichtmetaal die door middel van schroeven samen wordt gebouwd.


Let op
Enkele-aderige kabels mogen niet per kabel door 1 raam.








Meggeren

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie isolatieweerstand.








Middenspanning

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Transformator-station   Transformator   Spanning








Montage-tijd

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_prijs









Montage-uren

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :








Motor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Magneetschakelaar   Werkschakelaar   Noodschakelaar   Motorbeveiligings-schakelaar   Thermisch-overbelastings-relais   Frequentie-omvormer   Softstarter   Wartel



Volgens de NEN-1010 dient de motor te worden beveiligd middels:
-    Een thermisch instelbare beveiliging, tenzij de motor wordt beveiligd door eindgroepen van ten hoogste 16A       (NEN1010 433.4a).
-    Eem werkschakelaar. (Zie magneetschakelaar ).


er zijn diverse type motoren: (red. nog toe te voegen)
- Zie serie-motor
- Zie shunt-motor

Isolatieklasse:
Zie asynchrone-motor.


Zie synchrone-motor.
Zie gelijkstroommotor.
Zie frequentie-omvormer.
Zie motorbeveiligings-schakelaar.
Voor de sleepringankermotor zie asynchrone-motor.








Motorbeveiligings-schakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Thermisch-overbelastings-relais   Automaat   Vermogens-automaat   Motor



Een automaat met instelbare overbelastingsbeveiliging (bimetaal) en speciaal voor de voeding van asynchrone motoren.


Voorzien van
-    Is temperatuur gecompenseerd tussen -25 en +40øC.
     (o.a. KM, ABB. Een installatie-automaat is over het algemeen niet temperatuur gecompenseerd).
-    Voorzien van fase-uitval detektie.
-    Is limiterend (bij ABB, wacht dus niet op de nuldoorgang).
-    Instelbare overbelastingsbeveiliging.
-    Geen instelbare overstroombeveiliging.
-    Kortsluitvermogen:
     Tot en met 6A geschikt voor onbeperkt afschakelvermogen.
     (t.g.v. de hoge inwendige weerstand van o.a. de magnetische afschakelspoel) Boven 6A  slechts tot 100 kA, vanaf       9A 50 kA. Er dient dan een hoge energie kontaktor te worden toegepast bij Klockner-Moeler type CL(onderdeel       van de PKZ).
     Bij ABB apart in de voeding van de motorbeveiligings-schakelaar een Pro Lim. (een soort PTC element die de       stroom in 2 ms beperkt.
-    Totale uitschakeltijd 7 ms, waarvan:
     .
     schakelduur 2 ms.
     .
     openingsvertraging 2 ms.
     De motorbeveiligings-automaat schakelt dus erg snel; veel sneller dan de grote vermogens-automaat.  Dit geeft       als een grote mate van selektiviteit. Echter: De motorbeveiligings-schakelaar van ABB schakelt direkt, die      van KM op nuldoorgang; ofwel worst-case 15ms later.
-    De tijd-stroom karakteristiek is meestal de verouderde K karakteristiek. Deze karaktersitiek verschilt per       fabrikant.  De magnetische afschakeling ligt meestal tussen 8x en 12x.
-    Optioneel, fabrikaat afhankelijk is een spoel t.b.v. een nulspannings-spoel leverbaar.
-    Beschermingsgraad IP20.  Als optie is een IP54 inbouw mogelijk.
-    In principe EX veilig.


Norm
Isolatiespanning: IEC-29201/VDE-0110 groep C/CSA-UL.
Beschermingsgraad: IEC-529/IEC-144/DIN-40050/NFC20010.








Natuurlijke-ventilatie

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juli 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Warmteverlies   Transformator-station



Transformator
Een transformator wordt over het algemeen middels natuurlijke ventilatie gekoeld. De koling is als volgt uitgevoerd:
-    Onder de vloer is een kruipruimte.
-    Middels een koekoek wordt lucht van buiten aangevoerd naar de kruipruimte. Dit betekenst dat er een luchtkoker       (meetsal gemetseld) is aangebracht die uitkomt boven maaiveld, en met cerbinding naar de kruipruimte.
-    De transformator staat boven een opening in de vloer.
-    Hoog in een wand is een afvoer luchtopening aangebracht.
-    De luchtstroom verplaatst zich via de koekoek, via de opening in de vloer, en langs de tranmsformator verlaat       de lucht de ruimte via de ventilatieopening in de wand.

De ventilatieopening voor de af te voeren lucht, in de muur dient te zijn:
          4,25xkVAxsqrt(6/(h-dT)
waarin:
          6 = de gangbare luchtweerstandsfaktor.
          h = hoogte tussen de in en uilaatopening.
          dt temp verschil tussen in en uitlaat.
Ofwel in tabelvorm:
Toevoer     Afvoer  
<400 kva    2 cm2/kva   2 cm2/kva
400 kVA     4000 cm2    2000 cm2
630         6000        3000
1000         9000        4500
1600        14000        7000
2000        17000        8500
2500        20000       10000
Worden er fabrikaat Jazo roosters toegepast, dan dient men er rekening mee te houden dat een dergelijk rooster een nuttige doorlaat heeft van ca.  30%.
De MS schakelruimte dient eveneens te worden geventileerd.








Netfilter

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie RFI-filter






Netvermogen

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Dit vermogen is nodig om de impedantie van de voedende kant van de trafo te bepalen. Het netvermogen dient door het energiebedrijf opgegeven te worden.








Netvervuiling

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Harmonischen   RFI-filter



Net vervuiling kan bestaan uit:
-    harmonischen tgv niet sinusvormige spanningen.
-    spanningspieken t.g.v. inschakelen van apparaten.

Een 12-pulsige frequentie-omvormer (FO) kan niet worden voorzien van een RFI filter, en voldoet daarmee niet aan de EMC-richtlijn. Een 12 pulsige FO is namelijk zwevend, en een RFI filter filter tov aarde.








Netwerk-stroomkabels

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories






Kabel_berekeningsprogramma:

Door Netwerk te kiezen uit het type berekening kan een kabel_berekening uitgevoerd worden op een stamkabel waarop tot maximaal 12 afgetakte kabels aangesloten zijn.

De gegevens welke in het hoofdscherm ingevuld zijn, zijn mede bepalend voor het netwerk. Denk hierbij aan type kabel, spanningsverlies, type berekening (motor of schakelkast) etc.

Een opgegeven vermogen als het type berekening 'motor' is, wordt door het programma omgezet in een standaar motorvermogen.

De hoofdkabel wordt thermisch uitgelegd op 1 doorsnede. Door het spanningsverlies zal de kabeldoorsnede van de hoofdkabel trajecten kunnen vari‰ren.

De hoofdzekering wordt bepaald door de som van de opgeven vermogens op de aftakkingen. Dit kan dus bij 1 grote motor en enkele kleine afgaande vermogens verkeerd zijn! De aftakkingen zijn uitgelegd op de veiligheid van hetbijbehorende apparaat aan het einde van de aftakking.


Spanningsverlies:
De verdeling van het spanningsverlies over de hoofdkabel en over de aftakkingen kan d.m.v. functietoets F3 opgegeven worden.

De lengten van de traject op hoofdkabel naar de laatste aftakkingen, en mits deze aftakkingen geen vermogen afgeven, worden op 0 m gesteld.
De verdeling van het spanningsverlies over het overgebleven deel van de hoofdkabel, wordt verdeeld op basis van de verhouding van het produkt stroomxlengte van dat kabeldeel t.o.v. de totale lengte van de hoofdkabel.
Hierdoor zal de gebruiker constateren dat de aderdoorsneden van de traject op de hoofdkabel, identiek worden (bij varierende lengten van hoofdkabelstukken) in het geval er geen vermogens vragende aftakkingen zijn.

Het programma houdt geen rekening met kortsluitlengte! Dit wordt mischien nog toegevoegd. In de meeste gevallen zal de kortsluitlengte niet van belang zijn t.g.v. de eis spanningsverlies.

Let op: Wanneer het een berekening betreft met lichtmasten aangesloten op een 3 fase kabelnet, dan zullen deze steeds op een fase en een nul aangesloten worden. Er loopt door de nul tussen 2 lantaarnpalen in dus een stroomdoor de nul. Het programma houdt bij de berekening van het spanningsverlies hiermee geen rekening.








Noodaggregaat

Auteur     :  j.W. Sandker
Datum      :  jan 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Generator



Een noodaggregaat in noodgevallen huren versus het bij de leverancier op stock houden voor op afroep huren is nagenoeg even duur.
Bovendien gelden dergelijke contracten niet in oorlogstijd.

Het verbruik aan diesel is ca. 216 gr/kWh-as.
Prijs brandstof 41 cent/liter (1990-1996).








Nooddouche

Auteur     :  E. Heinz
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Verlichting plensdouches en oogdouches.

De ANSI Z358.1-1990, American National Standard for Emergency and Shower Equipment' is een internationaal toonaangevende norm. Het normblad geeft een overzicht van de minimum eisen waaraan plensdouches en oogdouches moetenvoldoen.

In deze norm staat dat de directe omgeving van de plensdouches en oogdouches goed verlicht moet worden. De leverancier Groeneveld uit Dordrecht levert hiervoor een speciale groene signaleringslamp.

Voorbeeld bestekstekst voor de verlichting nabij de oogdouche:
Dag- en nacht markering van een nooddouche-installatie;
Nabij de plens/oogdouches dient een armatuur met een groen fluorescerende TL-lamp te worden gemonteerd. De armatuur dient d.m.v. een lokale aan/uit schakelaar te kunnen worden bediend. Het betreft de volgende locaties:
-   nader in te vullen


Eisen aan de armatuur
type:                              7373060  Groeneveld Dordrecht
lamp:                              20W TL kleur groen
Beschermingsklasse:      EEx d IIB-T6 IP55








Noodschakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Motor   Magneetschakelaar   Werkschakelaar   Bedieningsschakelaar   NEN-EN-418   NEN-EN-60204   Stuurstroomcircuit   Schakelaar



NEN-1010, art. 464 De noodstopschakelaar dient om een installatie uit bedrijf te nemen bij het op treden van gevaren. Het kan hierbij nodig zijn om energie toe te voeren.
Een noodschakelaar dient om een installatie af te schakelen bij het op treden van gevaren. Een noodschakelaar maakt alle actieve delen spanningsloos.

NEN-1010, art. 537.4een schakelaar die in de hoofdstroom zit, dient geschikt te zijn voor het nominaal vermogen. Een noodschakelaar behoeft dus niet in de hoofdstroom te zitten.

Een noodstop mag eenpolig uitgevoerd zijn. Indien de noodstop een magneetschakelaar schakelt die vervolgens de voeding afschakelen, dan dient de magneetschakelaar redundant te zijn uitgevoerd.


Lifelijn
-    Passief. Een stang over het water (beluchtingstank).
-    Aktief. Een draad over het water welke een trekschakelaar schakelt, welke de dubbelpolig de beluchter uitschakelt.


NEN-1010: Enkele eisen
-    Bij plaatsen waar plotselingen gevaren kunnen optreden moet een noodstop worden aangebracht.
-    De noodstop dient alle fasen en de nul af te schakelen om spannings en stroomloos te maken (NEN1010-464.1      ).  Een PEN behoeft niet te worden afgeschakeld.
     Let op; bedoeld is hier de hoofdstroom, niet de hulpstroomketen.
-    De noodschakelaar mag ook hulpstroomketens schekalen mits voldaan is aan de eisen van veiligheids-keten.
-    De noodschakelaar moet goed bereikbaar en herkenbaar zijn (464.6).
-    Indien de schakelaar in de hoofdstroom is opgenomen dient deze geschikt te zijn om de totale belastingsstroom       te kunnen schakelen.
-    Bij Bij gevaarlijke situaties dienen eventueel meerdere noodstops te worden aangebracht.


NEN-EN-60204: Enkele eisen
-    Op elke bedieningsplaats en werkplek waar een noodstop vereist kan zijn, dient een noodstop te worden aangebracht.
-    De kleur dient rood met indien aanwezig een gele achtergrond te zijn.
-    De noodstopschakelaar moet met de hand worden gereset, de installatie mag pas na een handmatige reset weer       in bedrijf gaan.
-    Uitvoering handpalm of paddestoelvormig.
-    In bepaalde gevallen mag de netscheider, met aangepaste kleuren, dienst doen als noodstopschakelaar.
-    De voeding moet worden onderbroken. Als dit via het afschakelen van een magneetschakelaar gebeurt moet er       gewaarborgd zijn dat er toch aktie volgt bij het verkleven van 1 magneetschakelaar; 2 magneetschakelaars dus.
-    Onderscheidt in categorie 0 en 1, zie hiervoor bij NEN-EN-60204.


NEN-EN-954: Enkele eisen
Deze norm geeft de risico kategorien weer. In kategorie 1 en 2 mag de nooschakelaar enkelpolig zin, in kategorie 3 dubbelpolig met 1 gezamelijk aansluitpunt, en kategorie 4 volledig dubbelpolig (+ en -).


Machine-richtlijn
-    Elke machine moet van 1 of meer noodstopinrichtingen zijn voorzien, tenzij het gevaar niet verminderd kan       worden door het toepassen van een noodstop.
     Een pomput met 1 pomp en een nivoschakelaar hoeft dus geen noodstop hebben omdat het gevaar er niet door kan       afnemen.
-    De noodstopinrichting moet duidelijk herkenbaar zijn.
-    Wegneembare beplating
     Deze moet voorzien zijn van schakelaars als de beplating eenvouding wegneembaar is. Is de afscherming niet       zonder speciaal gereedschap wegneembaar dan zijn beveiligingskontakten niet nodig.


NEN-EN-418:
De NEN-EN-418 geeft geen feitelijke aanvullende eisen meer.








Nul

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Tx-stelsel   Gelijkstroom   Schakelen-van-de-nul   PEN   Stuurstroomcircuit   Scheidingstransformator



Het sterpunt van het 3 fase spanningssysteem. Bij een symmetrische belasting loopt er door de nul geen stroom. Asymmetrie treedt op als er frequentie-omvormer s worden toegepast, of als er sprake is van TL-verlichting.
Asymmetrie treedt bovendien op als de TL-verlichting ongelijk verdeeld is, of als er veel 230VAC afnemers ongelijk over de 3x400 verdeeld zijn.
De nulleider is bij TL-verlichting zeker belast! Rekening mee houden in de kabel_berekening.


Beveiligen van de nul
Zie NEN1010-473.3.2. Een beveiliging in de nul moet aangebracht zijn als de doorsnede van de nul kleiner is dan die van de fase tenzij de nul tegen kortsluiting is beveiligd door de beveiligingen in de fasen, of als demaximale stroom die bij normaal bedrijf kan lopen kleiner is dan de toelaatbare stroom van deze leiding.
Volgens 462.1 moet een veilige scheiding tot stand worden gebracht in alle fasen, polen Šn de nul.
Een PEN wordt niet geschakeld.
Het schakelen is altijd van toepassing bij een TT-stelsel.
In een TN-C stelsel (PEN) wordt de nul niet geschakeld.
In een TN-S stelsel dient de nul te worden geschakeld tenzij de nul zonder schakelen aardpotentiaal behoudt.


Doorsnede van de nul
Deze moet gelijk zijn aan de fase-ader. Zie NEN1010-524. Bij een 3 fase-systeem met ader doorsnede >16 mm2, mag de nul kleiner zijn conform de volgende tabel, op voorwaarde dat er symmetrische belasting en de nul isbeveiligd tegen overstroom overeenkomstig 473.3.2; tabel 52T:

Fase         CU       Al 
<=16 mm2     *        *
25         25       25 
35         25       35 
50         25       35 
70         35       35 
95         50       50 
120         70       70 
150         70       70 
185         95       95 
240        120      120 
300        150      150 
400        185      185 
* is gelijk aan de fase-doorsnede.
Let op dat de kortsluitlengte toeneemt als er een verkleinde nul wordt toegepast!


Koppelen van de nul aan de aarde
Dit is afhanklijk van het TX-stelsel.  In een TN-CS stelsel mag je na het splitsen de nul en aarde niet meer koppelen volgende de NEN1010.  In een TN-S stelsel is het om dezelfde reden van ocerzichtelijkheid verstandigniet de koppelen. Een TT stelsel mag volgens het principe van TT niet worden gekoppeld.  Dit is niet met name in de NEN1010 genoemd, maar wordt ongetwijfeld door de energieleverende bedrijven wel geeist.


PEN
Als de nul en de aarde gecombineerd zijn spreekt men van een PEN. Bij een gescheiden nul en aarde dient de nul geschakeld te worden. Bij een PEN de nul niet schakelen.


Schakelen van de nul
Stroom      3fasen+nul           3fasen      fase+nul  2fasen
kring                                                          
Sn>= Sl      Sn L1 L2 L3 N   L1 L2 L3 N   L1 L2 L3    L1 N      L1 L2 
TN-C   F  F  F  -   F  F  F  -   n.v.t.      F  -      n.v.t.  
TN-S   F  F  F  -   F  F  F  F   F  F  F     F  -      F  F    
TT     F  F  F  -   F  F  F  F   F  F  F     F  -      F  F    
IT     F  F  F  -   F  F  F  F   F  F  F     F  F      F  F    
Waarin:
Sn nominale kerndoorsnede van de nul
Sl nominale kerndoorsnede van een fase
F betekent dat een beveiliginstoestel moet worden aangebracht.






Nuldoorgang

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juni 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Energiebegrenzend   Selektiviteit



Sommige beveiligingen schakelen na aanspreken t.g.v.  overstroom pas af na een nuldoorgang. Dit kan problemen geven met selektiviteit.  Het voordeel van schakelen op een nuldoorgang is dat er geen snelleinschakelverschijnselen kunnen optreden die bijv.  TL verlichting kunnen beschadigen als er op de top van de siunus wordt afgeschakeld.
Het voordeel van sommige solid-state relais is dat deze pas op de nuldoorgang schakelen.


Nulpunts-onderbreking
Een automaat kan nulpunt onderbrekend zijn uitgevoerd. In de praktijk houdt dit in dat de uitvoering eenvoudiger is.  De automaat schakelt een magnetische overstroom pas bij de eerstvolgende nuldoorgang van de spanning af.
De automaat heeft namelijk geen voorzieningen om een vlamboog te blussen.
Een automaat welke wel voorzien is van een bluskamer wordt als energiebegrenzend gekenmerkt. De selektiviteit wordt beter, en aan afgaande zijn (subverdelers) kan met een lager kortsluitvermogen worden gerekent.


Nulpunts-onderbreking en selektiviteit
Het nu volgende is van belang bij selektivteit tussen een smeltveiligheid als afgaande beveiliging, en een automaat als hoofd- of backupbeveiliging.
Het kabel_berekeningsprogramma rekent met de karakteristieken vanaf 0.01 sec.  Het programma neemt dus aan dat de karakteristiek van een automaat tot 0.01 sec horizontaal loopt.  Voor nulpuntsonderbrekende automaten kloptdit vrij goed.  Voor energie begrenzend e automaten en type groot vermogens-automaat is de afwijking groter.  Dit heeft tot gevolg dat het programma onterecht de selektieviteit beperkt.  De selektiviteitsgrens is voor denulpuntsonderbrekende automaat 1.25x groter, voor de begrenzende automaat 1.6x, en voor de groot vermogens-automaat 2.5x.







Nulspannings-beveiliging

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  maart 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Nulspannings-schakelaar   Nulstroom-schakelaar   Nuldoorgang



Een hoofd-automaat kan worden uitgevoerd met nulspannings-beveiliging. Dit houdt in dat bij een netspanningsuitval, de hoofdautomaat afschakelt, waardoor wordt voorkomen dat als de netspanning weer terug komt niet degehele installatie tegelijk in komt, hetgeen een grote stroompiek geeft.  In een goede industriele installatie wordt er echter door de besturings gechecked op netuitval, en wordt bij spanningsterugkeer gestaffeldgeherstart.
Eventueel nulspannings-beveiliging aanbrengen per motor.

Onder de nulspannings-spoel wordt verstaan de magneetschakelaar die steeds aangetrokken staat.








Nulspannings-schakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Nulspannings-beveiliging   Nulstroom-schakelaar



Schakelaar welke automatisch afschakelt bij te lage spanning, en niet weer inschakelt als de netspanning terugkeert. Het doel hiervan is om gelijktijdig van alle motoren te voorkomen.








Nulstroom-schakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Nulspannings-schakelaar   Nulspannings-beveiliging



Schakelaar welke automatisch afschakelt bij te lage stroom.








Onderlinge

Auteur     :  
Datum      :  J.W. Sandker
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :






Kabel_naast-elkaar

Auteur     :   @Ontsteekhoek
Datum      :  
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :






mei

Auteur     :   Zie frequentie-omvormer.
Datum      :  
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories







Overspannings-beveiliging

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bliksem-beveiliging   Afscherming   Galvanische-scheiding



Maatregelen kunnen zijn als volgt
-    Potentiaalvereffening.
     Alle delen worden met elkaar verbonden.
-    Overspanning-afleider:
     Zie verder hierna.
-    Afscherming.
     Zie afscherming.
-    Kabellayout.
     vermijden van lussen en beveiligde naast niet beveiligde kabels.


In de schakelkast opnemen
-    Een grofbeveiliging op de rail in de laagspanningsverdeling.
-    Een grofbeveiliging op de voedingskabel van de schakelkast.
-    Een middelbeveiliging op de klemmenstrook waarop alle naar buiten het gebouw gaande en komende laagspanningskabels       worden aangesloten.
-    Een fijnbeveiliging op de klemmenstrook waarop alle naar buiten het gebouw gaande en komende zwakstroomkabels       (<60 vac en dc) worden aangesloten.
-    Een fijnbeveiliging in de behuizing van meetinstrumenten in het veld..
Op driefasekabels, in elke fase een overspanningsbeveiliging (f900,-/stuk).


Er zijn in Nederland 3 stappen van beveiliging
-    Grofbeveiliging:
     Brengt de overspanning van vele kV terug naar 4000V. Deze dient aangebracht te worden op de voeding. Deze dient       bij een hogere spanning dan de fijnbeveiliging aan te spreken.  Het is meestal als gasontladingsbuisuitgevoerd.        Er op letten dat dat als de overspanning weer voorbij is de beveiliging eveneens weer 0 stroom gaat  voeren:
     De grofbeveiliging wordt aangebracht op de 400/230VAC rail van de hoofdverdeling.  Het is niet nodig deze toe       te passen op subverdelers die indezelfde ruimte staan als de hoofdverdeling.
     .
     geschikt te zijn voor ten minste een piekwaarde van de overspanning: 4 kV, 1.2/50 æs.
     .
     nominale afleidingsstootstroom: 60 kA, 8/20 æs.
     .
     Kortsluitvastheid 25 kA.
     .
     Afzekeren met ten minste 200 A gL. Tevens volgens art. 8.55.3.1.3 van de NEN1010 voorzien van een schakelaar?
     .
     Aanspreektijd <100 ns.
     .
     Bliksembeveiligingsklasse I volgens IEC-1024.
     .
     Bedrading aansluiten met ten minste 10 mm2.
-    Middelbeveiliging:
     Brengt de maximum spanning terug naar 1,5 kV.  Alle voedingen met uitzondering van de hoofdrail dienen van       een middelbeveiliging te worden voorzien. Alle apparaten dienen vervolgens tegen deze spanning kortstondig      beveiligd of bestand te zijn, eventueel door een fijnbeveiliging.
     De middelbeveiliging beveiligd tegen verwijderde blikseminslag.
     .
     Beschermingsnivo 1,5 kV.
     .
     Nominale afleidstroom 15 kA.
     .
     Kortsluitvastheid 25 kA.
     .
     Afzekeren met ten minste 125 A gL.
     .
     Aanspreektijd <25 ns.
-    Fijnbeveiliging:
     Brengt de overspanning van vele 1500V terug naar 230VAC of 24VAC of 48VDC.  Een buiten opgestelde sensor, dient       voorzien te zijn van een overspannings-beveiliging om deze te beschermen als er een inslag op de zuivering      is op een punt waar de kabel tussen de sensor en de schakelkast langs loopt (door de grond of over een pijpenrek      ).  De kabel dient aan weerszijden van de overspanningsbeveiliging te worden voorzien.  De fijnbeveiliging      wordt aangebracht op de 230VAC voedingen en op de meetsignalen.
     .
     beschermingsnivo moet zijn: <1,5*un als ( <=48vdc, <=24vac) en <2,0*un als ( >48VDC, >24VAC).
     .
     nominale stroom 1A.
     .
     nominale grensafleidstroom 10 kA.
     .
     Aanspreektijd <1 ns.


Van buiten komende kabels
De volgende van buiten komende kabels, in de schakelkast (MCC), wel/niet voorzien van een beveiliging op de klemmenstrook. Het betreft middelbeveiliging:
-    Motoren niet nodig.  Het betreft 3-fasen beveiligingen welke redelijk kostbaar zijn.  De delen in de schakelkast       en de motor bestaan uit conventionele onderdelen die makkelijk verkrijgbaar zijn.  De kosten wegen niettegen       mogelijke schade op, bovendien is hoofdrail in het MCC voorzien van een grove overspanningsbeviliging.
-    Instrumenten wel nodig.  Deze delen zijn kwetsbaarder, en niet binnen 24uur te verkrijgen.
en in het veld:
-    Motoren niet nodig.  Het betreft 3-fasen beveiligingen welke redelijk kostbaar zijn.
-    Instrumenten wel nodig.  In de sensorkop een fijnbeveiliging in bouwen.  Bij direkte inslag op het instrument       mag men er overigens vanuitgaan dat het instrumente stuk is.  De beveiliging heeft enkel tot doel om schade       t.g.v.  een inslag in de nabijheid van de kabel te voorkomen.


Afzekering van de overspanningsbeveiliging
De grofbeveiliging op een railsysteem wordt op de rail aangesloten via zekeringen.  De grootte van de zekering wordt bepaald door de te verwachten stootstroom in kA.  Gedurende deze stroompiek moet de zekering intactblijven;   bijv. 25 kA bij 0.01 sec geeft een zekering van 200A type gL.
Let op dat een dergelijke beveiliging het doorsmelten niet wordt opgemerkt, dit i.t.t.  een automaat.  Het voordeel van een automaat is dat deze pas afschakeld na ca. 0,01 sec.  Bij een korte stroompiek t.g.v.  bliksem zalde automaat dus niet aanspreken; kies 250A D automaat.
Middelbeveiliging afzekeren met 125 A gL.


Aansluiten overspanningsbeveiliging
De aansluitendraden moeten zeer kort zijn. Door de grote stromen kan er een groot spanningsverschil over de draden staan; 25 cm is de maximale lengte, met degelijk vastgeschroefde dradklemmen. De topspanning bij een 600 Vbeveiliging over de draden is dan 150 V. (dus beveiligd tot 750 ipv 600V) Als de toevoerdraden 2 m wordt dan loopt de spanning op tot 2,3 kV. De draden moten bovendien stijf tegen elkaar worden gelegd.


Kontakten
Kontakten van relais etc. dienen van een als of niet ingeboud RC netwerk te zijn voorzien.


Overspanningsbeveiligingen in serie
Deze mogen niet zonder meer in hoogfrequent coaxkabels worden toegepast in verband met de voor hoge frequenties grote impedantie.  Er moeten dan specile beveiligingen worden toegepast.  Tot 1 MHz in UTP is e.e.a.  geenprobleem.


Soorten overspanningsbegrenzers
-    Varistor (metaaloxide):
     Wordt gebruikt om overspanning tot een vermogen <0.5ws. worden toegepast omschakelpieken van relais etc. op       te vangen.  In laagspanningsinstallatie s dienen varistor te worden voorzien van een thermische beveiliging.
-    Breakoverdiode: (suppressordiode?)
     Slaat door bij hoge spanning. Heeft in vergelijking met de gasontladingsbuis een beperktere stroomdoorlaat.
     De suppressordiode reageert in ps, en heeft een hogere stroombelastbaarheid dan een zenerdiode.  Geschikt tot       1,5 W/ms.
-    Gasontladingsbuis:
     Gas Discharge Tube. Toepassing is specifiek bliksem-beveiliging (overspannings-beveiliging).  De stroom welke       het kan opvangen is 5-30 kA (50microsec) bij een vermogen van 200 Ws.  Spanningspieken van enkele kV worden      doorgelaten.  Het dient daarom voorzien te worden van een extra beveiliging, bijv.  zener.  Sinds kort zijn       er echter gas ontladingsbuizen welke reeds in 2 ns aanspreken.
     Eenmaal aangesproken daalt de spanning over de buis tot 20 a 30V. Spanningspieken worden beperkt tot 600 a       700V.  ER zijn uitvoeringen voor op de hoofdrail, en voor op signaalkabels op de klemmenstrook uitgevoerd       alsklem. Weidmuller levert dergelijke klem-overspanningsbeveiliging uitgevoerd met gasontladingsbuis en suppressor       en/of varistor ineengebouwd.
     Gasontladingsbuizen doven niet altijd uit zichzelf, daarom toepassen op hoofdrails etc.
-    Transzorb:
     Geeft voornamelijk overspanningbeveiliging voor MOS circuits in verband met de snelle reaktietijd.
     Er zijn 4 applicatie's:
     .
     Bliksem.
     .
     EMI.
     .
     statische elektriciteit.
     .
     EMP (nucleair).

In tabelvorm volgens NEN1014
soort                zener    suppressor  metaal    gas    
diode    diode       oxide     ontladings
varist.   buis   
U/I karakteristiek     asymmetrisch          symmetrisch   

beschermingsnivo     3-200V   6-190V      15V-2kV   650V-12kV
stootstroom          <0,2ka   <1ka        <75ka     <150ka  
energie-absorbtie    <0,05j   <1j         <1800j    <60j     
aanspreektijd        <25ns    <10ps       <25ns     afh.steilh








Parallel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Kabels
Het aantal kabels parallel wordt aangegeven met:
     parallel x aantal aders x doorsnede.
Het programma bepaalt zelf het aantal kabels parallel. Het is aan de gebruiker om middels functietoets F10 een extra kabel parallel te leggen om daarmee op dunnere kabels uit te komen. Dit legt makkelijker en is vaakgoedkoper.
Er wordt vanuit gegaan dat de kabels bij de aansluitpunten met elkaar verbonden zijn; dus geen aparte veiligheden.

Bij de kortsluitberekening wordt er rekening mee gehouden dat de kortsluiting halverwege de kabel op kan treden, en dan vanaf beide zijde stroom kan leveren (aan de zijde van bijv. de motor via de parallelle kabels).

Bij parallell wordt voor de kortsluitlengte bepaling uitgegaan van de nominale lengte. Worst case is dit een goede benadering ondanks sommige artikelen aangeven dat dit bij meerdere kabels parallel met een faktor 4vermenigvuldigd mag worden.

Motoren
Zie asynchrone-motor.


frequentie-omvormers
Zie bij frequentie-omvormer.

Softstarters
Zie bij softstarter.

Generatoren
Zie bij generator.








Parallelschakelapparaat

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie generator.







Parasitaire-capaciteit

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Elke kabel heeft parasitaire capaciteiten welke afhankelijk is van de kabel_lengte. De orde grootte is 100 nF/km.
Bij lengten >500m gaat dit een rol spelen bij stuurstroomcircuits, bij lengten >90m gaat dit een rol spelen bij het toepassen van frequentie-omvormer s.
Het kabel_berekeningsprogramma berekent de capaciteit uit de partiele capaciteiten. De spreiding in de partiele capaciteiten is 40%.
De berekende capaciteit is de bedrijfscapaciteit. De parti‰le capaciteiten zijn de parasitaire capaciteiten tussen de fasen, naar de aarde-ader, en naar de afscherming. De bedrijfscapaciteit is dus afhankelijk van hetaantal aders.


Frequentie-omvormers
Men heeft hier te maken met hogere harmonischen tot ca. 20 kHz.  Zie bij frequentie-omvormer.


Stuurstroom
Bij het gebruik in AC bij 230V gaat er bij ca. 1000m lengte een 50Hz stroom lopen van 9mA. Wanneer er hiermee een relais geschakeld wordt loopt men de kans dat deze niet meer uitschakeld.


Het kabel_berekeningsprogramma kan de parasitaire kabel_capaciteit en de daar tot gevolg optredende stromen berekenen en tonen.







Peak-shaving

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie kWh





PEN

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Nul   Tx-stelsel



Protective Earth Neutral.

De aarde en nul zijn gecombineerd tot 1 geleider.
De doorsnede is minimaal 10mm2Een PEN mag nooit worden geschakeld.

De PEN is een beschermingsleiding en daarom niet aktief.
De PEN is een nulleider en voert daarom geen stroom, en daarom niet aktief.

Volgens de NEN-EN-60204-1 mag binnen een omhulsel geen PEN worden toegepast.  Evenmin mogen de nul en de aarde worden gekoppeld.






Pendelplaat

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Een plaat welke tegen de buitenkant van de gevel, onder maaiveld, wordt aangebracht om de invloed van het inzakken van de grond, waardoor de kabels onder trekspanning komen te staan, te voorkomen.
De plaat dient schanierend tegen de gevel te worden gemonteerd, en wordt onder de kabels aangebracht. Het schanier bestaat overigens uit een oplegpunt waar de plaat los op steunt.

De verzakking van de grond verloopt na de nieuwbouw volgens een e-macht met een tau van 2 jaar. Na 20 jaar is de verzakking nagenoeg 0.








PELV

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  dec 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  SELV   Scheidingstransformator









Piek-shaving

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie kWh.







Pig-tail

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Hiermee wordt bedoeld een draad die met een lus op de klemmenstrook wordt aangesloten. Men gebruikt een bezemsteel om de lussen van meerdere draden gelijkvormig te leggen.

In de monteurswereld wordt dit keurig rondgeslagen lusje als goed vakmanschap gezien. Bij hoogfrequent storing is dit fout. Zie afscherming.








Potentiaalvereffening

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aanraakspanning   Aanraakgevoelig   Foutspanning



Potentiaalvereffening houdt in dat alle metalen delen met hetzelfde aadringsnet worden verbonden. Hierdoor wordt voorkomen dat als in een toestel kortsluiting optreedt naar een plaatselijke aarde, er geen potentiaalverschillen kunnen ontstaan in andere metalen delen.
Stel 2 ge-isoleerd opgestelde motoren beide via een kabel (met aarde draad) aangesloten op een railsysteem. De rail wordt weer via een kabel gevoed door een transformator.  Als nu in 1 motor een kortsluiting optreedt naarhet huis, dan zal op het huis van deze niet geaarde motor een spanning staan van 115VC. De spanning op de aarde fase van het railsysteem van de kast zal op een potentiaal van bijvoorbeeld 55V komen te staan.
(spanningverdeling over de kortgeslotenmoter, de motorkabel en de transformatorkabel en het sterpunt van de transformator ).  De aanraakspanning is nu 115-55 is 60VAC welke in ca. 1,2 sec afgeschakeld moet worden (zie degrafiek aanrakingsveiligskromme in de NEN1010).
Wanneer er potentiaalvereffening toegepast wordt, d.w.z.  alle metalen delen worden apart met het aardingssysteem verbonden dan zal de kortsluitstroom groter zijn waardoor het beveiligingstoestel eerder afschakeld enwaardoor de kabel_doorsnede n kleiner kunnen zijn voor wat betreft kortsluitlengte.







Prijs

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_prijs









PUR

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juli 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bescherming   MCT   CSD



Poly Urethaan
Een uitstekend materiaal om doorvoeringen af te dichten.

Leverbaar in gewone en de betere kwaliteit!







Rendement_frequentie-omvormer

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Rendement van de frequentie-omvormer:
Deze is bij nominaal toerental 3%. De afhankelijkheid van het toerental is als volgt:
     P(verlies) = 50W + 1% van P(fo) + 2% van P(actueel)

Wanneer een pomp voorzien wordt van een frequentieomvormer dan geeft dit een rendementsverbetering, mits het rendement van de pomp optimaal is zijn meest voorkomend toerental!! Vaak wordt het totaal rendement slechter!
(niet rekening houden met bouwkundige en machinekundige omstandigheden) Het rendement van zowel de FO als de motor, als de pomp lopen nl. nogal terug. Kiest men toch voor FO en er draaien meerdere pompen parallel dan kanhet in sommige gevallen (afh. van hoe het rendement van de pomp bij een toerantal optimaal is) verstandig zijn voor motor 1 het maximum toerental aan te houden, en met de 2de te vari‰ren.

Rendement van FO-geregelde motor:
Het rendement van de motor loopt bij benadering evenredig (in werkelijkheid parabolisch) terug. Er moet onderscheidt worden gemaakt:
-    Belasting, koppel is kwadratisch met het toerental:
     Voorbeeld zijn ventilatoren en centrifugaalpompen. Als het rendement bij 50Hz op 1 wordt gesteld, dan is bij       20 Hz het rendement van de motor teruggelopen met 20%, bij kleinere motoren met 30%.
-    Belasting, koppel konstant:
     Als het rendement bij 50Hz op 1 wordt gesteld, dan is bij 10 Hz het rendement van de motor teruggelopen met       5%, bij kleinere motoren met 30%.


Overige verliezen
Behalve het verlies in de frequentie-omvormer, heeft men bij het toepassen van frequentie-omvormer tevens extra verliezen in de transformator (10%, zie bij transformator onder 'Hogere harmonischen') en in de motorkabel (10%, zie bij frequentie-omvormer ).






Rendement_motor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :   Asynchrone-motor



Rendement
Er is sprake van meerdere invloeden op het rendement:
1    Het nominale rendement:
     Het theoretisch rendement is: (1-slip)x100%.
     De rotorverliezen zijn evenredig met de slip.
     Het rendement van een asynchrone motor bij 1500 rpm is ca:
     -   1 kW;  0.77
     -   5 kW;  0.83
     -  11 kW;  0,86
     -  37 kW;  0.91
     - 110 kW;  0.93
     - 250 kW;  0,95
     Een standaardtoerental van 750 rpm geeft ca. 10% slechter rendement, 3000 rpm geeft een verbetering van ca.       5%.
2    Toerental regeling:
     Zie bij rendement_frequentie-omvormer voor de invloed van een ander toerental bij het toepassen van een frequentie-omvormer.
3    Belastingsvariatie:
     Het toerental wordt be‹nvloed door belastingsvariaties.  Bij nominale belasting is het rendement maximaal.        Bij een lagere belasting neemt het rendement eveneens af, tot 50% toe. Bij afnemende belasting is bij 30      %belasting het rendement echter slechts met 10% afgenomen, en het maximum rendement ligt bij 90% van de nominale       belasting.








Rendement_verlichting

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Verhouding nuttige lichtstroom tot de nominale lichtstroom Hierin zit dus ook de reflektiefaktoren van wanden etc, en het armatuurrendement.

Zie verlichting





RFI-Filter

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Harmonischen   Frequentie-omvormer   Transformator



RFI-filter
Een radio-onstoringsfilter. Wordt bijvoorbeeld aan de voedende zijde van een frequentie-omvormer aangebracht.
Wanneer het vermogen kleiner is dan 30% van het ge‹nstalleerde transformator vermogen dan is een netfilter niet nodig?








S-keten

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories



Zie SELV.








Schakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Magneetschakelaar   Bedieningsschakelaar   Werkschakelaar   Noodschakelaar



Een toestel voor het openen en sluiten van een stroomketen.


Vermogens-schakelaar
Een schakelaar die ook onder bepaalde abnormale omstandigheden stromen kan inschakelen, gedurende een bepaalde tijd geleiden en uitschakelen.  Voorbeeld is een werkschakelaar, een installatie-automaat, ofeen vermogens-automaat  (een schakelaar met eigenschappen van scheider, die thermisch en magnetisch beveiligd tegen overbelasting).


Lastschakelaar
Een schakelaar voor bediening bij normaal bedrijf. Tevens toepasbaar bij een normale overbelastingsstroom.  Voorbeeld is een bedieningsschakelaar.  De lastschakelaar kan in de volgende categorien worden onderscheiden: AC-21/AC-22/AC-23.


Scheider
Een toestel, niet zijnde een schakelaar, bestemd om in openstand een veilige scheiding tussen delen van een stroomketen tot stand te brengen. De afstand van de contacten in geopende stand moet voldoen aanNEN10408, of moet minimaal 3mm zijn mits maximaal 380V en beveiligd door een veiligheid van maximaal 63 A.  Bovendien moet er een duidelijk standindikatie op de scheider aanwezig zijn, bijvoorbeeld door een transparantedeksel!  Het verzekert de minimum afstand tussen contacten, kan geen vermogen schakelen.  Dus:  Toepassen om veiligheids-redenen. Een vermogens-automaat heeft de eigenschappen van een scheider.
Volgens NEN-EN-60204 moet een scheider vergrendelbaar zijn door bijvoorbeeld een hangslot. De bedieningshandel mag niet rood zijn tenzij er geen noodstopschakelaar is en de scheider de functie vervangt.


Lastscheider
Een lastschakelaar die in open stand aan de omschrijving van een scheider voldoet.  Een vermogens-automaat heeft de eigenschappen van een scheider.

Kontaktor
Een mechanische lastschakelaar die 1 ruststand heeft en niet met de hand wordt bediend.  Wordt elektromagnetisch bediend en heeft dezelfde eigenschappen als een lastschakelaar. Voorbeeld M611 van ABB.



De volgende categorien zijn genormeerd (IEC-947-4-1)
AC-1:
     Niet of zwak induktief. Geschikt voor 300 schakelingen/uur.
AC-2:
     Sleep-ring motor starten stoppen. Geschikt voor 600 schakelingen/uur.
AC-3:
     Kooi-ankermotor motor starten stoppen. Geschikt voor 600 schakelingen/uur.
AC-4:
     Kooi-ankermotor motor starten plugging inching.
AC-5a:
     schakelen elektrische ontladingslamp.
AC-5b:
     schakelen gloeilamp.
AC-6a:
     schakelen van transformatoren.
AC-6b:
     schakelen van condensator batterijen.
AC-7a:
     zwak induktieve belasting in huishoudelijke apparatuur en soortgelijk toepassingen.
AC-7b:
     motorbelasting in huishoudelijke apparatuur.
AC-8a:
     schakelen van koude-compressormotor met auto reset van de overbelasting.
AC-8b:
     schakelen van koude-compressormotor met manual reset van de overbelasting.
DC-1:
     niet of zwak induktief.
DC-3:
     shunt motor starten.
DC-5:
     serie motor starten.
DC-6:
     schakelen gloeilamp.

De volgende categorien zijn genormeerd (IEC-947-5-1)
AC-12:
     control ohmse weerstand en solidstate load met isolatie door opto-couplers.
AC-13:
     control solidstate load met transformator isolatie.
AC-14:
     control van kleine elektromagn. last. (<72 va).
AC-15:
     control van elektromagn. last. (>72 VA).
DC-12:
     control ohmse weerstand en solidstate load met isolatie door opto-couplers.
DC-13:
     control van elektromagneten.
DC-14:
     control van elektromagneten met economische weerstanden.
En de categorien volgens norm IEC-947-3:
AC-20:
     sluiten en openen zonder belasting.
AC-21:
     Schakelen van ohmse belastingstromen, inc. kleine overbelasting. De schakelaar wordt getest met een stroom       van 1,5x de nominale stroom, 5% spanningsverhoging, en een cos phi van 0,8.
AC-22:
     Idem als 21, tevens induktieve belatingen. 3x de nominale stroom, cos phi 0,65.
AC-23:
     Schakelen van motoren of ander hooginduktieve belastingen. 8x De nominale motorstroom moet kunnen worden INgeschakeld,       bij 5% spanningsverhoging, en een cos phi van 0,45 tot 100A of 0,35 bij >100A. Uitschakelen bij10x de nominale       stroom.
DC-20:
     sluiten en openen zonder belasting.
DC-21:
     Schakelen van ohmse belastingstromen, inc. kleine overbelasting. De schakelaar wordt getest met een stroom       van 1,5x de nominale stroom, 5% spanningsverhoging.
DC-22:
     Idem als 21, tevens induktieve belatingen. 3x de nominale stroom.
DC-23:
     Schakelen van motoren of ander hooginduktieve belastingen. 8x De nominale motorstroom moet kunnen worden INgeschakeld,       bij 5% spanningsverhoging. Uitschakelen bij 10x de nominale stroom.



Normen
IEC-947-1:  general rules
IEC-947-4-1: contactors end motorstarters








Schakelen-van-de-nul

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Nul









Schakelkast

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Laagspannings-verdeling   Warmteverlies   Schakelkastlengte   Harmonischen



Definities
-    Schakelkast:
     Een aantal secties bestaande uit besturingsinstallatie, instrumentaties en motorgroepen.
-    Besturingskast:
     Een schakelkast met alleen maar besturingsinstallatie, en evt. ook instrumentatie.
-    Laagspanningsverdeling:
     Een aantal secties die ten minste 1 voedingsveld bevat, en verder afgaande voedingsgroepen.
-    MCC:
     Een laagspannings-verdeling met enkel motorgroepen.
-    Paneel:
     Een schakelkast, een laagspanningspaneel of een opstelling van montageplaten.
-    Sectie:
     Een deel van een schakelkast, MCC etc. ter grootte van 1 deur.


Algemeen

NEN-EN-60204: De netscheider mag bij geopende deur worden bediend.


Afstand van automaten en aarde
In verband met vlambogen dient er een afstand te zijn tussen de automaat en de aarde.  Deze is:
automaat   afstand tot    afstand tot     afstand tot
bovenzijde     voorzijde       voorzijde
en magneetspoel
16 A        20 mm         80 mm              110 mm    
40          50           120                 120 
125         130           140                 220 
250         160           160                 260 
Voor de zijkant dient met 10mm te worden gerekend.

Demping van een HF uitvoering van de PS4000 van Rittal op hogere harmonischen
H veld         E veld
0,01  MHz       20             -
0,1             40            80
1               50            80
10              50            70
100             50            50
1000 MHz        -             40
De demping in dB; 20 log (I1/I2)  [dB]

Een schakelkast met een beschermingsgraad 






Schakelkastlengte

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Vluchtweg



Hoogtebepaling MCC
De inbouwhoogte is de hoogte van het kastdeurtje voor het compartiment van de opgegeven motor.
Voor de maximale hoogte dient men ca. 1800mm aan te houden. De totale hoogte van een MCC is dan vaak 2200mm. Voor de breedte kan men 500mm voor het compartiment aanhouden en 300mm voor het kabelcompartiment. Wordt eeninbouwhoogte van meer dan 1800mm aangegeven dan dient men meerdere panelen naast elkaar te beschouwen.

Voor de grootte van de inbouwmaten kan men ca. het volgende aanhouden:
kW        dol  ster/d  ss     fo   voeding
1.1       150   200    200    300    150 
5.5       150   200    300    500    150 
11        150   200    300    500    150 
15        200   200    300    800    150 
18        200   200    300    800    150 
22        200   300    600    900    150 
30        200   300    600   1200    150 
45        400   600    600   1700    150 
55        400   600    600   1700    150 
75        500   600   1200   1500    250 
90        500   600   1200   1500    250 
110       500   600   1200   1500    250 
132       850   850   1200   1500    250 
160       850   850   1200   1800    250 
200       850   850   1200   2200    350 
250      1700  1700   2000   3000    450 
500      1700  1700   2000   3600    450 

Aantal panelen (MCC + besturingskast)
Wanneer de inbouwmaten van alle afgaande groepen bekend zijn kan het aantal panelen worden berekend als totale inbouwmaat gedeeld door 1800mm.
Voor de M&R berekend men het aantal berekende panelen, gedeeld door 4.
Vervolgens doet men hetzelfde met de voor de PLC, interface-relais, etc. benodigde schakelkastpanelen.
Dit totaal telt men op.
Wel rekening houden met extra ruimte voor o.a. een koppelschakelaar, condenstor-batterij.


MCC versus schakelkast
Een MCC is kompakter omdat er horizontale lades zijn, niet kompakter omdat er steeds kabelkompartimenten tussen zitten, en omdat er ruimte voor de rail nodig is.
Als vuistregel bouwt een MCC 25% kompakter dan een schakelkast.
Een schakelkast kan echter ook kompakter bouwen:
-    Bijv: Bij 10 kleine motorgroepen kunnen er 10 magneetschakelaars van 72mm naast elkaar (720mm breedte).  In       een MCC heeft een kleine motor 150mm bouwhoogte nodig; ca. 14 motorgroepen in 1 paneel, ofwel kompakter.
-    Stel een FO-geregelde motorgroep van 37 kW. Onder de frequentie-omvormer is in hoogte ruimte voor de magneetschakelaar       etc.  Er kunnen in een schakelkast van 800mm breed, 2 van deze groepen naast elkaar. In een MCC kandat niet       omdat de montagebreedte 500mm is (300mm voor het kabelcompartiment) en heb je dus 2 secties nodig.







Scheider

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie schakelaar.








Scheidingstransformator

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  dec 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Transformator   Stroom-transformator   Stuurstroomcircuit   Nul



Conform NEN-EN-60204 moet
Een scheidingstransformator moet worden toegepast in de stuurstroomcircuits van motoren >3 kW (eventueel gezamenlijk ), (lid 9.1).
De sec. zijde moet dubbelpolig worden afgeschakeld als de sec. zijde niet is ge-aard, anders 1 polig.
Als de secundaire zijde niet is geaard, (dus zwevend) dan moet er lekstroomdetektie worden toegepast.
OPM: Omdat het nut van een dergelijke transformator niet duidelijk is, en eigenlijk lastige problemen kan geven zoals hieronmder blijkt, kan de transformator beter niet worden toegepast. Dit is dan een afwijking in de zinvan de CE markering en moet worden gemeld.

Argumenten transformator per motor of gezamelijk:
De scheidingstransformator mag per motor de stuurstroom voeden, of de stuurstroom van alle motoren tegelijk voeden. Nadeel van voeden per motor is dat een kortsluiting in dit circuit niet af wordt geschakelt omdat de trafoslechts enkele amperes kan leveren.
Het inschakelen van een magneetschakelaar mag de scheidingstransformatorspanning niet noemenswaardig doen dalen zodat de aantrekspanning in gevaar komt, of zelfs reeds ingeschakelde magneetschakelaars doet afvallen.

Argumenten secundair enkelpolig afschakelen en de nul aan aarde:
Een kortsluiting naar aarde wordt afgeschakelt.
De installatie is iets inzichterlijker.
Metingen kunnen worden uitgevoerd tov aarde.
Bij een kortsluiting naar aarde, en is er een stotz per motorsuurstroomcircuit, wordt alleen de betreffende motor afgeschakeld en is meteen duidelijk waar de fout zit.

Argumenten secundair dubbelpolig afschakelen en zwevend:
Je kunt de leiders vastpakken. (mits de parasitaire capacitiet naar aarde niet te groot is, en mits een gestelsuitingsbeveiliging aanwezig is)
Een gestelsluitingsbeveiliging opnemen.
Een kortsluiting naar aarde worden zonder gestelsluitingsbeveiliging niet opgemerkt.
Op schepen werd altijd zwevend toegepast.
Als er een kortsluiting optreedt naar aarde hoeft er niet afgeschakeld te worden en kan de installatie in bedrijf blijven. Er moet wel een melding worden gegeven.


voorkeur:
‚en transformator voor alle motoren.
de prim zijde van de transformator dubbelpolig beveiligen.
sec. per motor dubbelpolig afschakelen
De transformator heeft dan de volgende eisen:
-    Primaire beveiliging:
     dubbelpolige automaat, 20A, D karakteristiek, met thermische instelling vanaf 5A. (Een kortsluiting van een       afgaande groep en het inschakelen van een magneetschakelaar geven hier geen invloed op, de transformator is      thermische wel beveiligd).
-    Secundaire beveiliging:
     dubbelpolige automaat, 2A, C karakteristiek, per motorstuurstroomcircuit.
-    Vermogen:
           Berekening is als volgt door optelling van:
     .
     Continu vermogen 1 VA per 1 kW motorvermogen.
     .
     In verband met inschakelen geldt voor de grootste motor er 6 VA per 1 kW beschikbaar moet zijn.
     Voorbeeld:
     2 motoren 11 kW en 2 motoren 90 kW geeft:
     ivm houdstroom: 2 x 1VA/KW x 11kW + 2 x 1VA/KW x 90kW
     ivm aantrekken: 2 x 6VA/kW x 11kW + 2 x 6VA/KW x 90kW  +
     totaal                        1.4 kVA 
         (1.4 kVA bij arbeidsfaktor van ca. 0,3 ofwel 0,4 kW)
-    Minimum te leveren kortsluitstroom:
     16 A. (omdat een C automaat van 1,6A een kortsluitstroom van 16A zeker afschakelt, moet deze stroom zeker worden       opgewekt door de transformator )
-    Minimum spanningsdaling tussen nullast en nominale belasting maximaal 4%.

Let op dat een 2A C-automaat selektief is met een 80A C-automaat bij 20m 1,5 mm2 kabel naar bijvoorbeeld de werkschakelaar.








Schijnbaar-vermogen

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie vermogen.








Selektiekriteria

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Selektiviteit



Het KABELberekeningsprogramma programma kent de volgende selektiekriteria: (In deze volgorde)

-    Motor
     Er is overflow omdat de motor tabellen niet toereikend zijn.

-    Zekering
     De gewenste zekering valt buiten het bereik.

-    Thermische belasting
     De kabel_dikte is min. nodig ivm de thermische belasting (tabel 52 NEN1010).

-    Spanningsverlies
     De kabel_dikte is min. nodig ivm het opgegeven opgegeven spanningsverlies.

-    kortsluitlengte      De bepaalde kabel_dikte is tot stand gekomen omdat anders de kabel niet te-gen kortsluiten       bestand is. NB: De kortsluitlengte wordt berekend door het snijpunt van de werkelijk optredende kortsluitstroom       uitgaande van debedrijfstemperatuur bij aanvang van de kortsluiting, en de afschakelstroom van de veiligheid.








Selektiviteit

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Selektiviteitsgrens   Kortsluitstroom   I2t   Staffeltijd   Stroombegrenzend   Nuldoorgang



Algemeen
Hiermee wordt bedoeld dat in serie met elkaar liggende beveiligingen selektief t.o.v. elkaar zijn. Bij een kortsluiting mag er maar 1 beveiliging afschakelen. Hiermee wordt voorkomen dat bij een fout in een enkel apparaatniet de gehele laagspannings-verdeling afschakelt. Het kabel_berekeningsprogramma geeft aan welke waarden selektief t.o.v. elkaar zijn. In de grafiek van het kabel_berekeningsprogramma wordt dit getoond. Hierin (middelsF7) is te zien dat er 2 kortsluitstromen worden weergegeven, nl:
-    Ik de kleinst mogelijk kortsluitstroom, nodig om te bepalen of de beveiliging de kabel wel afschakeld, en
-    Ik(max) de maximaal mogelijk kortsluitstroom, en die nodig is om te bepalen of de voorbeveiling niet wordt       afgeschakeld door deze kortsluitstroom. Dat mag nl. niet, tenzij er een staffeltijd is.

De beveiligingen worden aangeduid met:
-    hoofd-, backup-, of algemene beveiliging.
en:
-    Afgaande-, of direkte- beveiliging.


Wanneer selektief
-    Stroomtijd-diagram:
     De grafiek van de hoofd-automaat moet rechts van de afgaande-beveiliging liggen, tenzij de hoofdbeveiliging       is voorzien van een staffeltijd.
     De grafiek van de hoofd-automaat moet rechts van de kortsluitstroom liggen. Zie hierna, per type beveiliging.
-    I^2*t
     Men dient tevens op de integraal I2t te testen. De I2t van de afgaande beveiliging moet voldoende zijn om de       hoofdbeveiliging niet aan te spreken.  Dit is per fabrikant, type, groote en soort verschillend.
Het aanbrengen van een staffeltijd is niet voldoende om selektiviteit te waarborgen.  Het blijft nog steeds zo dat de grafiek van de hoofdbeveiliging nog steeds rechts van de grafiek van de afgaande beveiliging moet liggenin de stroom-tijd diagram.
Zie hierna, per type beveiliging.


Overgangsgebied magnetisch naar overbelastingsgebied
Probleem is dat de selektiviteitstabellen van diverse leveranciers geen rekening houden met het overgangsdebied. De tabellen geven aan dat het voldoende is als er 1 stap zit tussen de afgaande en de voedende vermogens-automaat. Magnetisch, en in het overbelastingsgebied zijn de automaten inderdaad selektief, echter niet in het overgangsgebied. Het overgangsgebied speelt zich helaas af bij stromen ter grootte van de aanloopstroom vande motor.  Deze stromen kunnen tijdens normaal bedrijf optreden als het werktuig wordt geblokkeerd.  Als er dus 2 motoren (werktuigen) met elk een eigen automaat worden gevoed door een gezamelijk automaat, en de werktuigendienen elkaars reserve te zijn, is het dus niet zeker dat als er 1 werktuig wordt geblokkeerd, of het reserve werktuig nog welk bij kan komen.  In de praktijk zal het wel meevallen; de motorbeveiliging wordt thermisch veellager in gesteld dan de thermische instelling van de hoofdautomaat.  Zie tevens stroombegrenzend.


Aanvullingen op de eerder aangegeven eisen
Automaat-automaat
De afgaande en de hoofdbeveiliging zijn een automaat.
Het eerder genoemde overgangsgebied is sterk van belang bij thermische instelbare automaten.

Zekering-zekering
De afgaande en de hoofdbeveiliging zijn een zekering.
Met betrekking tot de I^2*t eis; de smelttijd+afschakeltijd van de afgaande moet kleiner zijn dan de smelttijd van de hoofdveiligheid.
Standaard is dat als de hoofd smeltveiligheid 2 stappen hoger is dan de afgaande veiligheid, dan is het selektief. De grafieken zijn hiernamelijk op afgestemd.

Zekering-automaat
De afgaande beveiliging is een zekering.
De selektiviteitsgrens ligt voor de automaat iets naar rechts. Als men de tijd-stroom grafieken van automaten ziet dan blijken deze onder de 0.01 sec horizontaal te lopen.  Voor nulpuntsonderbrekende automaten klopt ditvrij goed. Voor automaten die energiebegrenzend zijn, en de groot vermogens-automaat is de afwijking groter. Dit heeft tot gevolg dat het programma onterecht de selektieviteit beperkt. De selektiviteitsgrens is voor denulpuntsonderbrekende automaat 1.25x groter, voor de begrenzend e automaat 1.6x, en voor de groot vermogens-automaat 2.5x.

Automaat-zekering
De afgaande beveiliging is een automaat.
Het gebied in de tijd-stroomdiagram is onder de 0.01 sec. nagenoeg horizontaal.  De selektiviteitsgrens moet kleiner zijn dan de zekering.


Frequentie-omvormer
Omdat de frequentie-omvormer een kortsluitstroom reeds bij 3,75xIn (bij sommige fabrikaten lager) afschakelt is selektiviteit makkelijk realiseerbaar. In het thermische overbelasting gedeelte is de selektiviteit makkelijkrealiseerbaar omdat de frequentie-omvormer de stroom begrensd bij 1x Inom. (De Inom is instelbaar)
Maximum kortsluitstroom
De maximum kortsluitstroom welke een vertraagde automaat mag hebben is 15xIn. Een tijdvertragend element is meestal pas boven de 400A beschikbaar.








Selektiviteitsgrens

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Stroom   Selektiviteit   Staffeltijd



Uitgaande van bijv. een afgaande automaat en hoofdautomaat (of backup-beveiliging ) die er selektief op moet zijn.
De selektiviteitsgrens is de stroom waarbij de hoofd-beveiliging in het magnetisch afschakelgebied nog juist niet aanspreekt. De maximum kortsluitstroom t.g.v. de kabel_weerstand moet dus kleiner zijn dan deselektiviteitsgrens. De tabellen die de selektiviteit weergeven tussen automaten zijn op de selektiviteitsgrens gebaseerd! Voor selektiviteit tussen 2 smeltveiligheid -en ligt dit anders.








SELV

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Veiligheids-keten   Scheidingstransformator   Stuurstroomcircuit



SELV
Safety Extra Low Voltage. Oude benaming is VZ keten.
Ook onder bijzondere omstandigheden mag er geen spannings hoger dan de grenswaarde van de aanrakingsspanning optreden.
Een SELV keten moet worden gevoed door een veiligheids-transformator.
De spanning dient lager te zijn dan 25V bij wisselspanning, en kleiner dan 60V bij gelijkspanning, tenzij er voldoende isolatie is. Tevens mag de keten alleen worden gevoed door een veiligheids-transformator of bronnen diedezelfde bescherming bieden. (VZ keten volgens NEN1010 4e druk; spanning max 50VAC resp. 110VDC).
Het metalen gestel mag niet worden verbonden met beschermingsleidingen van andere ketens of met de aarde. Een stopkontakt welke deel uitmaakt van de SELV-keten mag niet voorzien zijn van een beschermingskontakt. Aktievedelen moeten door isolatie zijn beschermd.
De groep altijd de automaat 2 polig afschakelen.


FELV
Functional extra low voltage. Oude benaming is FZ keten. Komt overeen met de SELV-keten, echter de eis onder bijzondere omstandigheden is niet van toepassing. De lage spanning wordt om functionele redenen gekozen, niet omveiligheids-redenen.


PELV
Protective variant van SELV.
De keten met een zeer veilige spanning is aan 1 zijde met aarde verbonden.
De groep altijd de automaat 1 polig afschakelen.


S-keten
Een van aarde geisoleerde stroomketen van beperkte omvang die t.o.v. andere ketens een extra hoge beproevingsspanning kan doorstaan.


Veiligheids-ketens
Zie veiligheids-keten.


Algemeen
Een SELV contactstop mag niet passen in een PELV contactdoos.
Een PELV contactstop mag niet passen in een SELV contactdoos.
Een FELV contactstop mag niet passen in een SELV of PELV contactdoos.








Kabel_signaalkabel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  jan. 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kabel_aanduiding



Voor instrumentatie, data, en hulpstroom worden aparte type kabels toegepast:
-    Hulp- of stuurstroom
     spanning tot maximaal 30V, test 1k5V.
     geschikt voor beveiligingsinstallaties, instrumentatie, brandmelinstallatie etc.
     Doorsnede vanaf 0,2 mm2.
     Isolatie PVC.
     Draden blank en vertind koper.
     Voorbeeld Dracoda 2700, 2800, 2900, 3500.
-    Datakabel
     spanning tot maximaal 30V, test 600V.
     Elk paar draden is voorzien van folie.
     Doorsnede 0,35 mm2.
     Isolatie PVC.
     Draden blank massief koper.
-    Instrumentatiekabel
     Leverbaar in afgeschermde en afgeschermd omvlochten uitvoering. De afscherming bestaat uit Al folie.  De afgeschermd       omvlochten uitvoering toepassen in de grond.
     spanning tot maximaal 300V, test 1k5V.
     geschikt voor drukdozen etc.
     Doorsnede vanaf 0,5 mm2.
     Isolatie PE of XLPE.
     Elke geleider voorzien van XLPE.
     Draden blank koper, massief en samengeslagen.
     Voorbeeld Dracoda serie 9000.

0,8 mm komt ca. overeen met 0,5 mm2.








Skin-effekt

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


De skindiepte in een ader is als volgt:
Cu     AL      Fe 
50 Hz    9      12      13 
1 kHz    2      2,5     0,3 
1 MHz    0,55   0,085   0,01 
Voor hoge frequenties litze toepassen. Er zijn dan veel aders, en dus een groot oppervlak.








Smeltveiligheid

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kortsluitstroom   Stroombegrenzend   Beveiliging-aan-einde-kabel



Kortsluitstroom
De smeltveiligheid is in tegenstelling tot automaten kortsluitstroombegrenzend! Middels een smeltveiligheid kan het benodigd kortsluitvermogen van een railsysteem dus omlaag worden gebracht.
Een zekering kan op een rail met tot 100 kA worden ingezet.


Karakteristieken
De hiernavolgende karakteristieken zijn genormaliseerd. De betekenis is van de codes is:
-    Eerste karakter is:
     .
     a voor deelbereik zekeringen.
     .
     g ganzbereik.
-    Tweede karakter dat het te beschermen objekt definieert, nl bescherming voor:
     .
     L voor kabels.
     .
     M voor schakelapparaten (o.a. de magneetschakelaar. Vaak foutief aangeduid als motorbeveiliging).
     .
     R voor halfgeleiders.
     .
     B voor bergbouw, anlagen?
     .
     Tr voor transformatoren.
     .
     G voor algemene toepassingen.


Hiermee zijn de volgende bedrijfsklassen standaard
-    aM:
     Accompagnement Moteur. Volgens de IEC-269-2 is een zekering voor gebruik in industriele toepassing, speciaal       voor motorvoeding (foutieve aaname dus!). De zekering heeft in principe 2 smeltdraden. De zekering schakelt      een kortsluitstroom af, niet geschikt voor overbelasting.  Daarvoor is bijvoorbeeld een thermische relais aanvullend       noodzakelijk.
-    aR:
     Ultra-snel.
     Deze veiligheid heeft een deelkarakteristiek.
     Speciaal voor halfgeleider toestellen zoals een frequentie-omvormer.
     Mag ook in het thermische afschakelen (vgl aR).
     Geschikt voor >100 A.
-    D:
     Uitvoeringen zijn DI, DII. In principe zijn deze verouderd, zie karakteristiek gG.
-    gB:
     Voor toepassing in de bergbouw. Wordt hier nooit toegepast.
-    gG:
     Samenvoeging van gI en GII. Volgens de IEC-269-3-1 een zekering voor gebruik in huishoudens, en voor gebruik       door on-ervaren personen. De range loopt dan ook tot slechts 100A.
     Over het algemeen schroefdraad patronen.
     Holec heeft 2 uitvoeringen met een eigen invulling, nl: traag en snel, en boven de 100A. In principe vallen       de karakteristieken van Holec binnnen de IEC norm.
     Voor kabel_beveiliging.
     Komt tot 0,01 sec overeen met gL.
     Komt vanaf grootte 32 A overeen met gL.
     De range is DII:  2, 4, 6, 10, 16, 20, 25 en DIII:  35, 50, 63 en DIV:  80, 100.  De norm vermeld hierbij dat       de grootte 35A in sommige landen wordt uitgevoerd in 32 of 40A.  De zekering is er volgens de norm eveneens      in DO1 t/m DO3 uitvoering.
     Tevens is in de aangegeven norm de maximum warmte dissipatie in W en de I2t limiten weergegeven.  Hieruit volgt       volgens de norm de selektiveitsratio 1:1,6.
     Schakelt bij 1,45xInom zeker af!
     O.a. de firma SIBA voert gG als de standaard karakteristiek. Binnen de banden van gG levert SIBA snelle en       trage uitvoeringen.
-    gI:
     Volgens de IEC-269-2 is een zekering voor gebruik in industriele toepassing.
     Over het algemeen mespatronen. De NEN1010 is op deze karakteristiek uitgelegd. De tabellen in de NEN1010 mogen       dus alleen voor dit type zekering worden toegepast.
-    gII:
     Komt overeen met gI. gI van het vasteland, en gII uit Engeland zijn samengevat in de gI van de norm IEC-269.
-    gL:
     Volgens de VDE-norm. Veel zekeringen in industri‰le toepassing voldoen hieraan.
     Zie ook bij gG.
-    gM:
     Wordt in Engeland toegepast.
-    gR:
     Rapid. Ultra-snel.
     Volgens norm DIN-43690-1.
     Mespatronen.
     Vanaf 100 sec. zijn de karakteristieken gestippeld getekend. De kortsluitvastheid is daar niet gegarandeerd,       doorslag kan optreden.
     Speciaal voor halfgeleider toestellen zoals een frequentie-omvormer.
-    gTr:
     Voor transformatorbeveiliging.


Trage zekering
Hiervoor zijn geen direkte normen bekend. Binnen bijvoorbeeld de banden van een genormeerde gL is onderscheidt te maken is gewoon en traag. Los daarvan worden zekeringen gemaakt die niet genormeerd zijn maar wel eentragere eigenschap hebben en als dusdanig worden verkocht.


Bouwvorm
Per bouwvorm kan bij dezelfde karakteristieken, de I^2*t verschillen.
-    NH:
     Aanduiding voor bouwvorm mespatroon.
     Grootte 0, 1, 2 en 3.
-    D:
     Aanduiding voor bouwvorm schroefpatroon.


I^2*t
Zie selektiviteit.


Bandbreedte
Deze is faktor 1,6 tussen onder en bovengrens. Binnen deze bandbreedte hanteren fabrikanten een produktie-tolerantie van 7%. (soms 10%). Overigens de selektiviteit tussen de smeltveiligheiden volgt voor zover destroom-tijd diagram betreft eveneens de faktor 1,6.

Selektiviteit tussen zekeringen
Zie selektiviteit.


Een deskundige: fa. Siba Hr. Goossens 040-2467071!


Normen
IEC-269
IEC-408; niet meer in gebruik, vervangen door:
EN-60947







Smoorspoel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juni 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Spanningsdaling   Frequentie-omvormer



Een smoorspoel dient om hogere harmischen weg te filteren.
De spoel wordt in serie met de stroomdraad verbonden, en hoe hoger de frequentie, hoe groter de impedantie.
Wordt toegepast in:
-    In de motorkabel achter frequentie-omvormers.
     Zie bij frequentie-omvormer.
-    Hoogspanningskabels,
     Zie bij spanningsdaling.








Softstarter

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Harmonischen   Ster-driehoek   Frequentie-omvormer



Vergelijk met ster-driehoek
Een alternatief van de ster-driehoek. Het voordeel van de softstarter t.o.v. de ster-driehoek is dat de aanlooptijd kan worden ingesteld. Tevens is men de spanningsdip bij overgang van ster naar driehoek kwijt. Nadeel vande softstarter zijn de hogere harmonischen.
Een softstarter kan bovendien soft stoppen.
Als de belasting een konstant koppel karakteristiek heeft, is een softstarter niet altijd bruibaar!


Aanloop
Beperkt de spanning tijdens aanloop met een instelbare faktor K.
De aanloopstroom en dus het aanzetkoppel wordt daarmee een faktor Ký kleiner. Een normale aanloopstroom van ca. 6 a 7 maal wordt dan dus 6 a 7 / K maal. De aanlooptijd is meestal instelbaar tussen 0 en 60 sec.
De softstarter begint het starten met een minimum spanning. Deze spanning is instelbaar en zorgt voor het losbreekkoppel. Deze spanning blijft even staan. De spanning is 0,4 maal de nominale spanning. Na 0,6 sec wordt despanning lineair verhoogd tot de eindwaarde op het moment van einde aanlooptijd.
De aanloopstroom is maximaal 5xIn gedurende 3 s, 3xIn gedurende 30 s, en 2,5xIn gedurende 60 s.
De aanloopstroom, en dus het koppel is soms instelbaar.
De maximum aanlooptijd is ca. 20 a 30 sec. daarna geet de softstarter in thermische overbelasting.
Zie hierna bij Werktuigbouwkundig.


Softstarters in combinatie met gasmotor/generator sets!
Uitgaande van eiland bedrijf zal bij aanlopen de spanning die de generator opwekt, relatief fors dalen tijdens aanlopen. Omdat het koppel evenredig is met de spanning in het kwadraat, zal tijdens het aanlopen het koppelfors dalen. Omdat tijdens het aanlopen de de softstarter de stroom beperkt door spanningsverlaging, blijft er dus in het geheel geen koppel over om de beluchter aan te laten lopen.
In de praktijk is gebleken dat beluchters (RWZI Elburg) tijdens nood bedrijf niet op toeren komen.


Werktuigbouwkundig
De softstarter kan ook worden toegepast als het werktuig een soft-aanloop nodig heeft. Let op: Als werktuigbouw een dergelijke voorziening nodig heeft, dan is er sprake van een zwaaraanlopend werktuig. Door het grotebenodigde aanloopkoppel zal de motor langzaam op gang komen (de softstarter beperkt het aanloopkoppel namelijk kwadratisch met de spanning).  Als de aanlooptijd langer wordt dan 20 a 30 sec. zal de softstarter thermisch instoring gaan. In de praktijd heeft een frequentie-omvormer in dit geval de voorkeur, ondanks dat het duurder is. Het rendement neemt dan echter wel weer af.
Let op:
dat tijdens aanloop er een spanningsdaling over de kabel staat, (zie tevens bij asynchrone-motor ). Het koppel neemt namelijk kwadratisch met de spanning af, en bij sommige werktuigen moet er een bepaald koppelgehaald worden om het werktuig in bedrijf te krijgen.


Stoppen
De softstarter kan soft stoppen.


Werking
De softstarter bestaat uit anti-parallel geschakelde thyristoren in serie met de motorkabeladers. Door het aanpassen van de ontsteekhoek kan de spanning worden geregeld. De werking komt overeen met een z.g.n. huis, tuin,en keuken snoerdimmer.


Hogere harmonischen
Zie energiened-richtlijn, de aanlooptijd is aan een minimum gebonden.


Beveiligingen
Er zijn geen snelle zekering opgenomen. De softstarter is voorzien in fase-uitval bewaking. Extern dienen de kabel en motorbeveiligingen worden aangebracht behorende bij de motor en gekozen kabel.


Magneetschakelaar
Schakelen in de motorkabel mag niet. (wel voorzichtig bij de frequentie-omvormer!). In de voedingskabel mag dat, echter niet te snel achter elkaar.

De softstarter is voorzien van een elektronische start/stop ingang.


Parallel
-    Motoren parallel:
     Parallel schakelen van motoren mag in principe niet, tenzij zowel de motoren als de belasting volledig gelijk       zijn.
-    Softstarter parallel:
     Het parallel schakelen van softstarters??


Afscherming
Zie afscherming.








Spanning

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Spanningsverlies   Spanningsdaling



Spanningsnivo
Laagspanning    :    0 - 1000 V
Middenspanning  : 1000 - 35 kV.?
Hoogspanning    :  35k - 360 kV.?


Lijnspanning
De spanning (in een 3 fase draaistroomsysteem), tussen de fase en de nul.


Fasespanning
De spanning (in een 3 fase draaistroomsysteem), tussen de fase U1 en bijv de fase U2. (of L1 en L2).


Netvariatie
De spanning in het Nederlandse net wordt gegarandeerd tussen 400VAC -10% en +6%.


Voor stroomberekening
Voor de kabelberekening is het vaak zinvol om uit te gaan van 380VAC i.p.v. 400V. De stroom is bij 380V hoger, en volgens de voorwaarden van de stroomleverende bedrijven is het mogelijk dat deze spanning mogelijk is. Omdatin een installatie (werktuigbouwkundig met o.a. motor en pompkeuze) er al met marges rekening is gehouden is 400V toch een goede keuze.


In het kabel_berekeningsprogramma
De op te gegeven spanning is de fasespanning. De spanning is meestal 400V (tussen de fasen) voor 3fase, en 230V voor een 1fase systeem. Het aantal fasen wordt opgegeven bij het type kabel in het middelste venster.
Begrensd op 24 en 20000 VAC en VDC.








Spanningsverlies

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Spanningsdaling   Gelijkstroom



Spanningsverlies kabel
Het maximum spanningsverlies over de kabel.  Dit houdt in de toegestane spanningsdaling aan het uiteinde van de kabel waarbij rekening gehouden wordt met 2 of 3 fase en de berekende adertemperatuur welk een gevolg is vande belasting van de kabel welke is bepaald door de nominaalstroom.
Het spanningsverlies wordt bepaald door de stroom welke wordt bepaald door de belasting.
Het vermogens-verlies is evenredig met het spanningsverlies.

Volgens de NEN1010 5e druk:
max 5%, tenzij de installatie bestand is tegen een lagere spanning.

In formule:
r = l x 0,0183 x (1 + 0,00393x(temp-20)) / A
A = doorsnede in mm2
l = lengte in m

Voor 1 fase kabel: dU = stroom x r x 2
3             dU = stroom x r x 1.73
en voor ster-driehoek aanloop:
dU = stroom x r x 1.73 / 1.73
Tevens in tabel de reactantie opzoeken, en vermenigvuldigen met de lengte.
Het spanningsverlies is nu als volgt:
z = r x cosinus + x * sinus

Spanningsverlies transformator
Zie bij spanningsdaling en bij transformator.








Spanningsdaling

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Transformator   Kortsluitstroom   Spanningsverlies



Spanningsdaling aan de voedende zijde kabel t.g.v.  kortsluiting aan het einde van die kabel
Deze spanningsdaling is de vermindering van de voedingsspannings bij kortsluiting van de kabel op het voedende net. De NEN1010 rekent met 20%. Bij een sterke voeding (1000kVA) in combinatie met een 11kW motor is ditbijvoorbeeld 1,5%, met gevolg een grotere kortsluitlengte dan wanneer uitgegaan was van de genoemde 20%.
De grootte van de daling kan worden berekent als een spanningsdeling over de inwendige weerstand van de transformator, de weerstand van de transformatorkabel naar het MCC, en de motorkabel van het MCC naar de motor.
Het kabel_berekeningsprogramma kan de daling berekenen zodra de gebruiker een transformator heeft berekent.

Secundaire transformatorspanning
De spanningsdaling van de transformator is Uk bij het nominaal transformator vermogen. De Uk is afhankelijk van fabrikaat en type. Voor een 630 kVA is dit meestal 4%.  De spanningsdaling is verder bij benadering evenredigmet de belasting.  Bij een belasting van 2x de nominale capaciteit van de transformator is de spanningsdaling dan dus 8%.
Een kortstondige daling op de voedingsspanning ter grootte van 4% is juist als een knippering in de verlichting merkbaar. Hieruit volgt dus dat het inschakelen van motoren van bijv. 90 kW op een 630 kVA transformator, geenenkel probleem vormen.  (Mits de hoofdbeveiliging deze aanloop stroom, vermeerderd met de stroom van de reeds op moment van starten in bedrijf zijnde motoren, niet uitschakeld).

Aanloopstroom
Voorbeeld: Een transformator 250 kVA, en een motor 250 kW. De aanloopstroom is ca. 3000A, ofwel een aanloopvermogen van 2000 kVA. De spanningsdaling is dan 2000/250 * 4 a 6% geeft ca. 20%. De spanning tijdens aanloop isdus 0.8x, of het aanloopkoppel is 0,64x! (Tijdens het aanlopen is de arbeidsfaktor ca. 0,3. Daarnaast is er tevens nog een spanningsdaling over de motorkabel van gemiddeld 10%. Door deze spanningsdaling neemt de stroomniet af, en neemt het koppel dus ook niet af).
Let op dat de spanning niet teveel mag dalen i.v.m. de PLC voeding en de relais. (relais vallen af onder 50%, kies 220VAC magneetspoelen i.p.v.  230VAC).

Als een motor aanloopt met frequentie-omvormers kan de motor even groot zijn als de transformator (i.v.m. aanloop )!

In het kabel_berekeningsprogramma wordt de spanningsdaling tijdens aanlopen van een motor op de hoofdrail van de laagspanningsverdeling berekend. Het resultaat is op de afdruk weergegeven, niet op het beeldscherm.
Tijdens de kortsluiting aan het einde van de motorkabel berekent het programma eveneens pas nadat de transformator is berekend. Het resultaat wordt nu wel op beeldscherm weergegeven.


Primaire transformatorspanning
Aan hoogspanningszijde van de transformator wordt de spanningsdaling bepaald door:
-    Het spanningsverlies in de hoogspanningskabel.
-    Het spanningsverlies over een smoorspoel welke in de voeding van de hoogspanningskabel is opgenomen om hogere       harmonischen te dempen.
-    De sterkte van het net.







Staffeltijd

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Selektiviteit   Nuldoorgang   Energiebegrenzend   Automaat



Hiermee wordt de tijd bedoeld waarmee een hoofdautomaatvertraging op ingesteld wordt. Het doel hiermee is om selektief te zijn met de automaten en motorbeveiligingsschakelaars in de afgaande groepen.
Vaak kiest men voor de staffeltijd voor de hoofdautomaat achter de transformator 0.3, voor de beveiliging voor de transformator ca 0.4.  De vertraging in de beveiliging in een afgaande groep is gemiddeld 0.15 sec.  Detotale tijdevertraging van de magnetische afschakeling wordt daarmee dus 0.45 sec.  Zie tevens bij vermogens-automaat. Overigens door het toepassen van microprocessor gestuurde veiligheden kan tussen meerdere automaten destaffeltijd worden beperkt tot 50 ms.  (Siemens; ZSS)

Let op dat als een automaat uitgevoerd is met een vertraging (staffeltijd), de maximaal optredende stroom beperkt moet zijn tot 15 ... 25x Inominaal.  De maximale kortsluitstroom moet dus zijn beperkt door voldoendekabel_lengte etc.  Het kabel_berekeningsprogramma houdt rekening met 25x.








Ster-driehoek

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Beperkt de spanning tijdens aanloop met een faktor sqrt(3) De aanloopstroom en dus het aanzetkoppel wordt daarmee een faktor sqrt(3)ý = 3 kleiner. Een normale aanloopstroom van ca. 6 a 7 maal wordt dan dus 2 a 2,5 maal.

Er zijn 3 magneetschakelaars nodig. De 3de is voor het sterpunt.
Er dienen minstens 2 veiligheden te zijn. Bijv. 1 in de hoofdstroom voor de magneetschakelaar, en 1 na deze in de hoofdstroom (de 2de meestal alleen thermisch). De grootte van de hoofdveiligheid wordt bepaald door denominale stroom van de motor.
In driehoekbedrijf is de stroom door beide kabels even groot en 0.58 van de totale stroom. De stromen door een van de de hoofdkabels, en de stroom door het sterpunt verhouden zich als 0.58/0.33.


Investering
Het aan kabels niet duurder dan dat de motorgroep als DOL is uitgevoerd!

690/380 versus 400/230:
Een 400/230VAC motor is niet geschikt voor ster-driehoek aanloop. De spanning over een spoel moet 400V kunnen zijn en dat is bij de 400/230VAC niet zo. Deze kan alleen 400V in ster aan, omdat dan de spoelspanning 230V is.

Aansluiting
Let op dat e.e.a. goed aangesloten wordt. Bij de overgang van ster naar driehoek mag het faseverschil niet groter zijn dan 30ø. Ander treedt een te grote spanningsdip op. De stroomstoot hierop tengevolge kan groter zijndan de inschakelstroom bij direkte inschakeling.
De driehoekstand mag pas worden ingeschakeld als de ster-stand enige tijd uitgeschakeld is.
Op de motorklemmen gezien betekent dat de driehoek niet gemaakt mag worden door de U aan de Z, X aan V, en Y aan W, vast te knopen, maar de U aan Y, V aan Z, en W aan Z. De L1 fase in driehoek aangesloten op UY.
L1     L2    L3
o U    o V   o W


o Z    o Y   o Y
L2     L3    L1






Stootfaktor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


De stootfaktor om I'' te berekenen wordt bepaald door de impedantie van het net, de trafo, de kabel, het railsysteem en bovendien door de terugvoeding naar het net toe, en door de stroom Irail.







Stroom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Stroombegrenzend   Kortsluitstroom



Kabelberekening
-    Imax:
     De maximum stroom Ik die worst-case optreedt als een kabel aan het uiteinde kortgesloten wordt. Imax is tevens       de selektiviteitsgrens.


Transformatorberekening
-    Imax:
     De stroom welke de geselekteerde trafo's nominaal leveren, incl. korrektie voor de nullasspanning (x0.95).       Ofwel voor een 630 kVA trafo;
          630 KVA / 400V / 1.73 x 0.95
-    Ik:
     De statische kortsluitstroom, die wordt bepaald door de opgegeven secundaire spanning en de impdedantie. Het       railsysteem moet deze stroom continu kunnen voeren.
-    Irail:
     De stroom welke uit het opgegeven vermogen (kW), en de cos phi tgv de installatie beide uit het window "INVOER       GROOTHEDEN" volgt.
-    Ik":
     De stootkortsluitstroom. De stootfaktor om I" te berekenen wordt bepaald door de impedantie van het net, de       trafo, de kabel, het railsysteem en bovendien door de terugvoeding naar het net toe, en door de stroom Irail.       Het railsysteem moet er bestaand zijn om de stroom Ik"  kortstondig te kunnen voeren. (dynamische kortsluitstroom      ).
-    Itrafokabel:
     Deze stroom is de stroom welke uit het opgegeven vermogen (kW), en de gewenste cos phi volgt. De te kiezen       veiligheid/schakelaar dient hierop afgestemd te zijn.








Stroombegrenzend

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juni 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Selektiviteit   Kortsluitstroom   Backup-beveiliging   Automaat   Energiebegrenzend



Stroombegrenzend
1)     Veel kleinere automaten van het type installatie-automaat en de kleinere motorbeveiligings-schakelaar zijn       standaard stroombegrenzend t.g.v.  de grote inwendige weerstand van het bimetaal en de magneetspoel.
2)     Daarnaast kunnen automaten stroombegrenzend worden uitgevoerd door bluskamers die de vlamboog stoppen, zie       energiebegrenzend.  Tevens wordt stroombegrenzend gemaakt doordat de konstruktie van de kontakten zodanig       isdat deze elkaar door de grote magnetische velden, tgv de hoge stroom, elkaar gaan afstoten.
Als in de documentatie van een automaat wordt gesproken over stroombegrenzend dan wordt 2) bedoeld.


Het voordeel van stroombegrenzing is
-    Hoofdautomaat versus rail:
     Het kortsluitvermogen (kA) van de hoofdrail in een MCC, kan lager zijn door een hoofdautomaat toe te passen       die stroombegrenzend is.  Echter bij de grotere vermogensautomaten (>250kVA trafo) heeft dit pas invloed >40       kA(zie de Id-Icc karakteristieken in de documentatie van de vermogensautomaat). Deze 40 kA wordt door de trafo       niet geleverd.
-    Afgaande automaten:
     Elke automaat is slechts geschikt tot een aantal kA bij kortsluiting.  Daarom kan niet elke automaat rechtstreeks       op de hoofdrail worden aangesloten waarop een grote kortsluitvermogen staat. Dit moet worden opgelostdoor       een backup-beveiliging tussen de rail en de afgaande automaat te zetten, of door de afgaande automaat stroombegrenzend       te kiezen. Zo kan bijvoorbeeld een 6kA stroombegrenzende automaat toch worden aangesloten op een14kA railsysteem      ! Men dient dit nauwkeurig uit de tabellen van de fabrikant te bepalen. In de documentatie zijn kortsluitstroom       tabellen opgenomen. Zie tevens bij kortsluitstroom .
-    Selektiviteit:
     De selektiviteit wordt verbeterd.  Volgens Klockner-Moeller hoeft er maar 1 stap tussen de motorbeveiliging       (type NZM) en de hoofdautomaat (type NZM) te zitten omdat de hoofdautomaat stroombegrenzend is.  Strikt genomen      is er in het gebied tussen het overbelastingsgebied en het magnetisch overstroomgebied GEEN selektiviteit!       Zie bij selektiviteit.  Bovendien; KM verstaat onder stroombegrenzend, beter vlamdovend, zie energiebegrenzend.


Stroombegrenzing door inwendige weerstanden
De maximale kortsluitstroom wordt bepaald door de inwendige weerstand van:
-    de afgaande- of motorbeveiliging,
-    de backup- of hoofdbeveiliging,
-    de inwendige weerstand van de transformator,
-    de kabels tussen transformator en MCC,
-    de weerstand van het railsysteem.
(NB:  de weerstand van de motorkabel hoort hier niet bij).


Smeltzekering
Bij een smeltzekering is het eenvoudiger om de grootte van de backup te bepalen.  De smeltzekering begint direkt vanaf 0ms door te smelten en beperkt zo de maximale kortsluitstroom.  Deze is bij benadering uit de tijd-stroom diagram van de smeltzekering te bepalen.


Statische versus de dynamische kortsluistroom
Met de kortsluitstroom wordt hier bedoeld de statische kortsluitstroom die uit de sommatie van de inwendige weerstanden volgt.
Alle apparatuur die door een stroombegrenzend e automaat wordt gevoed, mag worden uitgelegd op het lagere statische kortsluitvermogen.  Tegen de dynamische kortsluitstroom moet de afgaande apparatuur echter welbestand zijn (gedurende 3-5 ms).








Stroom-transformator

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Transformator   Veiligheids-transformator   Volt-meter



Klasse
Te verkrijgen in diverse klassen.  Deze geeft de nauwkeurigheid aan.  Gaangbaar is 1 voor een goede stroom-transformator, klasse 5 voor een gewone. o.1 is voor speciale metingen.
Enkele algemen eisen:
-    schaaleindwaarde: 1,5 ... 2x I nominaal
-    overstroomschaal: 2 of 3-voudig
-    klasse: 1,5
-    beschermklasse: IP40
-    overbelastbaarheid: 120% continue


Faseverschuiving
De stroom transformator heeft een faseverschuiving tussen prim. en sec. stroom.  Dit geeft meetfouten in een vermogens-meting.
Bij klasse 1 is de hoekfout tussen prim.  en sec. stroom 1ø.  Bij klasse 0.1 is de hoekfout 0.08ø.


Grootte
De grootte van de prim. stroom dient circa 2x de nominale motorstroom te zijn. Gangbare grootten zijn secundair 5A, 10, 50, 100 etc.


Sec. stroom
Gangbare grootten zijn 1 en 5A.
De secundaire zijde van de stroom-transformator moet altijd kortgesloten zijn! Als de sec. zijde open is dan is de primaire stroom: Iprim = Isec + Io.  Als Isec=0 dan is de primaire stroom gelijk aan demagnetiseringsstroom. De tegen emk ontbreekt, waardoor de transformator ver in verzadiging gaat, waardoor de spanning over de secundaire klemmen zeer hoog kan worden.  Bij het optreden van een kortsluiting elders in deinstallatie waardoor Iprim erg hoog wordt, zal de sec.  wikkeling doorslaan.
Ook bij juiste aansluiting kan een hoge spanning op de secundaire wikkeling komen te staan; zeker als de sec.  kabel erg lang is waardoor er een grote spanning over de kabel en dus over de trafo staat.


Het vermogen
Deze dient voldoende te zijn om bij het vermogen op te wekken dat er over de kabel staat t.g.v. het spannings verlies t.g.v. de ohmse weerstand van de kabel.
Gangbare grootten zijn 5, 10, 15, 30, 45, 60, 90 en 120VA.
Het vermogen dat een stroommeter opneemt is ca. 0.2-0.4VA.


Kabel_doorsnede secundaire zijde
Deze wordt mede bepaald door de lengte. Zie tevens onder vermogen. I2xR dient kleiner te zijn dan het vermogen in VA. R is de weerstand van de kabel (2x ivm. 2 leiders), I is de stroom (meestal 1 of 5A).


Hogere harmonischen (frequentie-omvormer)
Een stroom-transformator niet gebruiken. Een stroomtang met RMS uitlezing is eveneens niet juist.  Wordt er een filter in de motorkabels toegepast dan is er sprake van enige verbetering.


Frequentie-omvormer
Let erop dat bij een lager toerental, de stroom kwadratisch afneemt met afnemend toerental.  Hierdoor zal bij een lager toerental het voor een bedrijfsvoerder lijken alsof de meting fout is; ca.  10% van de nominalestroom is toch wel erg laag!  (het koppel neemt kwadratisch toe/af met toe/afnemend toerental)Daarnaast; wat is de stroom? De stroom naar de FO bij een cos phi van 1, of de motorstroom (achter de FO) bij een cosi phi van 0,6?



Normen
IEC 185








Stuurstroomcircuit

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  NEN-EN-60204   Werkschakelaar   SELV   Noodschakelaar   Scheidingstransformator









Subsidie

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Frequentie-omvormer
Energie-besparing  (persoonlijk gevraagd is dit dus in veel gevallen onjuist).  De subsidie dient aangevragd te worden bij Senter Ministerie van E.Z. Zwolle, tel 038-553553 (oude nr).  De subsidie is 20% tot een maximumvan Ÿ300.000, met een minimum van Ÿ 2000,-.  Er dient sprake te zijn van bestaande apparatuur.


Binnen verlichting
Als er HF apparatuur toegepast wordt is er subsidie te verkrijgen tot Ÿ35/kWe, tot een maximum van 30%, minimum subsidie is Ÿ 350,-.  De subsidie dient aangevraagd te worden bij het energie-distributie bedrijf. E.e.a.  isverschillend per regio.








Synchroniser

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie generator.








Synchrone-motor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Draait met exact hetzelfde toerental als de netfrequentie.
De rotorstroom wordt middels een externe spanning via koolborstels op de rotor gebracht. Middels spanningsregeling van de rotorstroom is het vermogen regelbaar. Motoren beschikbaar tot hoge vermogens MW'en.

Zie generator






Systeemplafond

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  jan. 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Verlichting



36W uitvoering kunnen op aanvraag worden verlengd tot 1500mm, 58 W tot ca. 1800mm.
PL en TL leverbaar.
Op aanvraag is vaak luchtafvoer mogelijk.
Het lammellen rooster is met een zogenaamde afschermhoek te bestellen, ca 30 a 40ø. In de breedte richting wordt de hoek tevens of alleen bepaald door het armatuur.
-    Inbouwarmatuur voor algemene toepassing
     De inbouw armaturen van 36W of groter hebben in de breedte de standaard inbouwmaat van systeemplafonds, in       de lengte niet. Breedte moduulmaat 300mm en netto breedte armatuur 297 mm, montage middels apart te bestellen      montagebeugels. Tevens bestaat de moduulmaat 312,5 mm met netto breedte 310 mm.
-    Inbouwarmatuur voor systeemplafonds
     De moduulmaat is nu 300 x 300mm.
     Het armatuur rust in de profielen van het plafond.
-    Inbouwarmatuur voor strokenplafonds
     De moduulmaat is nu 84 of 85 mm.
     Het armatuur rust in de profielen van het plafond. Netto breedte van het armatuur 185 mm.

Beugels
-    Montagebeugels moeten worden toegepast als het armatuur niet in de profielen van het systeemplafond kan rusten.       Deze beugels moeten apart worden besteld.
-    Leverbaar als losse beugels (4 ophangpunten), of als langsprofielen.

Lamellenroosters
-    moeten apart worden besteld.
-    roosters uitgevoerd als wit gespoten of mat geanodiseerd aluminium (Philips type M). Op aamnvraag semi-mat       (Philips type D) en hoogglans (Philips type C).
-    kan ook worden vervangen door opalen of prisma kap. Deze kap kan eventueel slagvast zijn voor toepassing in       sportlokalen.

Armatuur
-    kan hoekig of gebogen zijn.
-    verkrijgbaar in mat aluminium, wit gespoten.








Temperatuur

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Warmteverlies   Kabel_legtemperatuur   Kabel_omgevingstemperatuur








Tracing

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  nov 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :


Tracing kan elektrische en bijv. met stoom. Bedoeld hier is de elektrische uitvoering.

Tracing is voor 3x400V alleen te maken door listig aansluiten en met een minimale tracingkabel van 300m.

Het vermogen van tracing wordt als volgt bepaald; het is in 3 vermogensklassen verkrijgbaar: 10, 16, 25 en 28 W/m.

Tracing is wel en niet afgeschermd te krijgen.

In luxe vorm kan een voedingsgroep voor tracing worden uitgevoerd met speciale units met een PT-100 ingang. Deze zijn nogal kostbaar. Let op in sommige industrieen dit in de voorschriften van het bedrijf is opgenomen.
(Paktank fase 1)





Transformator

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Kortsluitstroom   Transformator-station   Frequentie-omvormer   Harmonischen   Spanningsdaling   Stroom-transformator   Veiligheids-transformator   Natuurlijke-ventilatie   Spanningsdaling



Spanning en kVA
De HS transformator is voorzien van diverse aftakkingen om de spanning in te kunnen stellen. (tapcharger, meestal aan HS zijde) Deze wordt zo gezet dat de nullastspanning (420V?) goed is bij nullast, en 400V bij nominalestroom.
De kortsluitspanningsdaling (Uk) welk bij de trafo opgegeven wordt door de fabrikant, bepaalt de daling van de secundaire spanning bij een zekere stroomafname. Bij nominale belasting is de spanningsdaling gelijk aan Uk.
De grootte waarmee de transformator aangegeven wordt, is niet het werkelijk af te geven vermogen. De opgave wordt nl. gegeven als 1.73 x nullastspanning x kortsluitstroom. De nullastspanning is hierin 420V.
Als men dus de kW uitrekent welke werktuigen uit de trafo opnemen dient men uit te gaan van bijv. 420V x (1-Uk/100 %)
Overigens: als er een capacitieve belasting aan de trafo hangt dan neemt de klemspanning toe.


Transformatorbepaling
De vuistregel is als volgt:
Q(trafo) = KW(totaal geinstalleerd)
x 0,92   (foutief optellen; vectorieel)
x 0,9    (reserve vermogen werktuig)
x 0,9    (berekend vermogen versus eerstvolgen-
de standaard motor)
x 1/0,9  (motorrendement)
x 1/0,98 (kabelverlies = 3%)
x 1/0,97 (rendement frequentie-omvormer = 3%)
x 0,8    (gelijktijdigheid)
x 0,8    (belasting in de praktijk = 80%)
x 1/0,8  (arbeidsfaktor)
x 1.05   (kVA is bij nullast en kortsl.stroom)
[kVA]
KW(totaal) x 0,7  [kVA]

Als een cosinus phi batterij wordt toegepast wordt dan is de formule:
     Q(trafo) = KW(totaal) x 0,6  [kVA]
Als er frequentie-omvormer s worden toegepast dan wordt enerzijdes de faktor kleiner om dat de cosinus phi beter wordt, echter anderzijds wordt de faktor groter omdat de belasting van de transformator groter wordt t.g.v.
hogere harmonischen.


Beveiliging
-    De vermogens-automaat secundair dient magnetisch op 3 - 8,5 xInom te worden afgesteld.
-    Een thermistor in (elke) secundaire wikkelingen opnemen.


Spanningsdaling bij belasting en bij aanlopen van motoren
Bij nominale belasting van de transformator is de spanningsdaling 4% t.o.v. nullast. Bij 2x de nominale belasting is de spanningsdaling nog eens 4% extra. Een kortstondige spanningsverlaging van 4% is nog juist als eenknippering in het licht waarneembaar. Een motoraanloopstroom minus de nominale motorstroom moet dus kleiner zijn dan 1x het nominale transformatorvermogen. In veel gevallen wordt dus onterecht een softstarter ofster-driehoek toegepast.
Zie bij spanningsdaling voor meer info.


Rendement
ca 99% bij nominale belasting, bij transformatoren groter dan 630 kVA. Daaronder iets hoger tot 2% bij 100kVA. Een oliegevulde transformator heeft een ca. 0,2% hoger rendement.


Olie/giethars
Een oliegekoelde transformator heeft een ca. 0,2% hoger rendement (t.g.v. de lagere nullastverliezen), en maakt tevens iets minder lawaai. Voor drinkwatertoepassingen wordt, in verband met de mogelijke vervuiling vandrinkwater bij olielekkage, vaak gekozen voor een gietharstransformator.
De olie is eventueel milieu vriendelijk te leveren. Vroeger werden olies gebruikt die dioxines bevatten. Deze worden in Nederland niet meer toegepast, maar worden nog wel geexporteerd naar de derde landen.
Een giethars transformator is ca. 2x zo duur als de oliegevulde.


Nullastverlies
De magnetiseringsstroom welk nodig is om het ijzer te magnetiseren.


Ijzerverlies
Is zowel bij nullast, nom. belasting als kortsluiting altijd nagenoeg even groot. Verlies is evenredig met de frequentie in het kwadraat. (zie hogere harmonischen) Door de restmagnetisatie t.g.v. het ompolen na elke 50 Hztreden er hysterese verliezen op. Door dat er daardoor een niet sinus-vormige stroom gaat lopen treden er hogere harmonische op. De ijzerveliezen zijn dus te splitsen in:
-    Wervelstroomverlies.
     Kan worden beperkt door de lamellen van elkaar te isoleren en dunner te maken. Verlies is evenredig met de         frequentie in het kwadraat. (zie hogere harmonischen )
-    Hysterese verlies.
     Evenredig met de frequentie. en ca. evenredig met de induktie.


Koperverlies
Het verlies in de wikkelingen. Dit bestaat uit 2 delen:
-    Koperverliezen:
     t.g.v. de ohmse weerstand van de wikkelingen. Bij nullast is het koperverlies 0.
-    Extra koperverliezen:
     door het stroomverdringingseffect, t.g.v. de wisselstroom.


Klokgetallen
Geeft de richting aan van de wikkelingen, en de keuze ster of driehoek gewikkeld:
Voorbeeld:
     Yy6     netzijde in ster.
          secundair in ster.
          De wikkelingsrichtingen van prim en sec zijn precies tegengesteld.
     Yy0     netzijde in ster.
          secundair in ster.
          De wikkelingsrichtingen van prim en sec zijn gelijk.
     Dy11     netzijde in driehoek.
          secundair in ster.
          De wikkelingsrichtingen van prim en sec zijn gelijk!
     Yz1     Geeft aan dat elke secundaire wikkeling uit 2 wikkelingen bestaat.
Gebruikelijk is Dyn 11 - 4 klemmen.


Parallel schakelen
Dit mag als het volgende gelijk is:
-    De klokgetallen behoudens Dz5 mag parallel aan Dy5, en Dz11 mag parallel aan Yd11 etc.
-    Het aantal wikkelingen sec en prim.
-    Verhouding van de nominale vermogens niet groter dan 1:3 in verband met de magnetiseringsstroom.
-    De kortsluitspanning ongeveer gelijk.


Hogere harmonischen
Frequentie-omvormers vormen een niet lieneair vermogen. De Frequentie-omvormer wekt steeds de harmonischen op welke rond een veelvoud van de 6de liggen; dus 5, 7, 11, 13 enz. (tot ca. 250 Hz). De invloed van elkeharmonische is steeds 1/n. De invloed van de 5de is dus 1/5 = 20%. De som van alle harmonischen moet vectorieel opgeteld worden. Het blijkt dat de 5de dan overheerst; het totaal wordt dan ca. 25%. In de praktijk blijkt 10%een goede waarde te zijn, mits een netfilter aangebracht is. Wanneer het vermogen voor een deel uit frequentie-omvormers bestaat, en voor een deel niet, dan wordt het percentage kwadratisch minder;het aandeel van dit nietlinieaire-vermogen is:
     Ptot * (1 + 0,1 * (Pfo/Ptot)^2)
Wanneer trafo's met 2 sec. wikkelingen samen met 12 pulsige FO's worden toegepast dan vallen de harmonische rond de 6de weg; de 5de en 7de vallen dus weg. Het resultaat is dat de volgende zijnde 1/11 overblijft ofwel 10%,in de praktijk 2%:
     Ptot * (1 + 0,02 * (Pfo/Ptot)^2)
Overigens de dubbele wikkelingen zijn per fase dubbel uit gevoerd op het secundaire juk. Door de richting per fase om te draaien is een klokgetalverschuiving van 30ø mogelijk.
Uit bovenstaande blijkt dat wanneer er een transformator geselekteerd moet worden, rekening gehouden dient te worden met een extra vermogen van 10%, of 2% waarbij tegelijkertijd 2 wikkelingen transformatoren in combinatiemet 12 pulsige frequentie-omvormers, toegepast dienen te worden. zie tevens harmonischen. Vanaf 200 kW is het gebruik van 12-pulzige frequentie-omvormers in combinatie van 2 wikkelingen transformatoren, praktischnoodzakelijk. Indien nodig wordt per frequentie-omvormer (vanaf 200kW) een transformator toegepast. Dit kost een rendementsverlies van 3%, doch minder dan zonder de extra transformator.


1 versus 2 wikkelingen/ 12 6 pulsige FOþs
Volgens aanbeveling-energiened wordt aanbevolen vanaf 200 kVA 2 wikkelingen 12 pulsige FO toe te passen.
Echter bij 12 pulsige FOþs kun je geen RFI filters (t.b.v. >300 kHZ) toepassen en voldoe je daarmee niet aan de EMC richtlijn. De secundaire wikkelingen van de trafo zijn namelijk zwevend t.o.v. aarde, en de filtersfilteren tov aarde.
Een alternatief voor het niet toepassen van een RFI-filter bij 12 pulsig/ 2 wikkelingen, is eventueel een transformator met extra aardscherm.
Opgemerkt wordt dat op de secundaire zijde van de 2 wikkelingen trafo het net nog steeds vervuild is. De primaire zijde is schoon.
Stel je hebt bij een gemaal behalve het gemaal tevens enkele woonhuizen op de LS zijde van de trafo aangesloten dan zien deze huizen nog steeds een vervuild net.  Beter is om 1 wikkelingen trafoþs op te stellen om eenRFI filter toe te kunnen passen, en een aparte trafo voor de woonhuizen. Op MS spanningsnivo worden lagere eisen gesteld aan de harmonischen. Omdat het energienivo daar hoger is hebben de woonhuizen minder last van devervuiling.
Overigens; om de vervuiling van de FO's maximaal te berperken moet elke FO zijn eigen transformator hebben.  Duidelijk is dat dat erg duur is (bouwkundige voorzieningen!).

Omgevingstemperatuur
De nominale omgevingstemperatuur is 20øC. Bij 45ø is het maximale nominale vermogen met een faktor 0,8 kleiner, bij 0øC is de faktor 1,1.
Zie verder bij transformator-station
Blikpakket
Bij voorkeur magnetische ijzer, koud gewalst met georienteerde kristallen.


Standaard transformatoren
Olie:
kVA   nul-   kort-   kort-     ge-    a    b 
last   sluit-  sluit     wicht [cm] [cm]
verlies spannings [kg]          
daling                
50     140    700    4.0       470    84   41
100    230   1100    4.0       720    95   47
160    340   1600    4.0       925   105   57
200    420   1800    4.0      1100   110   57
250    480   2200    4.0      1360   116   60
400    680   3100    4.0      1850   130   76
630    970   4200    4.0      2650   148   77
1000   1250   7500    6.0      3300   172   93
1600   1800  11000    6.0      4730   195  104

Giethars:
kVA   nul-   kort-   kort-     ge-    a    b 
last   sluit-  sluit     wicht [cm] [cm]
verlies spannings [kg]          
daling                 
100    440   1920    4.0       650    98  112
160    600   2600    4.0       760   104  124
200    660   2900    4.0       900   108  130
250    720   3200    4.0      1050   110  136
400   1280   4220    4.0      1500   126  138
500   1460   5420    4.0      1900   133  153
630   1360   5660    4.0      2100   135  154
800   1560   7060    6.0      2500   144  178
1000   2000   7660    6.0      3200   159  181
1250   2360   9440    6.0      4170   180  193
1600   3180   9800    6.0      4625   179  220
2000   3020  12360    6.0      5620   185  228
2500   3480  12660    6.0      6520   185  228
3150   4960  21700    6.5     10500   256  312

Normen
IEC 726
IEC 905








Transformator-station

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Transformator



Het volgende betreft MiddenSpanning. (MS)

Benodigde ruimte transformator
De loopruimte rond de transformator of middenspanningsverdeler dient ten minste ca. 0,5 m breed te zijn. Verstandig is aan voor en achterzijde ca. 1 m aan te houden, en aan de zijkanten 0,5 m. Wordt 1m rondom aangehoudendan is er tevens mogelijkheid tot uitbreiding in de toekomst middels het verzwaren van de transformator.
Er zijn geen normen voor? zie tevens vluchtweg.
Voor de ruimte-afmetingen van een transformator het kabel_berekeningsprogramma.


Wat staat er in de transformatorruimte
De transformator en in de meeste gevallen wordt bovendien nog een middenspanningsverdeler (MS-verdeler) worden voor zien. Deze is soms in de transformatorruimte zelf ondergebracht, soms in een aparte ruimte.
De kWh verbruiksmeting wordt altijd buiten de ruimte aangebracht omdat deze ook door iemand die geen MS bevoegdheid heeft moet kunnen worden afgelezen. Soms wordt er een aparte ruimte aangebracht met een deur naar buiten,afmetingen 1 x 1 m waarin de kWH meter is geplaatst.


Ruimte afmetingen verdeler
Uitgaande van een magnefix van Holex: De verdeler heeft ongeveer de afmetingen, per afgaand veld, b x h x d = 0,5 x 0,8 x 1 m. Omdat de zekeringen getrokken moeten kunnen worden dient ervoor de verdeler voldoende vrijeruimte te zijn.
Een verdeler heeft meestal 2 voedenden velden, en 1 afgaand veld welke de transformator voedt. De 2 voedende velden zorgen er voor de middenspanningskabelring te sluiten.


Buitenopstelling
Bij buitenopstelling van een transformator dient er een omkasting te worden angebracht ter waarde van ca. f2000,- tot f3000,-.


MS verdeling
De verdeling bestaat vaak uit 3 velden, kabel invoer (K), kabel uitvoer (K), en het transformator veld (T); ofwel KKT.
Om een prijs te bepalen dient in acht te worden genomen dat er 3 stuks patronnen mee moeten worden gecalculeerd voor het T veld, en per MS kabel eindsluitingen (voor de K's en het T veld) ofwel 3 stuks eindsluitingen;
samen ca. f 11.000,- voor een magnefix en f 2000,- voor de patronen en de eindsluitingen.


Ventilatie
Zie natuurlijke-ventilatie.
De ventilatie dient voldoende te zijn om het rendementsverlies van de transformator weg te koelen. Voor deze verliezen, zie het kabel_berekeningsprogramma.
Er kan worden volstaan met natuurlijke-ventilatie. Een mogelijkheid is een opening in de vloer onder transformator naar de kruipruimte. Daarnaast in de zijmuur een opening laag bij de grond, met een ventilatieschacht naarde kruipruimte (een koekoek). Bovendien nog een vrijde opening hoog in de zijmuur, met ca. dezelfde afmetingen. Er ontstaat nu een luchttrek welke via de schacht wordt aangezogen, via de opening onder de transformatorwordt opgewarmt, en uitgeblazen wordt in de hooggeplaatste ventilatieopening in de zijmuur.


Materiaal gebouw
Beton, steen, etc. De energiebedrijven stellen meestal aan de binnenzijde een witte kalkzandsteen op prijs met als enigste reden omdat ze dat gewend zijn.


MS kabel invoer
In de kruiruimte wordt een opening aangebracht ca. 30 x 10 cm. Als het grondwaterpeil tot de opening kan komen dan met PUR dichtmaken. In de opening legt het energie bedrijf een licht gebogen stalen plaat om knikken van dekabel te voorkomen. De kabels liggen verder los op de grond in de kruiruimte.
Water in de kruipruimte vinden de energiebedrijven blijkbaar geen probleem.


Vloer
De vloer voorzien van een rubberen isolatiemat van tenminste 3mm dik, getest op doorslagspanning van minimum 30 kV, en voorzien van gestruktureerd antislipoppervlak.








TransZorb

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bliksem-beveiliging









Tijdvertraging-automaat

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie staffeltijd.







TL-verlichting

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie verlichting.







Toerental

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Twee-toeren



Een kortsluitankermotor heeft de volgende poolparen:
Een 3000 rpm toerenmotor heeft 1 poolpaar, dus 2 polen. 1500 heeft 2p, 1000 3p, 750 4p, en 6000 rpm heeft 5 poolparen.


Kabelberekening:
Er zijn 4 toerentallen mogelijk.
nl: 750, 1000, 1500, 3000. De toerentallen worden gebruikt om het rendement van de motor enigszins aan te passen.








TT-stelsel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie Tx-stelsel.








TN-stelsel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


zie Tx-stelsel






Tx-stelsel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Aarding   Nul   PEN   Schakelen-van-de-nul



De letters in TN-stelsel geven wijze van aarding aan, de eerste letter de aarding van de voeding, de 2de de aarding van het metalen gestel bij de gebruiker.

TN
Terre-Neutral; In een TN-stelsel behoort geen eigen aardelektrode (gezien vanuit een gebruiker met een LS aansluiting ).  De aarding geschiedt via de bedrijfsaarde van de energietransformator.
De stroom die zal gaan vloeien bij een aardfout, is afhankelijk van de impedantie van de keten.  (Bij een TT-stelsel is dit tevens van de aardelektrode).
Er zijn enkele uitvoeringen van het TN stelsel:


TN-S
De nul en de aarde zijn volledig gescheiden.
Bij de centrale transformator wordt een elektrode geslagen.
Lokaal worden geen elektroden meer geslagen, tenzij als ondersteunende aarde.
De aarde en de nul zijn bij de centrale transformator gekoppeld, en voor de overige installatie strikt gescheiden.
De hoofdrail (of hoofdverbindingskabel) bestaat dus uit 3 fasen + nul + aarde.
Er wordt 4-polig geschakeld, 3 polig mag ook als verzekerd is dat de nul ongeveer aarpotentiaal heeft (461.2).
Voedingskabels naar externe schakelkasten bestaan uit 3 fasen + nul + aarde.
In deze schakelkasten is het verstandig omwille van overzichtelijkheid verstandig de aarde en nul niet te koppelen, hetgeen in duitse machine schakelkasten vaak gebeurd.


TN-C
Idem als TN-S echter de aarde en de nul zijn gecombineerd. Deze gecombineerde aarde-nul heet PEN en is minimaal 10mm2.
De hoofdrail (of hoofdverbindingskabel) bestaat dus uit 3 fasen + PEN.
Voedingskabels naar externe schakelkasten bestaan uit 3 fasen + nul + PE •f 3 fasen + PEN.
Er wordt 3-polig geschakeld.
De PEN is in de lokale schakelkast of apparaat weer gesplitst in aarde en nul.
Lokaal wordt geen ondersteundende aardelektrode geslagen, tenzij als ondersteunende aarde.
Aardlekbeveiliging en zijn niet toegestaan.


TN-CS
Idem als TN-C, echter de hoofdrail (of hoofdverbindingskabel) is op een gegeven moment weer wordt gesplitst in nul en aarde, bij de TN-C gebeurt dat alleen in de lokale schakelkasten.
Aardlekschakelaars mogen niet worden toegepast.
LET op: Nadat de PEN is gescheiden in aarde en nul, mogen deze niet weer met elkaar worden verbonden (NEN1010 546.2.3 ). In een lokale schakelkast mag de nul dus niet met aarde worden verbonden, hetgeen in duitse machineschakelkasten vaak gebeurd.


TT
Terra-Terra; Bij de centrale transformator is een aarde geslagen, maar de aarde wordt niet meegevoerd naar de afnemer. Lokaal moet een nieuwe elektrode worden geslagen.
De hoofdrail (of kabel) bestaat uit 3 fasen + nul.
Het openbare elektriciteitsnet naar woonhuizen bestaat in Nederland meestal uit het TT -stelsel.  De kabels komen on-afgeschermd het huis binnen, en elk huis heeft zijn eigen elektrode.
Bij berekening van de kortsluitlengte dient rekening te worden gehouden met de aardverspreidingsweerstand.


IT
Idem aan TT, echter de transformator heeft geen aardelektrode.
(I betekent dat de voedingsbron niet is geaard, T betekent dat het metalen gestel bij de verbruikers is geaard).
Dit stelsel wordt vaak in besturingsinstalalties toegepast; bij een optredende aardfout leidt niet tot een verstoring. Er kunnen namelijk geen aardlussen ontstaan.


IU
De aarde en nul zijn niet gecombineerd, er worden geen elektroden geslagen, de aardleider is verbonden met de metalen gestellen.
Geheel zwevend dus.

IM
Idem aan IU, echter bij de transformator is de aarde aan de nul verbonden.








Thermisch-overbelastings-relais

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Een bimetaalrelais die op de magneetschakelaar wordt gemonteerd om de motorstroom te bewaken, of is ingebouwd in een motorbeveiligings-schakelaar.  Uitvoering kan zijn auto-reset na terugkeer juiste temperatuur, ofhandmatige reset. Bijvoorkeur instellen op handmatig.

Instellen:
-    Methode 1:
     Instellen op de nominale motorstroom volgens het motorplaatje, bij 400VAC.
-    Methode 2:
     ??

Temperatuur:
Voorzien van temperatuur compensatie, met nauwkeurigheid bij omgevingstemperatuur van -25 - +40 øC.
Voorzien van faseuitval bewaking.


De karakteristiek is ca. als volgt:
bij Ik = 10xInom: t =  0,1 - 2 sec
Ik = 2x       t = 10   - 20 sec
Ik = 1x       t = 120  - 00 sec

Aansluitklemmen zijn gemarkeerd als:
NC; 95-96
- NO; 97-98

OBI
Ohne BImetaal.  (Klockner Moeller)
Norm
IEC-947-4-1





Thermisch-instelbaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Een thermisch instelbare beveiliging (J) staat hogere kabelbelasting toe. De minimum afschakelstroom is bij zekeringen vaak 1.75 x In. Een instelbare thermische beveiliging brengt dit terug tot 1 x In. Staat default aanbij het type automaat dat thermisch instelbaar is en bij motoren.
Tevens zorgt de thermisch instelbare beveiliging dat de kortsluitlengte groter wordt in een aantal gevallen; nl: Als er een relatief grote beveiliging is t.o.v. de In. Het programma kiest automatisch de thermische beveiliging als aanwezig als een automaat type (bijv SACE) gekozen wordt welke een dergelijke voorziening in zich heeft. Wanneer er weer een automaat gekozen wordt zonder dezevoorziening dan wordt dit niet weer automatiech uitgezet.


LET OP: Bij een thermisch instelbare beveiliging wordt de karakteristiek in de grafische presentatie an het programma naar links verplaatst. Ook het magnetisch gedeelte. Hoewel dit niet juist is, is dit effekt echterverwaarloosbaar. Visueel geeft e.e.a. een raar effekt bij de grafische weergave en is dan ook niet geheel correct maar geeft wel het juiste reken-resultaat.

Het programma selekteerd bij het toepassen van een frequentieomvormer automatisch een instelbare thermische beveiliging. Een FO heeft deze voorziening nl. altijd.








Thermistor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Klikson   Beveiliging-aan-einde-kabel



Een PTC weerstand die in de wikkelingen van de motor wordt ingebouwd om de temperatuur te bewaken. De moderne frequentie-omvormer heeft een ingang om de thermistor op aan te sluiten om zo de motor te beveiligen. Indien ditniet mogelijk is, dan een apart motorbeveiligingsrelais in de schakelkast inbouwen.
Uitvoering altijd 1 tot 6 sensoren in serie in de motorwikkelingen.

Maximum kabel_lengte 250 m onafgeschermd. (afsherming is niet nodig, ook niet bij toepassen van een frequentie-omvormer ).

De weerstand van 6 sensoren van nominaal 250 ohm in serie:
- nominaal 1500 ohm.
- Bij -5 K, 750 ohm.
- Bij +5 K, 12 kohm.
- Afschakeling vindt plaats bij 1650-4000 ohm, herinschakeling bij 1650-750 ohm (conform IEC-..).
Als er 9 weerstanden in serie zijn dan thermistors van 100 toepassen.

Het thermistorrelais geeft ook bij kortsluiting een alarm.

Thermistors zijn geschikt voor motoren in Ex.
Thermistors zijn geschikt voor motoren tot 7 kV.

Bij toerenmotoren kan met 1 thermistorrelais worden volstaan mits de totale nominale weerstand < 1650 ohm is.

Thermistor versus thermische instelbare veiligheid op de magneetschakelaar
Zie hiervoor bij beveiliging-aan-einde-kabel.

Behalve thermistoren worden ook kliksons toegepast. Een klikson wordt vaak in dompelpompen toegepast. Sommige aannemers die zowel mechanisch als elektrisch leveren voorzien daarom alle motoren van kliksons. (Belgi‰).








Thyristor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  dec 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Werking-van-de-FO   Frequentie-omvormer



De thyristor bestaat uit 4 lagen silicium, in de volgorde p+ - n - p - n+.  Hierin heeft p+ een overschot aan positieve ladingsdragers, n+ een overschot aan negatieve.  Op de p laag naast de n+ laag wordt de gateaangesloten. Als de gate een positieve spanning krijgt aangeboden t.o.v. de n+ laag, zal er doorslag optreden van de p+ laag naar de n+ laag.  De p+ is de anode, de n+ laag de kathode.
De stroom loopt van de positieve anode naar de negatievere kathode. De elektronen lopen in tegengestelde richting. Vuistregel: KNAP; de Kathode is Negatief, de Anode is Positief.
Uitschakelen gebeurd door de stroom It tussen de anode en de kathode kleiner te maken dan de houdstroom Ih.  (Ih is ca. 4 - 200 mA).








Twee-toeren

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Toerental



Er zijn 2 mogelijkheden
-    gescheiden wikkelingen (is poolomschakeling).
-    Dahlander (is poolomschakeling).


Gescheidenwikkeling
In de motor zijn 2 volledig gescheiden wikkeling aangebracht. Bij elke toerental dient een eigen kabel gelegd en gedimenisoneerd te worden. Elke toerenverhouding tussen het lage en hoge toerental is mogelijk.
Elk toerental heeft zijn eigen veiligheid met thermische instelling, behorende bij het vermogen van dat toerental. Voor kabelberekening moet voor elk vermogen (is beide toerentallen) het vermogen worden bepaald.


Dahlander
Toerenverhouding altijd 1 op 2.
Middels omschakeling van de spoelen worden in het lage toerental de spoelen is serie geschakeld, in het hoge toerental parallel (per fase). Elk toerental heeft zijn eigen veiligheid met thermische instelling, behorende bij het vermogen van dat toerental. Er zijn 3 magneetschakelaars nodig. De 3de is voor het sterpunt van het lage toerental en voert de helftvan de stroom van de magneetschakelaar van het hoge toerental. De hoofdmagneetschakelaars en de veiligheden worden bepaald door de opgegeven motorvermogens bij elk toerental. Voor kabel_berekening moet voor elk vermogen (is beide toerentallen) het vermogen worden bepaald.








Tyre-rap

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Kabel-binder.








Uitstraling

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Warmteverlies   Temperatuur








Varistor

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Bliksem-beveiliging









Veiligheids-aarding

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie aarding.







Veiligheids-keten

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  SELV   Werkschakelaar   Noodschakelaar   Doorsnede-geleider   Stuurstroomcircuit   Scheidingstransformator



Uitgaande van de NEN-1010:

Een hulpstroomketen waarin zijn opgenomen 1 of meer:
-    veiligheids-kontakten.
-    kontakten van elektrische beveiligingsmiddelen.
-    kontakten van relais of kontakten die door veiligheidkontakten of elektrische beveiligingsmiddelen worden       bediend.


Om aan de eisen van een veiligheidsketen te voldoen moet het volgende gelden: (479.1.1)
-    Er moet sprake zijn van ruststroomprincipe.
-    Het arbeidstroomprincipe mag alleen worden toegepast als rustroomprincipe niet mogelijk is.  De spoelen die       voor uitschakeling worden gebruikt moeten echter voldoen aan S-ketenFZ-keten, of VZ-keten.
-    De spoel van de magneetschakelaar moet aan weerszijden worden afgeschakeld.
     OF de spoel moet bij schakelen worden kortgesloten.  De ader die kortsluit moet een afzonderlijke ader zijn.        Eventueel mag worden kortgesloten door 1 goed zichtbare PEN leiding.


Er zijn overigens 2 principes van stuurstroominstallaties:
-    Ruststroomprincipe.
     Door de stuurstroomketen te onderbreken wordt een magneetschakelaar afgeschakeld, waardoor bijv.  een motor       wordt afgeschakeld.  Bij draadbreuk wordt de motor tevens afgeschakeld.
-    Arbeidsstroomprincipe.
     Een uitschakeling wordt verkregen door een stuurstroomketen te sluiten, waardoor een schakelaar afvalt en de       motor wordt uitgeschakeld.  Bijvoorbeeld een hoofdautomaat met afschakelspoel die normaal gespannen is, maar      door spaning op de spoel te zeten wordt ontspannen.  Nadeel is dat er bij draadbreuk geen uitschakeling meer       kan plaats vinden. Er is niet sprake van een veiligheidsketen.


Draaddoorsnede
In een veiligheidsketen eist de NEN1010 voor de bedrading een minimale doorsnede; 1,5 mm2.








Veiligheids-transformator

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Een transformator welke bij nul- en vollast een primaire nominale spanning heeft van ten hoogste 50V. De transfor- mator wordt getest op een proefspanning van 3750V.

De volgende voedingsbronnen die dezelfde veiligheid bieden als een veiligheids-transformator:
-    Transformatoren met galvanische scheiding en een geaard scherm tussen de wikkelingen.
-    Motorgeneratoren bestaande uit 2 motoren.

Norm
EN-60742






Veldsterkte

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Magnetisch









Ventilatie

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  juli 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Schakelkast   Warmteverlies   Zone_reduktie   Natuurlijke-ventilatie









Verlies

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie warmteverlies.
Zie spanningsverlies (over de kabel)








Verlichting

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Systeemplafond



Het benodigd elektrisch vermogen voor TL-verlichting is grofweg 15W/m2.

Gewenste lichtsterkte in lux
lab                700
werkplaats         700
kantoor            600
vergaderruimte     400
schakelruimte      400
kantine            300
waslokaal          300
pompenkamer        300
magazijn           250
hal/gang           200
portaal            100

Gelijktijdigheidsfaktor:
Geeft de lichtverdeling over de ruimte weer.
Bij terreinverlichting dient deze 0,3 a 0,4 te zijn.
Bij binnenverlichting ??


Automaten
TL verlichting dat wordt gevoed door B karakterstiek automaten kan bij inschakelen van de verlichting aanspreken door de stroompiek van de gasontladingsbuis. Boven 1200VA een C automaat toepassen.


Hoog rendement TL verlichting
De smoorspoel en gasontladingsbuis zijn vervangen door hoogfreguent elektronica.
Voordeel hoog frequent:
-    Aantal branduren +25%.
-    Geen stroboscopisch effect.
-    Lichtopbrengst nagenoeg hetzelfde.
-    Minder harmonische vervorming.
-    Capacitieve armaturen niet meer nodig.
Nadeel hoog frequent:
-    Duurder. De energiebesparing weegt niet op tegen de meerinvestering.
-    Bij inschakelen is er een aardlekstroom die voldoende kan zijn om een 30mA aardlek aan te spreken (deze kan      ! reeds aanspreken bij 15mA).  Daarom hogere aardlek waarde of geen aardlek kiezen.


Vormindex
Een index die een criterium geeft voor de vorm van een ruimte:
k =  l x b  
h x (l + b)
l = lengte
b = breedte
h = afstand werkvlak - armatuur

In tabelvorm is dit als volgt:
l     b       k  
2      2        0,5
6      6        1,5
30     15       5
Deze vormindex beinvloed het rendement van het armatuur. Bij een bepaald type armatuur is bij k=5 het rendement ca. 0,5; bij een k=0,5 wordt het rendement 0,2.  Het rendement van het arnatuur is dus niet alleen van belang.
De wijze van hoe het armatuur het licht verspreidt is dus samen met de k van belang.

Kleurweergave:
De kleur wordt weergegeven door de index Ra. Gestreefd moet worden naar een zo hoog mogelijke kleurweergave. Dit kost echter rendement.
Ra          kleurweergave
90-100          goed
80-90           voldoende
50-80           matig
<50            slecht:

Lichtkleur:
Wordt aangegeven door de temperatuur K. De lichtkleur is tevens een maat voor de behagelijkheid.
kleurtemp     benaming lichtkleur
<3300 k         warm wit
3300-5000 K       wit
>5000 K         koel wit


Tabel voor diverse typen verlichting:
Lamptype     Kleurtemp    Kleurweer  specifieke
gave       lichtstroom
[K]         Ra         [lm/W]
------------------------------------------------------
hoge-druk Na         2300        <50        65-120
gloeilamp            2800       90-100      12-20
halogeen gloeilamp   3100       90-100      20-25
TL (warm wit)        2700       90-100       45
2700       80-90        90
3000       80-90        50
3000       50-80        75
3000       80-90        90
TL (wit)             3850       80-90        50
4000       50-80        70
4000       50-80        85
4000       80-90        90
4700       90-100       45
TL (koel wit)        6200       80-90        70
6500       80-90        80
7000       90-100       45
hogedruk kwik        3800-4300   <50         50
superhoge druk kwik  4000-5000  50-80        90
5000-6000  90-100       80


Tabel voor aanbevolen K en Ra
Ruimte en toepassing                K            Ra
----------------------------------------------------
grafische insdustrie               7400          90
grafische insdustrie diakontrole   4800          90
medisch onderzoek                  4000          90
kantoor, winkels sporthallen       4000          80
atelier konfektieindustrie         4000          80
konstruktiewerkplaats              4000          50
gieterij                            ?             ?
kantoor waar beperkt daglicht is  <3300          80
horeca, woonhuis                  <3300          80
museum                          3000 of 4000     90
trappenhuis, hallen            <3000 of 4000  50 of 80


Rendement:??

Tabel voor levensduur een aanlooptijd
Lamptype                    levensduur     aanlooptijd
[uur]          [min]
---------------------------------------------------------
gloeilamp normaal                1000             0
gloei spiegel, halogeen        1000-2000          0
hoge drukkwik fluoresc.poeder    7500             4
hoge drukkwik met metaaljodide   5000             5
hoge druk natrium                7500             5
lage druk natrium                7500            10
TL                               7500           3 sec







Verlichtingssterkte

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Het quoti‰nt van de lichtstroom in lumen en het oppervlak waarop het licht valt. Symbool E, eenheid lux.

Zie verlichting.








Vermogen

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  KWh



Vermogen versus koppel:
     P = w.T (omwentelingsnelheid x koppel)


Werkelijk-vermogen:
De som van de volgende produkten behorende bij elke harmonische:
-    effektieve-waarde van de fasespanning.
-    effektieve-waarde van de fasestroom.
-    de cosinus tussen de fasespanning en de fasestroom ofwel: (bij perfecte sinusvormige stroom en spanning)
     P = 3 x Ueff,fase x Ieff,fase x cos
       = 1.73 x Ueff,lijn x Ieff,fase x cos [kW]

Als er dus sprake is van hogere harmonischen welke worden opgewekt door een frequentie-omvormer dan geven deze een extra thermische belasting van de kabels etc. maar in de motor geven ze geen nuttige opbrengst naar hetas-vermogen van de motor. De effektieve-waarde van de stroom in de kabel van een frequentie-geregelde motor is groter dan de effektieve stroom van alleen de grondharmonische (50 Hz).


Schijnbaar-vermogen:
De som van het produkt van:
-    De effektieve-waarde van de fasespanning (230V bij perfecte sinus)
-    De effektieve-waarde van de fasestroom.
ofwel:
     S = 3 x Ueff,fase x Ieff,fase
       = 1.73 x Ueff,lijn x Ieff,fase [kVA]


Blind-vermogen:
De wortel uit de meetkundige som van het schijnbaar vermogen en het werkelijk vermogen. ofwel:
     Q = SQRT(S^2 + P^2)
       = 3 x Ueff,fase x Ieff,fase x sin
       = 1.73 x Ueff,lijn x Ieff,fase x sin   [kVAr]








Vermogens-automaat

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Automaat   Installatie-automaat   Motorbeveiligings-schakelaar   Selektiviteit   Selektiviteitsgrens   Schakelaar   Kortsluitstroom



Een schakelaar met eigenschappen van scheider, die thermisch en magnetisch beveiligd tegen overbelasting.

Zie automaat.


Automaten vanaf 0A
Zie installatie-automaat.


Automaten vanaf 25A
-    Instelbare Imagn en Ioverbel.
     De tijdvertraging is optioneel.
-    Een motor voor inschakeling is optioneel.
-    Een aardlekbeveiliging is optioneel.
-    Afschakeling in ca. 3 ms. (Let op: sommige fabrikaten schakelen pas op de nul doorgang).
-    Het volgende is instelbaar, e.a. afh. van fabrikaat:
     .
     Imagn:
          Instelbaar van 6 - 12 x Inom.
     .
     Ioverbel:
          Instelbaar van 0,6 - 1 x Inom.
     .
     Tijdvertraging Imagn: (optioneel)
          Instelbaar van 0,100, 200, 300 en 400 msec.
          ABB limitor is heeft geen vertraging.
          KM NZM heeft instelbare vertraging (staffeltijd).
-    Temperatuur gecompenseerd tussen -20 en +40 øC.
-    Bij diverse fabrikaten is een testapparaat leverbaar om alle funkties te testen. (o.a. KM)
Automaten vanaf 800A
-    Op het front is het volgende afleesbaar:
     .
     I
     .
     U
     .
     P
-    Elke automaat heeft een instelbare Imagn en Ioverbel.
     De tijdvertraging is heel soms optioneel.
-    De uitschakelduur is 14 ms (invl. doven lichtboog)
-    De uitschakeltijd is 30 ms.
-    Vanaf een stroom >0,2 x Inom. is er geen hulpvoeding nodig.
-    Een motor om de automaat in te schakelen is optioneel.
-    Het volgende is instelbaar, e.a. afh. van fabrikaat:
     .
     Imagn:
          Instelbaar van 1,5 - 10 x Inom.
     .
     Ioverbel:
          Instelbaar van 0,4 - 1 x Inom.
     .
     Tijdvertraging Imagn:
          Instelbaar van 0,100, 200, 300 en 400 msec.
     .
     Tijdvertraging Ioverbel, bij 1,5xInom:
          Instelbaar van 15, 30, 60, 120, 240, 480 sec.
     .
     Tijdvertraging Ioverbel, bij 6xInom:
          Instelbaar van 0.94, 1.88, 3.75, 15, 30 sec.
     .
     Tijdvertraging aardlekbeveiliging:
     Instelbaar van 100, 200, 300 en 400 msec.
-    Temperatuur gecompenseerd tussen -20 en +40 øC.
-    Bij diverse fabrikaten is een testapparaat leverbaar omalle funkties te testen. (o.a. KM)
-    De automaat kan meestal maar 1000x afschakelen, en soms maar 3x (conform IEC-947) een kortsluiting afschakelen.        De vaccuum automaat van Siemens kan tot 30 000 x schakelen, en tot 3 000 x een kortsluiting afschakelen.








Vermogens-schakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie schakelaar.








Verzakken

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie pendelplaat.








Vluchtweg

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories



NEN-1010 5e druk

lid 481.2.4 (min. ruimte voor werkzaamheden)
In dit lid wordt gesproken van hindernissen. Dit zijn omhulsels die aktieve delen tegen aanraking beschermen.
De vrije ruimte tussen hindernissen en bedieningshandgrepen of de muur moet 0,7 m zijn. De afstand tussen 2 tegenover elkaar staande schakelkasten is 0,7 m, gerekend van de meest uitstekende punten.
De hoogte tot het plafond is minimaal 2 m.
De vrije ruimte tussen muur en aktieve delen is 1,5 m; een open hoofdrail moet dus 1,5 m vanaf de muur aangebracht zijn. Een bedieningsschakelaar moet op 0,7 m vanaf de muur zijn geplaats (ofwel tussen de rail en debedieningsschakelaar ook 0,7 m).
De aktive delen mogen maximaal 2,5 m boven de grond zijn.
Gangpaden met lengte groter dan 20m moeten vanaf beide zijden toegankelijk zijn.
De toegangsdeur moet groter dan bxh = 0,7 x 2 m zijn. De toegang hierna moet groter dan bxh = 0,5 x 2 m zijn.

lid 8.553.202 (vluchtwegen)
De vluchtweg moet over de gehele lengte ten minste 0,5 breed en 2m hoog zijn.  Dit geldt niet voor zijden van schakel- en verdeelinrichtingen waar geen werkzaamheden worden verricht.
Als de lengte van de schakel- of verdeelinrichting langer is dan 6 m moet de vluchtweg aan weerszijden toegankelijk zijn.
Bij de breedte bepaling moet gemeten worden tussen de verst uitstekende delen. Er mag wel rekening worden gehouden met openstaande deuren die kunnen worden dichtgelopen.
Toegangen moeten ten minste 0,7 m breed en 2 m hoog zijn. De verbindingswegen tot deze toegangen moetn ten minste 0,5 breed en 2 m hoog zijn.



NEN-1010 4e druk:

Vluchtweg voor schakelkasten en verdeelinrichtingen volgens NEN1010 553.2.

Praktisch minimaal 150 cm aanhouden. De NEN1010 heeft minder strenge eisen.
Let op de arretering van deuren van schakelkasten die langs de vluchtweg staan. Deze bij smalle doorloopruimten verwijderen of ten minste de eindvergrendeling wegnemen.

De vrije ruimte is volgens de NEN1010 553.2.1:
-    Minimaal 150cm breed en 200cm hoog bij schakelrekken, (= open) gerekend vanaf de uitstekende delen. Dit kan       ook tussen 2 tegenoverstaande schakelrekken in zijn.  Uitstekende delen zijn ook bedieningselementen vanbijvoorbeeld       hoofdschakelaars.
-    Minimaal 75cm breed en 200cm hoog bij gesloten, of van gedeeltelijke bescherming voorzien schakelkasten.        Er mag rekening worden gehouden met deuren die kunnen worden dichtgelopen. (Dus de openstaande deuren van      tegenover elkaar staande schakelkasten mogen elkaar raken).
-    Minimaal 50cm breed en 200cm hoog aan de achterzijde van schakelpanelen waar uitsluitende elektrotechnische       werkzaamheden worden verricht.

Algemeen:
-    De toegangsdeur is minimaal 75 cm breed.
-    Bij een vluchtweg met een lengte >600cm moeten er aan weerszijden een toegang zijn.








Vochtige-ruimte

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  feb 1997
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :


De elektrische installatie uitvoeren met S-ketens ( SELV ).








Volt-meter

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Stroom-transformator



Enkele eisen:
-    schaaleindwaarde: 120 - 150% van de nominale spanning
-    klasse: 1,5
-    beschermklasse: IP 40








Vrijloopdiode

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Een diode die in sper richting over een apparaat (bijv. magneetschakelaarspoel) wordt aangesloten. Uitgangspunt is dat de spoel middels gelijkspanning wordt gevoed. Als een in- of uitschakelpiek ontstaat t.g.v. LR kringen,dan wordt er slechts in 1 richting de puls doorgelaten. Als de puls naar negatief doorslingert wordt het kortgesloten en uitgedempt.
Bij wisselspanning dient er een RC over de spoel te worden gezet. Dit dempt de slingering. Voor de hoge frequentie van de opslingerpiek is de C een kortsluiting.






VZ-keten

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie SELV.








Ward-leonard-regeling

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Een methode om het toerental van een gelijkstroommotor te regelen. De regeling bestaat uit een draaistroommotor die een gelijkstroomgenerator aandrijft. Door het veld van de gelijkstroomgenerator te regelen ontstaat eenvariabele gelijkspanning die de anker van spanning voorziet.







Warmteverlies

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Ex
Explosieveilige ruimten dienen te worden afgezogen.  Hiermee kan worden bereikt dat een hogere zone kan worden gehanteerd in een EX situatie.
Echter bij het ontstaan van brand dient de ventilatie te stoppen, en dient tevens de opening luchtdicht te worden afgesloten.


Schakelkast ventilatie
Direkt aanzuigen van de buiten lucht en de kast inbrengen mag niet i.v.m.  vochtige buitenlucht etc.  Is dit toch gewenst dan moet er een droger worden aangebracht.
Zie het tevens het onderwerp ontwerpen voor meer informatie.
Om geen vuile lucht in de schakelkast te brengen heeft Rittal warmtewisselaars.  Voor H2S is de toepassing wellicht niet juist omdat een kast niet geheel luchtdicht is en dan toch lucht van buiten de kast aantrekt alsde atmosferische druk daalt.

Uitgestraalde warmte van het kastoppervlak:
Q = k . A . dT
k  voor turbulente lucht op staalplaat is 5,5 W/m2.K
A  effectief oppervlak van de schakelkast:
schakelkast met achterwand tegen een muur:
A = 1,4*B*(H+D) + 1,8*D*H
schakelkast met zijwand tegen een muur:
A = 1,4*D*(H+B) + 1,8*B*H
(BxHxD = breedte x hoogte x diepte)
dT verschil temperatuur binnen-buitenkant kast
De benodigde luchtstroom om deze Q weg te koelen is:
q = dQ * 3600 / (1,2 * p * dT)
met p = 1004

Capaciteit
Voor ramen op het zuiden dient rekening te worden gehouden met 900W/m2 glasoppervlak.
Uit de rendementsverliezen wordt de weg te koelen energie bepaald. Als met lucht van buiten wordt gekoeld dan geldt het volgende:
-    Buitenlucht 28øC.
-    Lucht in de schakelruimte 35øC.
-    Luchtdebiet =  Q * 3600 / (1.2 * p * dT)
     met dT = 7
     en atmosferische druk p = 1004 (afhankelijk van mNAP)

Omgevingstemperatuur
Voor de omgevingstemperatuur kan het volgende worden aangehouden:
-    Hoogste temperatuur apparatuur in de schakelkast  : 45øC
-    Hoogste temperatuur in de schakelruimte (relatief laag in verband met de dT tussen de ruimte en het inwendige       van de schakelkast) : 30øC
-    Hoogste temperatuur in de ruimte waarin de PC (Compaq max 35øC) staat opgesteld, OOK in hoog zomer; let op       platte daken (Een openstaand raam met voldoende luchtdoorstroming geeft in hoogzomer eeen maximum temperatuur      van 30øC) : 35øC
In de schakelkast moet de ventilatie dus een dT van 15K wegkoelen.


Warmteverlies
Het verlies in een motorcircuit bestaat uit het kabelverlies en de verliezen in de schakelkast. Zie voor het verlies in de schakelkast onder Warmteverlies. Voor de uit te stralen warmte kan men van het volgende uitgaan:
Motorgroepen
-    Motoren tot 3 kW; 1 %
-    Motoren rond 11kW; 0,5%
-    Motoren rond 100kW; 0,1%
Frequentie-omvormer
-    Frequentie-omvormers 3%
     Zie tevens bij rendement_frequentie-omvormer.
Schakelkasten
-    PLC schakelkast 0,5 kW.
-    Overige schakelkasten 0.5%
Kabels
-    Kabel over de gehele lengte:  Het verlies in de kabel is in kW gelijk aan het percentage spanningsverlies       (op de kabel_reaktantie na).
Transformatoren
-    transformator olie 100-1600 kVA; 1%
-     transformator giethars 1600 kVA; 1%
-     transformator giethars 630 kVA; 1%
-     transformator giethars 100 kVA; 2%


Kabel_berekeningsprogramma
In het kabel_berekeningsprogramma wordt met het warmteverlies bedoeld het verlies in de circuits in de schakelkast of MCC.  Het vermogen is nodig om het weg te koelen warmte in de schakelruimte te bepalen.
Dit verliesvermogen bestaat globaal uit de verlies welke door de volgende delen worden uitgestraald:
-    rail van het MCC.
-    in 3 m kabel.
-    automaat.
-    stuurstroomcircuit.
-    freq.omvormer of softstarter.








Wartel

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Een zeer goed afdichtend fabrikaat wartel is Trogamid-T.

Wanneer er frequentie-omvormers worden toegepast, dan dienen de kabels middels metalen wartel de schakelkast te worden ingevoerd. De afscherming dient in de binnenring van de metalen wartel te worden vastgemaakt. Nietzeker is of deze ook voor grote kabels (120mm2) is te krijgen.


Als er in het bestek een duurder type wartels worden geeist moet (naar keuze) worden aangegeven dat dit ook geldt voor:
-    Wartels behorende bij instrumenten zoals drukdozen.
-    Wartels die standaard bij bijvoorbeeld OBO lasdozen worden geleverd.
-    Wartels die standaard bij TL-armaturen worden geleverd.
Van deze apparatuur wordt door de fabrikant gegarandeerd dat deze IP67 zijn met de bijgevoegde wartels.  De IP garantie vervalt als een eigen type wartel wordt toegepast, ook al is het nog zo'n goed type.


Afgeschermde motorkabel aansluiten
Bij motoren die worden gevoed middels een 3-aderige afgeschermde kabel, geven vaak een probleem als de aansluitklemmenkast op de motor ge‹soleerd (middels rubberrand) is bevestigd aan het motorhuis. De aarding van deafgescherming maakt zo geen kontakt met het motorhuis.
Een oplossing daarvoer is het toepassen van EX wartels. Deze zijn nl. voorzien van een externe aardingsschroef.
Uiteraard wordt potentiaalvereffening apart aangebracht.








Wandkontaktdoos

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories



Normen
IEC-309






Weber

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie magnetisch.








Werking-van-de-FO

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Thyristor   Frequentie-omvormer



FO: Frequentie-omvormer.

Modulatie en werking:
De FO bestaat uit een gelijkrichter bestaande uit diodes, een tussenkring bestaande uit een condensator, en een wisselrichter bestaande uit 6 thyristoren. (bij 12 pulsige dan zijn er 2 wisselrichters, elk aangesloten opeen set secundaire wikkelingen van de transformator).
De moderne FO's kunnen op het koppel regelen. Dit is ingebracht met de regel dat het koppel wordt bepaald door:
          M = k x V/Hz x I x cos phi
waarin k is een motor afhankelijke faktor. Formule is geldig in statische toestand. Door het aanpassen van de V of de Hz (PWM) kan dus het koppel worden geregeld. Er zijn 3 wijzen van modulatie:
-    Puls amplitude modulatie:
     Wordt niet meer toegepast. Effekten van hogere harmonische tot 35% toe.
-    Puls breedte modulatie:
     Door de breedte van de puls/geen-puls te vari‰ren wordt de amplitude van de spanning op de motor gestuurd.       Door de breedte alleen te vari‰ren wordt de frequentie (= snelheid) van de motor gestuurd. Geeft een redelijk      goede FO.
-    Vektor modulatie:
     De betere. Nagenoeg een perfecte sinus.
     Door willekeurig de thyristoren af te vuren kan de flux in de motor nauwkeurig worden opgebouwd. Het ronddraaiend       magneetveld in de luchtspeet van de motor kan zo goed gemaakt worden. De achtergrond is dat er steeds een      thyristor gevuurd wordt om een korrektie op het reeds lopende magneetveld aan te brengen. In tegenstelling       tot PWM vallen er geen gaten tussen de pulsen.

Ontsteekhoek:
Elke thyristor wordt afgevuurd met een bepaalde ontsteekhoek. De ontsteekhoek is de vertaging van het tijdstip op dew werkelijke ontsteking t.o.v. de natuurlijke ontsteking. De natuurlijke ontsteking treedt op bij diodes.
De tijd waarin de stroom van de ene thyristor overgenomen wordt in de andere is de overlappingshoek.

Spanningsregeling:
De regeling kan (Siemens) op 3 wijzen worden ingesteld;
-    Spanning lineair met de frequentie.
     Voor synchrone en parallel geschakelde motoren.
-    Flux current control (FCC)
     Volgens een motormodel wordt de spanning berekent om een volle flux onder alle condities te waarborgen.
-    Spanning kwadratisch met de frequentie.
     Te gebruiken bij pompen en ventilatoren.








Werkschakelaar

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories
Zie ook    :  Motor   Magneetschakelaar   Noodschakelaar   Bedieningsschakelaar   Werkschakelaar



Een schakelaar of hulpschakelaar om ongevallen bij niet-elektrotechnische werkzaamheden te voorkomen (NEN1010 art.274.3.7 ).

Let op: als de werkschakelaar in de hoofdstroom, of afhankelijk van de uitvoering van de stuurstroom de magneetschakelaar afschakelt, en men gebruikt thermistoren in de motor die in het 230VAC stuurstroomcircuit wordengevoed, dan kan er bij de werkschakelaar in de uitstand toch 230VAC op aansluitklemmen op de motor staan. 
Enkele bepalingen (art.463/537.3)
-    De uitschakeling mag niet door andere plaatsen weer teniet worden gedaan.
-    werkschakelaars moeten handbedienbaar zijn.
-    Moeten zijn opgenomen in de hoofdstroom of in hulpstroomketens.
-    halfgeleiders zijn niet toegestaan.
-    Elke motor >0,5 kW of een samenstel moet van een werkschakelaar worden voorzien.


Hetvolgende kan de functie van werkschakelaar hebben
-    een stopkontakt met ten hoogste 32 A voor het aansluiten van verbruikende toestellen.
-    een stopkontakt voor het aansluiten van motoren van ten hoogste 0,5 kW (NEN1010 463.5).


Magneetschakelaar
Als de werkschakelaar in de stuurstroom wordt toegepast dan dient tevens de hoofdstroom middels een scheider spanningsloos te worden gemaakt.  Een magneetschakelaar voldoet niet bij elk fabrikaat aan deze eis.
De magneetschakelaar dient bij bedienen van de werkschakelaar dubbelpolig te worden af te schakelen, of enkelpolig en tegelijk kort te sluiten (NEN1010 art.479).  In de kortsluitkring mogen geen hulpcontakten zijnopgenomen (sleepringen van ruimerbruggen e.d.).

Zie NEN1010 art. 463.3 voor eisen aan het vergrendelen van de werkschakelaar.

NEN-EN-60204
Deze norm kent geen werkschakelaar; er moet een schakelaar zijn aangebracht om onverwacht schakelen te voorkomen.







Werkelijk-vermogen

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie vermogen





Wisselstroom

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


DC verhoogd de magnetische afschakelstroom van automaten, en geeft een lager spanningsverlies in de kabel omdat de reaktantie nul is.
Let op eventuele parasitaire capaciteiten van de kabel. Het programma houdt hiermee geen rekening.







Woodward-regeling

Auteur     :  J.W. Sandker
Datum      :  mei 1996
Category :  Elektrotechniek
To top     :  top of this categorie
To main   :  main of all categories


Zie generator.



JWS/EOF